M2a - Oefenen voor de Toets Chap5

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefen voor de toets van Chap5
Woordjes AB
grammatica H
zinnen C

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire
Leer de woordjes regelmatig en verdeel jouw leerwerk.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: je crois

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: faire du cheval

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: la neige

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: par exemple

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: quelqu'un

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: vanochtend

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: over een uur

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: echt

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: het vertrouwen

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: bang zijn voor

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammaire H
een vraag stellen in het Frans:
- wat zijn de vraagwoorden?
- hoe maak je een vraagzin?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel een vraag op 2 manieren.
Il aime la pizza.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een vraag op 2 manieren.
Vous jouez à la guitare.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

quand
comment
pourquoi
combien
qu'est-ce que
waar
waarom
wanneer
hoe
wat
hoe veel

Slide 20 - Sleepvraag

Zoek de vertaling van de vraagwoorden. Sleep de blauwe kaders op de rode.
Stel een vraag met een vraagwoord aan het begin van de zin.
Il s'appelle Pierre.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een vraag met een vraagwoord aan het einde van de zin.
Il s'appelle Pierre.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een vraag met een vraagwoord aan het begin met est-ce que.
Il s'appelle Pierre.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Les phrases-clés
Tip: Leer ze uit jouw hoofd (ook schrijven).
Let op: welk woord zou jij kunnen veranderen in de zin?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Qu'est-ce que tu as?

Slide 25 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
J'ai mal à la tête

Slide 26 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
j'ai 39 de fièvre

Slide 27 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ik kan niets eten

Slide 28 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ga je naar de dokter?

Slide 29 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ik heb morgen een afspraak

Slide 30 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Slide 31 - Tekstslide

Controleer jouw antwoorden.
Maak aantekeningen: wat is goed gegaan? Wat vond je lastig? Wat moet je nog leren? 
Stel vragen aan de docent.
Le Bilan
Ga naar de methode online.
Zoek chap 5 / Bilan
Maak vragen 2+3+4

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies