5.5 spelling

Periode 4: overzicht
Onderdeel
Deadline
spreekopdracht
14 april 20.00uur (Classroom)
fictieopdracht
9 mei 20.00 uur
(Classroom)
laatste toets 
(LW: 6 / SG: 4)
toetsweek 4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Periode 4: overzicht
Onderdeel
Deadline
spreekopdracht
14 april 20.00uur (Classroom)
fictieopdracht
9 mei 20.00 uur
(Classroom)
laatste toets 
(LW: 6 / SG: 4)
toetsweek 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.5 spelling
- spellingcontrole in Word
- tussenletter
- dicteewoorden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Word' kan je helpen bij spelling. Welke fouten herkent 'Word' niet?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spellingcontrole in 'Word'

- verklaard vs verklaart


- lange afstandsloper vs langeafstandsloper


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Jip slaat Willem, terwijl Jan juist Willem .....
A
verdedigt
B
verdedigd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het dat dit ...
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Ben jij op reis of ben je hierheen .....
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling les van gisteren:
Welke spelfouten herkent 'Word' niet?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke tussenletters gebruiken we in het Nederlands bij samenstellingen?
Geef ook een voorbeeld.

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletter

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting + toevoeging
  • Tussen-s: schrijf hem als je hem hoort of als je die in vergelijkbare woorden hoort.  kwaliteitsslag / kwaliteitsbewaking

  •  Tussen-n: als het linkerdeel van de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft, dan schrijf je -n. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting + toevoeging
Uitzonderingen: het linkerdeel...
  • is geen zn --> spinnewiel
  • heeft geen meervoud --> tarwegras
  • heeft een meervoud op -s of meervoud op -s en -n --> gedachtesprong
  • heeft een versterkende functie als bn --> beregezellig
  • is uniek --> Koninginnedag
  • vormt een versteende samenstelling --> bruidegom

Slide 12 - Tekstslide

bruidegom

bruid 
gom = mens

gom wordt niet meer gebruikt als los. Men herkent het alleen als een woord: bruidegom. 
Schrijf de samenstelling juist op.
VEILIGHEID + SPELD

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je tussenletter EN
A
Je kunt het horen
B
Het eerste woord gaat over iets waar echt maar 1 van is
C
Het meervoud heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste woord heeft alleen een meervoud op EN

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft de samenstelling geen tussenletter -en?
keuzevrijheid
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletters
A
dwarstraat en hondeweer
B
dwarsstraat en hondeweer
C
dwarstraat en hondenweer
D
dwarsstraat en hondenweer

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tussenletter
A
rijstenpap en stekeblind
B
rijstenpap en stekenblind
C
rijstepap en stekenblind
D
rijstepap en stekeblind

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
- Herhaling spelling (Lesson-up)
- Uitleg whack-a-mole
- Zelfstandig werken 
1. opdrachten spelling
2. spreekopdracht
3. whack-a-mole (laatste 10 minuten)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les:
welke uitzonderingen op de -en regel zijn er bij samenstellingen?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting + toevoeging
  • Tussen-s: schrijf hem als je hem hoort of als je die in vergelijkbare woorden hoort.  kwaliteitsslag / kwaliteitsbewaking

  •  Tussen-n: als het linkerdeel van de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft, dan schrijf je -n. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting + toevoeging
Uitzonderingen: het linkerdeel...
  • is geen zn --> spinnewiel
  • heeft geen meervoud --> tarwegras
  • heeft een meervoud op -s of meervoud op -s en -n --> gedachtesprong
  • heeft een versterkende functie als bn --> beregezellig
  • is uniek --> Koninginnedag
  • vormt een versteende samenstelling --> bruidegom

Slide 22 - Tekstslide

bruidegom

bruid 
gom = mens

gom wordt niet meer gebruikt als los. Men herkent het alleen als een woord: bruidegom. 
Tussenletters
A
Zonnesteek
B
Zonnensteek

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletter -s?

najaar...storm
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tussenletter
A
reuzeleuk en Dorpsstraat
B
reuzenleuk en Dorpstraat
C
reuzenleuk en Dorpsstraat
D
reuzeleuk en Dorpstraat

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgt GEDACHTEKRONKEL geen tussenletter -n?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

dicteewoorden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is juist gespeld?
A
gurilla
B
ereader
C
notabene
D
medaillon

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is juist gespeld?

A
vacuum
B
gynacologie
C
schmink
D
sowiezo

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan in hoeverre je de lesstof tot nu toe begrijpt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies