Woordsoorten benoemen - deel 1

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Woordsoorten
benoemen kan ik
A
uitstekend
B
goed
C
voldoende
D
onvoldoende

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer twee andere lidwoorden uit de tekst.

timer
1:00
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer vier andere zelfstandige naamwoorden uit de tekst.
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer vier andere bijvoeglijke naamwoorden uit de tekst.
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij een oude, slechtziende dame. Ze vraagt (werkwoord) of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer vier werkwoorden uit de tekst.
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

lw, znw, bvn en ww
benoemen kan ik
A
uitstekend
B
goed
C
voldoende
D
onvoldoende

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nederland
A
lw
B
znw
C
bvn

Slide 16 - Quizvraag

Aardig
A
lw
B
znw
C
bvn

Slide 17 - Quizvraag

Rijst
A
lw
B
znw
C
bvn

Slide 18 - Quizvraag