Motiverende gespreksvoering les 1

Communicatie
Periode 7
Motiverende 
Gespreksvoering
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Communicatie
Periode 7
Motiverende 
Gespreksvoering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie 
Motiverende Gespreksvoering

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
  1.  De student weet aan einde einde van de les wat motivatie is, wat motivatie bevordert en wat niet;
  2. De student weet aan de einde van de les wat motiverende gespreksvoering is en wat het doel is
  3. De student weet aan het einde van de les wat we bedoelen met “tegenstrijdige gevoelens” die mensen kunnen hebben bij een verandering van gedrag
  4. De student weet hoe je omgaat in een gesprek met deze gevoelens 

Kort gezegd; Motiverende gespreksvoering is: “Dingen die je zou moeten of willen doen maar toch niet doet”

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw les
- Wat is motivatie?  
- Kijken filmpje
- verschillen van motivatie
-uitleg en opdrachten       ambivalentie
- Beïnvloeding gedrag: hoe zit dat?


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw droom?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf motiveren

Het verschil in


extrinsieke en


intrinsieke motivatie


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je doet een taak omdat
  • Je deze leuk of boeiend vindt
  • Je deze belangrijk of nuttig vindt om toe doen
  • Je anderen niet teleur wil stellen of je schuldig wil voelen als je het niet doet
  • Je een beloning denkt te krijgen als je het doet, of straf als je het niet doet.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je doet extra goed je best bij Engels omdat je een reis naar Engeland gaat maken en je de taal dan goed wilt beheersen
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat motiveert jou?


Leg de zinnen op volgorde van wat belangrijk is voor jou.





  • Succes vieren en delen 
  • Je eigen beslissingen maken
  • zelf je eigen leerproces inrichten
  • goede relatie met klasgenoten
  • fijne omgang met de docenten
  • je slim en goed genoeg voelen
  • zelf de volgorde bepalen waarin je leert /opdrachten maakt
  • niet alleen leren, ook tijd voor plezier!
  • duidelijke doelen stellen (... en behalen)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je doet mee als collectant voor de Hartstichting omdat je oom problemen met z'n hart heeft.
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je neemt altijd je boek mee naar de les omdat je er anders uitgestuurd wordt
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar haal jij NU je
motivatie uit?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Is het belangrijk dat jouw cliënt gemotiveerd is voor gedragsverandering?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Wat motiveert mij om iets te doen?
In een groepje of duo bedenken:
- Dingen die je altijd met plezier uit jezelf doet
- Dingen die je doet omdat het moet
- Dingen die je zou moeten doen of zou willen doen maar niet doet


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken oefening
Plezier en uit jezelf
Doet omdat het moet
Je doet het niet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambivalentie betekent
A
ja maar zeggen
B
gedrag willen veranderen
C
niet open staan voor verandering
D
tegenstrijdige gevoelens

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van ambivalentie

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Bij ambivalentie wikken en wegen mensen de voors en tegens tegen elkaar af. 
Weegschaal
  • De ambivalentie als een beslissingsweegschaal
  • De tegenstrijdige gevoelens kun je zien als een weegschaal
  • Aan de ene kant staan de voor-en nadelen van de huidige situatie
  • Aan de andere kant staan de voor-en nadelen van de toekomstige situatie
  • Als de schaal doorslaat naar de huidige 
       situatie gebeurt er niks.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ozan wil eigenlijk wel stoppen met roken. Hij hoest veel en is een beetje astmatisch. De dokter heeft ook gezegd dat het heel slecht is voor hem. Het kost ook veel geld en zijn kleren gaan ervan stinken. Maar al zijn vrienden op school roken en het is gezellig om met zijn allen in de pauze te kletsen en te roken. Hij vindt roken ook lekker en heeft het idee dat hij er rustig van wordt.

- Maak een beslissingsweegschaal voor Ozan

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken

Wat denken jullie: wat zou Ozan belangrijk vinden? En wat betekent dit voor zijn gedrag?


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beïnvloeding gedrag
Wat mensen belangrijk vinden, de manier waarop ze de voor-en nadelen van hun gedrag zien, is heel persoonlijk . 

Vraag:  hoe kun  je hier in een gespreken mee om kan gaan. Hoe zou je iemand kunnen motiveren om wel te stoppen met roken?


Draai aan de spinner en degene die gekozen wordt mag antwoorden. 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij motiverende gespreksvoering gebruik je technieken om mensen te motiveren zelf hun gedrag te veranderen. Een belangrijk ding hierbij is dat je probeert uit te vinden hoe de beslissingsweegschaal eruit ziet.

Wat vinden mensen belangrijk? Geef voorbeelden hiervan:

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronding
Volgende week les 2 en aan de slag met motiverende gespreksvoering. Hoe doe je dit? 

Vragen? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies