§1.3 - Functies van gedrag

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 1 - Tekstslide

hoe werkt deze les
1. zorg ervoor dat je voordat je start de paragrafen hebt gelezen
2. lees de leerdoelen en succescriteria
3. bekijk alle uitlegdia's en uitlegvideo's
4. controleer jezelf door de vragen en oefeningen tussendoor te doen
5. maak aan het einde de verwerkingopdrachten en controleer of je de leerdoelen hebt behaald (voldoe je aan de succescriteria)
6. nog niet behaald = terug naar de stof/ uitlegvideo's en/of zoek hulp

Slide 2 - Tekstslide

1.3 Leerdoelen


Ik kan


  • uitleggen wat de functie is van gedrag
  • de verschillende vormen van gedrag toelichten en herkennen
  • de verschillende vormen van leren toelichten en herkennen

Slide 3 - Tekstslide

De vraag van deze les

Hoe komt het dat je op sommige momenten van boosheid zomaar met iets gooit?

Slide 4 - Tekstslide

Succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: territorium, geluidssignalen, geursignalen, bronstige vrouwtjes, baltsgedrag, dreiggedrag, tegengestelde gedragssystemen, vluchtgedrag, aanvalsgedrag, conflictgedrag, ambivalent gedrag, overspronggedrag, leergedrag, klassiek conditioneren, passief leren, actief leren, belonen, straffen, operant conditioneren 

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je hebt de opdrachten van 1.3 gemaakt en nagekeken met voldoende resultaat
  • je hebt de opdrachten 5 t/m 12 van 1.1 gemaakt en nagekeken met voldoende resultaat

Slide 5 - Tekstslide

Even terughalen, waarover gingen de eerste twee paragrafen van het hoofdstuk?

Wat is je het meeste bijgebleven/wat vond je het leukste?

Slide 6 - Open vraag

Functies van gedrag
Gedrag bestaat uit een verzameling gedragssystemen (samenhangende gedragsketens). 

'Ze zorgen ervoor dat het dier zich kan handhaven in zijn omgeving en regelen bovendien de onderlinge verhoudingen in groepen.' 

Slide 7 - Tekstslide

Overleven
Biologisch gezien nog belangrijker dan zorgen voor nageslacht.

Belangrijke gedragssystemen hierbij
- voedselzoekgedrag (jachtgedrag, maar ook trekgedrag waarbij kuddes op zoek gaan naar voedselrijke gebieden).
- poetsgedrag (lichaam vrij houden van parasieten of veren waterdicht houden zodat je als eend goed blijft drijven).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Conflictgedrag
Motivatie in dier kan groot zijn voor 2 gedragssystemen tegelijk, dan treedt er conflictgedrag op              (systemen strijden beiden om voorrang). 

  • ambivalent gedrag
  • omgericht gedrag
  • oversprong gedrag


Slide 12 - Tekstslide

Ambivalent gedrag
Dier/ mens laat gedragselementen uit beide gedragssystemen zien.

Voorbeeld: een hond laat een mix tussen aanvallen en vluchten zien. Dat maakt het dier wel erg onvoorspelbaar.

Bij mensen noemen we ambivalent gedrag ook wel 'twijfelen'. 

Slide 13 - Tekstslide

Omgericht gedrag
Een conflict tussen aanvallen en vluchten leidt wel tot agressie.. niet op de tegenstander.. maar op een voorwerp in de buurt.

Mensen kunnen met deuren slaan als ze kwaad op iemand zijn.

Meeuwen kunnen hun agressie richten op een graspol i.p.v. op de andere meeuw.

Slide 14 - Tekstslide

Oversprong gedrag
Conflict tussen 2 gedragsysstemen leidt ertoe dat dier / mens gedragselementen laat zien uit een heel ander (onlogisch) gedragssysteem.

Mensen die aan hun haar gaan plukken of aan hun neus krabben (terwijl ze geen jeuk hebben).

Katten tijdens een confrontatie die zichzelf gaan likken (verzorgingsgedrag).

Slide 15 - Tekstslide

Een hond bijt bij het uitlaten steeds in zijn riem. Dit is een voorbeeld van
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag

Slide 16 - Quizvraag

Je vergeet je werkstuk op te slaan op de computer. Kwaad geef je een klap op het toetsenbord. Dit is een voorbeeld van..
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag

Slide 17 - Quizvraag

Bij een moeilijke vraag krab je je even verlegen achter je oor. Dit is een voorbeeld van..
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Voor- en nadelen
Langdurig of onoplosbaar conflictgedrag leidt tot stress (vaker te zien bij dieren in gevangenschap). Stress leidt tot verminderde gezondheid en/of gedragsstoornissen.

Oversprong en omgericht gedrag vermindert spanning tussen 2 partijen die agressief tegenover elkaar staan en kan dus positief zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Leergedrag
Passief leren
- gebeurt automatisch
- klassiek conditioneren
- verbinden van 2 losstaande prikkels met elkaar

Actief leren
- gebeurt bewust
- operant conditioneren
- belonen/ straffen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Hoe komt het dat je op sommige momenten van boosheid zomaar met iets gooit?

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 1.3
2. Maken en nakijken opdrachten 1.3 + Toepassen 'Dieren als speurders'
3. Maak de vragen op de volgende dia's
4. Lees 1.4 voor de volgende les

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 26 - Tekstslide

5

Slide 27 - Video

00:02
opdracht
Bekijk de video en ga op zoek naar verschillende vormen van conflictgedrag. Beantwoord de vragen.

Slide 28 - Tekstslide

00:11
Welke vorm van conflictgedrag zagen we bij deze mevrouw?
A
ambivalent gedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag

Slide 29 - Quizvraag

00:24
Welke vorm van conflictgedrag zagen we bij de man die werd aangesproken?
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
oversprong gedrag

Slide 30 - Quizvraag

01:25
Welke hond zagen we met name oversprong vertonen?
A
de lichtbruine hond
B
de donkerbruine hond
C
de zwarte hond

Slide 31 - Quizvraag

02:34
De kat vertoont ambivalent gedrag. Van welke twee gedragssystemen zien we gedragselementen?

Slide 32 - Open vraag

2

Slide 33 - Video

00:00
opdracht
Bekijk de video en ga op zoek naar vormen van conflictgedrag? Welke herken je in deze video? Beantwoord de vraag aan het einde.

Slide 34 - Tekstslide

01:17
Welk type conflictgedrag laat deze kitten zien?
A
ambivalent
B
oversprong
C
omgericht

Slide 35 - Quizvraag

In de afbeelding is een leeuw weergegeven in een karakteristieke houding die alleen aangenomen wordt tegenover welpen. In vrijwel alle gevallen wordt dit gedrag gevolgd door speelgedrag, waarbij de leeuw de welp met ingetrokken klauwen slaat.

Tot welk van de hieronder genoemde gedragssystemen behoort dit speelgedrag?
A
baltsgedrag
B
conflictgedrag
C
sociaal gedrag
D
territoriumgedrag

Slide 36 - Quizvraag

Een belangrijk prooidier van de torenvalk is de woelmuis. Woelmuizen laten in hun leefgebied geursporen achter die bestaan uit urine en uitwerpselen. De achterste delen van hun lichaam zijn meestal doorweekt met urine. De urine van de woelmuizen weerkaatst UV-licht. Torenvalken kunnen UV-licht waarnemen. Torenvalken kunnen daardoor in korte tijd een groot gebied onderzoeken op de aanwezigheid van woelmuizen.
Noem een mogelijke functie van het geurspoor voor de woelmuizen zelf.

Slide 37 - Open vraag