H1f stof toetsweek

Stof voor de toetsweek: woensdag 18 juni 2025, uur 2 & 3.
LET OP: dit is alleen de uitleg van de doelen.
(Er is ook een bestand met de uitleg van de doelen, inclusief opdrachten.)

Veel succes!!!
Goed leren!
Goed lezen!
Rustig aan!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Stof voor de toetsweek: woensdag 18 juni 2025, uur 2 & 3.
LET OP: dit is alleen de uitleg van de doelen.
(Er is ook een bestand met de uitleg van de doelen, inclusief opdrachten.)

Veel succes!!!
Goed leren!
Goed lezen!
Rustig aan!

Slide 1 - Tekstslide

Stof voor de toetsweek lezen, woensdag 18 juni 2025, lesuur 2 & 3:
  1. Ik kan de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen
  2. Ik kan de verschillende tekstdelen van een tekst herkennen
  3. Ik kan het onderwerp en deelonderwerp benoemen
  4. Ik kan de kernzin in een alinea aanwijzen
  5. Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden
  6. Ik kan het opsommend tekstverband en de signaalwoorden herkennen
  7. Ik kan het tegenstellend tekstverband en de signaalwoorden herkennen
  8. Ik kan het tekstverband van tijdsvolgorde en de signaalwoorden herkennen
  9. Ik kan instructies herkennen
  10. Ik kan verwijswoorden herkennen
  11. Ik kan de tekstdoelen informeren en amuseren herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Doel 1:
Ik kan de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Doel 2:
Ik kan de verschillende tekstdelen van een tekst herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Doel 3:
Ik kan het onderwerp en deelonderwerp benoemen

Slide 5 - Tekstslide

Doel 4:
Ik kan de kernzin in een alinea aanwijzen

Slide 6 - Tekstslide

Doel 5:
Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden

Slide 7 - Tekstslide

Doel 6:
  • Ik kan het opsommend tekstverband en de signaalwoorden herkennen.


Signaalwoord:
een woord dat geeft een tekstverband aangeeft.
Tekstverband:
verbinding in een tekst tussen woorden, zinnen en alinea's.
Opsomming:
je zet meerdere dingen op een rij.
Als ik geen telefoon heb, dan ga ik mijn huiswerk serieuzer maken, ook praten met vrienden en bovendien spelletjes met ze spelen.

Slide 8 - Tekstslide

Doel 7:
  • Ik kan het tegenstellend tekstverband en de signaalwoorden herkennen.


Tekstverband:
verbinding in een tekst tussen woorden, zinnen en alinea's.
Signaalwoord:
een woord dat geeft een tekstverband aangeeft.
Tegenstelling:
twee of meerdere dingen staan tegenover elkaar en zijn heel verschillend.
Ik dacht dat ik niet zonder mijn telefoon zou kunnen, maar ik vind het eigenlijk wel fijn om niet altijd bereikbaar te zijn!

Slide 9 - Tekstslide

Doel 8:
  • Ik kan het tekstverband van tijdsvolgorde en de signaalwoorden herkennen.


Tekstverband:
verbinding in een tekst tussen woorden, zinnen en alinea's.
Signaalwoord:
een woord dat geeft een tekstverband aangeeft.
Tijdsvolgorde:
een tijdlijn met gebeurtenissen
die na elkaar of tegelijkertijd plaatsvinden.
Mijn ochtendroutine: eerst zet ik de wekker uit en zodra ik mijn bril op heb, kijk ik op mijn telefoon.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Doel 9:
  • Ik kan instructies herkennen 


Slide 13 - Tekstslide

Doel 10:
  • Ik kan verwijswoorden herkennen.  


Slide 14 - Tekstslide

Doel 11:
  • Ik kan de tekstdoelen informeren en amuseren herkennen. 


Slide 15 - Tekstslide