Thema 5 voeding en energie paragraaf 5.1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Thema 5 voeding en energie

Paragraaf 5.1 Invloed van voeding op je gezondheid

Lesprogramma

- Voorkennis opdrachten bespreken

- Korte uitleg paragraaf 5.1 invloed van voeding op je gezondheid

- Zelfstandig werken

In welk organel van de cel ontstaat de energie die de cel zelf gebruikt?

1. Cytoplasma
2. Celkern
3. Mitochondriën
4. Ribosomen

Een aantal voedingsstoffen zijn:
Koolhydraten, water, vetten, mineralen, vitaminen, eiwitten. Welke van de bovenstaande stoffen zijn energierijke stoffen?

Welke voedingsstof levert per gram meer energie: vetten of koolhydraten?

1. Vetten
2. Koolhydraten

Bij welke van de volgende groepen horen eiwitten niet?

1. Brandstoffen
2. Bouwstoffen
3. Beschermende stoffen
4. Reservestoffen

Maak de volgende zin af: water is een belangrijke...

1. reservestof
2. bouwstof
3. brandstof
4. beschermende stof

Welke van de onderstaande voedingsstoffen zijn beschermende stoffen?

1. Vitaminen
2. Koolhydraten
3. Eiwitten
4. Mineralen

Voedingsstoffen en hun functies in het lichaam

Wie heeft er (per kilogram lichaamsgewicht) meer eiwitten nodig, leerling of docent?

1. leerling
2. docent

Welk van de onderstaande begrippen past het beste bij "ATP"?

1. Mineraal
2. Vitamine
3. Energie
4. Eiwit

Dissimilatie

- Bij dissimilatie worden moleculen afgebroken.

- Hierbij komt energie vrij in de vorm van ATP. 

- Met dissimilatie wordt ook vaak de verbranding van glucose bedoeld. Hierbij komt energie vrij (in de vorm van ATP).

Opslag van reservestoffen

- Glucose (een koolhydraat) kan worden omgezet in glycogeen. Glycogeen kan worden opgeslagen in spiercellen en levercellen.

- Vetten kunnen worden opgeslagen onder de huid, in het merg van de holle beenderen en rond de organen.

Zelfstandig werken

- Maak (online) voor morgen van paragraaf 5.1 opdrachten 1, 3, 4, 5, 6