oefentoets rekenen
De inkoopprijs van een product is €10,-.
De brutowinstopslag is 20%
Wat is de brutowinstopslag in euro's
De brutowinstopslag is 20%
Wat is de brutowinstopslag in euro's
A
12
B
2
C
10
D
8
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
De inkoopprijs van een product is €10,-.
De brutowinstopslag is 20%
Wat is de brutowinstopslag in euro's
De brutowinstopslag is 20%
Wat is de brutowinstopslag in euro's
A
12
B
2
C
10
D
8
Slide 1 - Quizvraag
De inkoopprijs van een armbandje is € 2,50. De brutowinstopslag is 70%.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag.
A
2,50 euro
B
1,50 euro
C
1,75 euro
D
1,25 euro
Slide 2 - Quizvraag
Inkoopprijs is 20 euro.
Brutowinstopslag is 50%
Wat is de brutowinstopslag?
Brutowinstopslag is 50%
Wat is de brutowinstopslag?
A
50 : 100 x 20.
B
50 : 20 x 100.
Slide 3 - Quizvraag
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55. Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag
Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55. Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag
A
€ 96,25
B
€ 13,75
C
€ 41,25
Slide 4 - Quizvraag
Afronden
€ 3,53529 wordt
€ 3,53529 wordt
A
€ 3,5352
B
€ 3,54
C
€ 3,53
D
€ 3,535
Slide 5 - Quizvraag
Afronden op een tienden
78,457
78,457
A
78,4
B
78,45
C
78,5
D
78,46
Slide 6 - Quizvraag
Afronden op een duizendste
12,6125
12,6125
A
12,6125
B
12,6120
C
13,000
D
12,613
Slide 7 - Quizvraag
Afronden op honderdsten
10,543
10,543
A
10,530
B
10,53
C
10,540
D
10,54
Slide 8 - Quizvraag
Afronden op een honderdtal
121
121
A
200
B
100
Slide 9 - Quizvraag
Afronden
€ 79,998 wordt
€ 79,998 wordt
A
€ 79,99
B
€ 80,00
C
€ 81,-
D
€ 79,-
Slide 10 - Quizvraag
Afronden
€ 4,53529 wordt
€ 4,53529 wordt
A
€ 4,5352
B
€ 4,54
C
€ 4,53
D
€ 4,535
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel procent is het prijsverschil in procenten als je de Xbox vergelijkt met de PlayStation?
A
40,2%
B
28,7%
C
-40,2%
D
-28,7%
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel procent is met tonijn?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%
Slide 13 - Quizvraag
Van een getal berekenen hoeveel procent het is van een ander getal.
Hoeveel procent is € 16,50 van € 240,-
Hoeveel procent is € 16,50 van € 240,-
A
7%
B
6,6%
C
6,9%
D
6,8%
Slide 14 - Quizvraag
Je krijgt €5 zakgeld per week. Hoeveel is dat gemiddeld per maand?
A
€18
B
€20
C
€21,67
D
€22,50
Slide 15 - Quizvraag
Bereken het gemiddelde.
A
6,5
B
4,3
C
6,2
D
7,5
Slide 16 - Quizvraag
De gemiddelde Nederlander geeft 20% van het inkomen, wat ongeveer € 30.000 is, uit aan eten. Hoeveel is euro is dat?
A
€ 1.500
B
€ 150.000
C
€ 6.000
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het gemiddelde?
A
27
B
27,86
C
27,9
D
28
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het gemiddelde?
A
5
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
In 2021 kostte een brood gemiddeld € 1,99
Sindsdien is er een stijging van 10,1%.
Wat is nu de prijs van een brood?
Sindsdien is er een stijging van 10,1%.
Wat is nu de prijs van een brood?
A
€ 2,18
B
€ 2,19
C
€ 2,08
D
€ 2,20
Slide 20 - Quizvraag
Krijg je meer of minder zakgeld dan het gemiddelde per maand (€ 31)
in 2020
in 2020
A
Meer
B
Minder
Slide 21 - Quizvraag
De verkoopprijs van een chocoladereep is €2,65. De btw is 9%.
Wat is de consumentenprijs?
Wat is de consumentenprijs?
A
€2,89
B
€5,54
C
€0,24
D
€2,65
