afronden meiose + UL 2.1 + 2.2 + 2.3

afronden 1.6
Log in op deze lessonup
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

afronden 1.6
Log in op deze lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 1.6
  • Ik kan beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Ik kan de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Ik kan beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen. 

Slide 2 - Tekstslide

Mitose
46
46
Meiose
23

Slide 3 - Sleepvraag

Cellen kunnen zich op 2 manieren delen: via mitose of meiose. Welke celdeling hoort bij welke cellen?
MITOSE
MEIOSE
HUIDCELLEN
ZAADCELLEN
BLOEDCELLEN
SPIERCELLEN
EICELLEN
BOTCELLEN

Slide 4 - Sleepvraag

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Lichaamscellen maken
geslachtscellen maken
los (enkelvoudig)
IN paren

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is een meiose?
Na een meiose heeft de dochtercel...
A
het gewone aantal chromosomen
B
de helft van het normale aantal chromosomen
C
Het dubbele van het normale aantal chromosomen
D
evenveel chromosomen als de moedercel

Slide 6 - Quizvraag

Chromosomen paar
Chromosoom
Geslachtschromosomen

Slide 7 - Sleepvraag

Een hond heeft 39 geslachtschromosomen. Hoeveel lichaamschromosomen heeft de hond? Sleep het juiste antwoord. 
39
19
19,5
78

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is het geslachtschromosoom in een zaadcel?
A
Y
B
X
C
X of een Y
D
XX

Slide 9 - Quizvraag

Iemand met geslachtschromosomen XX is?
A
Man
B
Vrouw

Slide 10 - Quizvraag

Chromebook dicht

Slide 11 - Tekstslide

leerdoelen 2.1+2.2+2.3
  1. Ik kan de delen noemen van het voortplantingsstelsel van een man in een afbeelding.
  2. Ik kan ook van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven. 
  3. Ik kan de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. 
  4. Ik kan ook van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
  5. Ik kan omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
  6. Ik kan de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven. 

Slide 12 - Tekstslide

Werkvorm 

Slide 13 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan man

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan man
Teelballen: produceren elke dag miljoenen zaadcellen (vanaf ong 13 jaar), in de balzak
*Tempratuur is hier iets lager, dat is gunstig voor de ontwikkelen van zaadcellen. 
Bijballen: hier worden de zaadcellen tijdelijk opgeslagen. 
Zaadleiders: vervoeren de zaadcellen naar de urinebuis
Zaadblaasje + prostaat: voegen vocht (voedingstoffen) toe aan de zaadcellen.
Vocht + zaadcellen= sperma 




Slide 16 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan man
Urinebuis: loopt door tot de penis 
Eikel: top van de penis, erg gevoelig.
Voorhuid: dunne huidplooi, bedekt en beschermt de eikel. 
*om ontstekingen te voorkomen is het belangrijk de voorhuid wat terug te trekken en deze goed te reinigen. 

Bij sommige jongens wordt de voorhuid weggesneden: besnijdenis 
Redenen-->  hygiëne / godsdienst 

Slide 17 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 18 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 19 - Tekstslide

Vulva
  • Clitoriseikel, eromheen huidplooi
  • zwellichamen; vullen zich met bloed bij seksuele opwinding waardoor ze opzwellen
  • Binnenste schaamlippen, produceren vaginaal vocht
  • Maagdenvlies

Slide 20 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan vrouw
Vagina; verbindt baarmoeder met buitenkant
Clitoriseikel; gevoelig voor aanrakingen
Binnenste schaamlippen; geeft vaginaal vocht af om vagina gladder te maken
Buitenste schaamlippen; huidplooien om de binnenste schaamlippen heen
Eierstokken; produceren eicellen
Eileider; transport eicellen van eierstok naar baarmoeder.
Trechters; vangen vrijgekomen eicelllen op
Baarmoeder; hierin ontwikkelt het embryo zich

Slide 21 - Tekstslide

Veranderingen in de puberteit

Slide 22 - Tekstslide

veranderingen in puberteit
  • secundaire geslachtskenmerken
  • vruchtbaarheid
  • onevenredige groei
  • puistjes
  • gedrag

Slide 23 - Tekstslide

2 types Geslachtskenmerken
  • Primaire geslachtskenmerken: kenmerken waaraan je het geslacht kunt bepalen en bij geboorte aanwezig zijn.
  • Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke veranderingen in puberteit onder invloed van geslachtshormonen.

Slide 24 - Tekstslide

Hormonen zijn stoffen die allerlei processen in het lichaam regelen.
Zo regelen ze de ontwikkeling van primaire en secundaire geslachtskenmerken. 
Hormonen worden geproduceerd door hormoonklieren.
Een belangrijke hormoonklier is de hypofyse.

Slide 25 - Tekstslide

Verandering in de puberteit
Ontwikkeling met/zonder testosteron tijdens de zwangerschap

Slide 26 - Tekstslide

Geslachtshormonen
Geslachtshormonen: regelen de werking van de voortplantingsorganen waardoor:
  • Teelballen zaadcellen gaan maken 
  • Teelballen maken mannelijke geslachtshormonen (testosteron)
  • In Eierstokken eicellen gaan rijpen
  • Eierstokken maken vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogeen)
Deze hormonen zorgen voor de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken.

Slide 27 - Tekstslide

Voortplanting vrouw
Menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus is bedoeld om een vrouw zwanger te kunnen laten worden.
De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.

Er zijn maar weinig vrouwen die precies elke 4 weken ongesteld worden. Vaak is de cyclus onregelmatig, vooral de eerste jaren.

Slide 28 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 29 - Tekstslide

Ontwikkeling van een follikel in een eierstok

Slide 30 - Tekstslide

Menstruatiecyclus met follikelrijping 
(als er geen bevruchting plaatsvindt)

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk voor maandag 25 sept.
thema 2
Basisstof 2.1; opdracht 1 + 2 + 4 + 5
Basisstof 2.2; opdracht 1 + 2 + 4 + 5
Basisstof 2.3; opdracht 1 t/m 7, waarvan 4 in je boek

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 33 - Open vraag