H5.1 deel 2

H5 - Burgers en stoommachines
19e eeuw
1800-1900
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5 - Burgers en stoommachines
19e eeuw
1800-1900

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
1. Je weet wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen

2. Je weet hoe en waardoor de productie toenam

3. Je weet wat er vanaf 1870 veranderde in de industrie

4. Je weet wat er veranderde in de samenleving


Onderwerp
De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 2 - Tekstslide

Meer productie
Het begint in Groot-Britannië. 
  • Stoommachine werd uitgevonden
  • Hiermee konden machines in beweging gezet worden
  • Die machines werden gebruik in de textielindustrie; veel sneller --> Meer produceren --> meer winst

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Begin industrialisatie
  • Industrialisatie begon in Groot Brittannië
  • Door de industrialisatie maakten de Britten veel exportproducten (producten voor andere landen)
  • Vanaf 1850 komt de industrialisatie op gang in Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Industriële samenleving
Machines namen het werk over op het platteland
  • Minder werk --> Boeren naar de stad om werk te zoeken in de fabrieken
  • Ook gingen steeds meer mensen werken in de Dienstensector
  • Samenleving waar de meeste mensen in de industrie of de dienstensector werken --> Industriële samenleving

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Veranderingen in de industrie
  • Vanaf 1870 versnelling industrialisatie.
  • Naast steenkool kwam er aardolie als energiebron.
  • Er ontstonden nieuwe industrieën, zoals de chemische industrie en de voedingsmiddelenindustrie.
  • Er werden nieuwe producten ontwikkeld, zoals kunstmest, margarine en de gloeilamp.

Slide 8 - Tekstslide

Bevolkingsgroei en urbanisatie
  • In de tijd van burgers en stoommachines grote bevolkingsgroei doordat er meer voedsel werd geproduceerd.
  • Veel mensen gingen in steden wonen, daar was werk in de fabrieken. Hierdoor breidden steden zich snel uit.

Slide 9 - Tekstslide

Liverpool omstreeks 1900

Slide 10 - Tekstslide

Rijke burgerij (bourgeoisie)
  • Meeste ondernemers kwamen uit de hoge burgerij
  • Ondernemers hadden grote fabrieken met veel arbeiders. Relatie tussen ondernemer en arbeiders onpersoonlijk
  • Het ging  in de 19e eeuw alleen om winst te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waar begon de industriële revolutie?
A
Verenigde Staten
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Groot Brittannië

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitvinding was de oorzaak van de industriële revolutie

Slide 14 - Open vraag

bourgeoisie
sector
industrie
industrialisatie
industriële revolutie
(hoge burgerij) groep van rijke burgers
deel van de economie, zoals de landbouwsector, industriesector en dienstensector
productie in fabrieken
uitbreiding van de industrie
ingrijpende verandering in de productiemethoden, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines

Slide 15 - Sleepvraag