Ga achterin het lokaal zitten als je tijdens de bespreking van het huiswerk voor jezelf aan de slag wilt gaan.
Leg je lesbrief, schrift en rekenmachine klaar.
Ga met je telefoon naar lessonup.app en vul de code linksonder in het scherm in.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga achterin het lokaal zitten als je tijdens de bespreking van het huiswerk voor jezelf aan de slag wilt gaan.
Leg je lesbrief, schrift en rekenmachine klaar.
Ga met je telefoon naar lessonup.app en vul de code linksonder in het scherm in.
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Check, wat heb je geleerd van hoofdstuk 4?
Huiswerkvragen
Aan de slag met opgaven
Slide 2 - Tekstslide
Er is sprake van hoogconjunctuur als...
A
het nationaal inkomen minder dan gemiddeld groeit.
B
het nationaal inkomen meer dan gemiddeld groeit.
C
het nationaal inkomen gemiddeld groeit.
D
het nationaal inkomen krimpt.
Slide 3 - Quizvraag
In hoogconjunctuur...
A
nemen de bestedingen af.
B
nemen de bestedingen toe.
C
blijven de bestedingen gelijk.
D
weet ik niet.
Slide 4 - Quizvraag
Hoogconjunctuur
Laagconjunctuur
dalende bestedingen
Hoge bezettingsgraad
Overbesteding
Hoge werkloosheid
Hoog consumentenvertrouwen
Slide 5 - Sleepvraag
Het reële bbp is ...
A
de waarde in euro's van alle producten die in een land gemaakt zijn.
B
het aantal producten die in een land gemaakt zijn.
C
weet ik niet.
Slide 6 - Quizvraag
Op korte termijn is de aanbodlijn kan horizontaal lopen. Waarom?
A
Omdat prijzen op korte termijn star zijn.
B
Omdat de productiecapaciteit bereikt is.
C
Weet ik niet.
Slide 7 - Quizvraag
Door een daling van het inkomen hebben consumenten minder te besteden, hierdoor...
A
verschuift de aanbodlijn naar links.
B
verschuift de aanbodlijn naar rechts.
C
verschuift de vraaglijn naar links.
D
verschuift de aanbodlijn naar rechts.
Slide 8 - Quizvraag
Ga naar bladzijde 48, figuur 4.10 Bij de verschuiving van V0 naar V2...
A
daalt de prijs en daalt het reëel bbp.
B
daalt de prijs en blijft het reëel bbp gelijk.
C
stijgt de prijs en stijgt het reëel bbp.
D
stijgt de prijs en blijft het reëel bbp gelijk.
Slide 9 - Quizvraag
In een land is er onderbesteding. De overheid voert procyclisch begrotingsbeleid. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de goede volgorde. Nummer 1: de overheid verlaagt de overheidsbestedingen.