Let op EV is een schuld van de onderneming aan de eigenaar. Als de onderneming stopt dan wordt het EV uitgekeerd aan de eigenaar.
Slide 10 - Tekstslide
investeringsbegroting
Opsomming van zaken die je moet aanschaffen om jouw bedrijf te starten
Wat je aanschaft zijn bezittingen: activa
Activa van De Kast (Activa = bezit)
handelsvoorraad
bestelauto
kassa-systeem
Slide 11 - Tekstslide
investeringsbegroting
Vlottende activa (is geld of hiermee maak je geld) < 1 jr
Binnen een jaar om te zetten in geld (cash, liquide activa)
Vaste activa (langer dan 1jr vast/mee )
Productiemiddelen, ze helpen de onderneming te voeren.
Blijft langer bij de onderneming
Slide 12 - Tekstslide
vlottende activa
Bezittingen waarin geld (€) niet langer dan 1 jaar wordt vastgezet: vlottende activa
Voorraad
Debiteuren
Nog te ontvangen bedragen (van niet klanten)
Vooruitbetaalde bedragen
Te vorderen BTW (niet per factuur naar fiscus maar 1 keer per maand of 1 keer per 3 maanden)
opdracht 45
Slide 13 - Tekstslide
liquide activa
geld in kas of op de bankrekening (vloeibaar geld)
(in de praktijk onderdeel vlottende activa, niet in havo examen helaas)
Maak opgave 46 (10 minuten)
Slide 14 - Tekstslide
financieringsbehoefte
Uit de investeringsbegroting volgt de financieringsbehoefte ofwel: hoeveel geld heb ik nodig.
Eigen geld = eigen vermogen
Geleend geld = vreemd vermogen
Zowel EV als VV wordt in de onderneming gestopt! Onderneming moet EV aan eigenaar betalen en VV aan schuldeisers
Slide 15 - Tekstslide
hoe lang heb je geld nodig?
eigen vermogen = permanent aanwezig, hiermee kun je vaste, vlottende en liquide activa financieren
Langlopend Vreemd vermogen (LLVV) = is ook een financieringsbron voor vaste, vlottende en liquide activa
KLVV = financieringsbron vlottende activa
Slide 16 - Tekstslide
aan de slag
Opgave 47
Slide 17 - Tekstslide
LLVV en KLVV
LLVV: hypothecaire lening, ondershandse lening KLVV: rekening-courant krediet (bij een bank, rood staan) Leverancierskrediet (handelsproduct is al geleverd maar nog niet betaald) Afnemerskrediet (product is al betaald maar nog niet geleverd aan klant) Te betalen BTW (moet je nog afdragen aan fiscus) Nog te betalen bedragen (drankjes op rekening) Vooruitontvangen bedragen (schuld aan betaler, je had er nog geen recht op)
Slide 18 - Tekstslide
aan de slag
Opgave 48
Opgave 49
Opgave 50
Slide 19 - Tekstslide
slot
huiswerk
opgave 54 (huiswerkcontrole) 3e keer niet: 9e uur di