Dinsdag 6 mei

Dinsdag 6 mei

Goedemorgen
Startklaar
Lezen

Wat vind jij de mooiste zin die je vandaag in het boek hebt gelezen?

Let op: de spoken word voordrachten beginnen morgen. Weten jullie nog wanneer je aan de beurt was?
Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 6 mei

Goedemorgen
Startklaar
Lezen

Wat vind jij de mooiste zin die je vandaag in het boek hebt gelezen?

Let op: de spoken word voordrachten beginnen morgen. Weten jullie nog wanneer je aan de beurt was?
Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 1 - Tekstslide


Wat is een samentrekking ook alweer?





Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 2 - Tekstslide


Op welke manier kun je de volgende zin samentrekken?

Tijdens de les waren de leerlingen aan het schrijven en de leerlingen waren aan het lezen.
Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 3 - Tekstslide

Waarom mag je de overbodige woorden weglaten?

- Als ze dezelfde grammaticale functie hebben (ow, lv, kww, enz.)
- Als ze dezelfde betekenis hebben;
- Als ze hetzelfde getal hebben. 

Hoe zit het met de zinnen die jullie net hebben veranderd? Is het weggelaten bijv. ow, of allebei een zww of allebei bwb)?

Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 4 - Tekstslide

Deze zinnen zou je mogen samentrekken. 
Hoe? Leerlingen gaan ze 'verbeteren'.
  • De motorrijder veroorzaakte een ongeluk en de motorrijder raakte gewond.
  • In de buurt wordt een flat gesloopt en er wordt een school gesloopt.
  • Wij vertrekken maandag naar Frankijk en onze vrienden vertrekken dinsdag naar Frankrijk.

Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

  • De dictator kan beter de eendjes dan de oorlog voeren.
  •   De nieuwe leraar is net afgestudeerd en erg aardig.
  • De docent nam afscheid en werd een prachtig cadeau aangeboden.

Hoe zit het met deze zinnen?

Zijn ze goed of fout? Welke zinnen/woorden zijn weggelaten? 
Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken. 

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

  • De dictator kan beter de eendjes dan de oorlog voeren.
  •   De nieuwe leraar is net afgestudeerd en erg aardig.
  • De docent nam afscheid en werd een prachtig cadeau aangeboden.

Nakijken!!! 

Kijk naar de stappen in het boek, blz. 230

Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het 2e deel zijn weggelaten. 
2. Bepaal de grammaticale functie, de betekenis of het getal van het eerste deel van de zin.
3. Bepaal de grammaticale functie, de betekenis of het getal van het tweede deel van de zin. 
4. Bepaal of de grammaticale functie, de betekenis of het getal hetzelde zijn. JA: je mag samentrekken. 
Nee: je mag niet samentrekken. 
Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag:

Blz. 230/231  opdr. 1 en 2
Je weet wat een samentrekking is.


Je weet wanneer je een zin mag samentrekken.

(Je weet hoe je een samentrekking kunt controleren)

Slide 10 - Tekstslide