Les articles: hoeveelheden en negatie

Bonjour la classe!
Le programme d'aujourd'hui:
  • questions sur les devoirs de la semaine 19
  • grammaire: l'article
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour la classe!
Le programme d'aujourd'hui:
  • questions sur les devoirs de la semaine 19
  • grammaire: l'article

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING
masculin singulier
féminin singulier
pluriel
article indéfini
un
une
des
article défini
le, l'
la, l'
les
article partitif
du, de l'
de la, de l'
des
article contracté
du (de + le)
au (à + le)
de la (de + la)
à la (à + la)
des (de + les)
aux (à + les)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruiken we het?
article indéfini
onbepaald : als je in het nl een zegt , in het nl heb je in het mv geen vertaling

Un monsieur va venir pour vendre des fleurs
article défini
 bepaald: ik weet hoeveel, wie, wat
Je prends la limonade.
+ bij een algemeenheid: Les filles sont intelligentes
 + adorer, préférer, aimer, détester: met deze werkwoorden --> article défini
 J'aime la soupe.  Je préfère le chocolat.
article partitif
Geen lidwoord in het Nederlands, onmeetbare hoeveelheid:
Je mange des fruits (fruit), de la soupe (soep)

article contracté
met voorzetsel DE (de+le = du, de + la,  de + l', de+les = des)
met voorzetsel À (à + le = au, à + la, à + l', à + les= aux)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

l'article défini
l'article indéfini
le
la
l'
les
un
une
des

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

OEFENINGEN

Au travail: exercices!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Il boit du thé
(= hij drinkt thee)
"du"= ...
A
article indéfini (un, une, des)
B
article partitif (du, de la, de l', des)
C
article contracté (de + le)
D
article contracté (de + la)

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nous avons passé des examens
(= wij hebben examens gemaakt)
"des"= ...

A
article indéfini (un, une, des)
B
article partitif (du, de la, de l', des)
C
article contracté (de + les)
D
article contracté (de + la)

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ce sont les jeux des enfants.
(= het zijn de spelletjes van de kinderen)
"des"= ...

A
article indéfini (un, une, des)
B
article partitif (du, de la, de l', des)
C
article contracté (de + les)
D
article contracté (de + la)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

KIES HET JUISTE LIDWOORD
kies uit: le, la, un, une, des, aux

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choisis …… tarte. Elles sont excellentes !

Slide 10 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux

J'adore ... sushi! Mmm, délicieux!

Slide 11 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux

Il y a ... cerf sur ... route.

Slide 12 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux


schrijf een komma tussen je twee woorden!

Le professeur donne les devoirs ... élèves

Slide 13 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux




Je veux manger ... pâtes ce soir.

Slide 14 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux


'pâtes'= pasta
BEPAALDE HOEVEELHEDEN
Normaal gebruiken we een 'article partitif' als we spreken over:
  • onbepaalde hoeveelheden (je veux de la salade)

  • MAAR! Bij de hoeveelheidswoorden gebruiken we DE of D' : 
un peu, beaucoup, deux kilos, 500 grammes, une bouteille  
--> une bouteille d'eau, deux kilos de pommes


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontkenning
Een negatieve zin maak je met: ne ... pas 
bv: Tu veux du vin --> Je ne veux pas DE vin.

Na een ontkenning gebruiken we DE!!!
Je ne veux pas du vin is dus NIET JUIST

être is een uitzondering!!! Bij 'être' blijft het lidwoord hetzelfde:
C'est (= être) du chocolat? --> Non, ce n'est pas du chocolat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vul nu de juiste vorm in

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je mets toujours un peu ... sucre dans mon thé.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu manges ... confiture le matin?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Non, je ne mange pas ... confiture. Je mange du miel.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu peux m'acheter une bouteille ... limonade?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Non, ce ne sont pas ... bananes espagnoles. Elles viennent de l'Équateur.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na het einde van deze les:
Deze les was overbodig, ik wist nog hoe het moest
Fijn dat we de lidwoorden nog herhaald hebben, nu weet ik het weer
Er komt wel iets boven maar ik vind het nog wel moeilijk
Het is net alsof ik deze grammatica voor het eerst hoor

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik nog vragen?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies