2B par. 1.4 Kom je uit met je geld

1.4 kom je uit met je geld
Paragraaf 1.3 af?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.4 kom je uit met je geld
Paragraaf 1.3 af?

Slide 1 - Tekstslide

Gemiddelde berekenen

Slide 2 - Tekstslide

1.3 Sta je sterk als consument?
Terugblik:
Wetten die de consument helpen:
  • recht op: deugdelijk product
  • warenwet: product mag niet schadelijk zijn voor je gezondheid (-> controle door NVWA)

Deugdelijk product:
Een product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat

Slide 3 - Tekstslide

1.3 Sta je sterk als consument? 
Terugblik:
Garantie:
  • de zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is.
  • binnen EU: minimaal 2 jaar garantie op elektronische apparaten
  • let op: niet voor normale slijtage of fouten van jezelf!

Slide 4 - Tekstslide

1.4 Kom je uit met je geld? 
Lesdoelen:
  • Ik kan aangeven welke soorten inkomens er zijn
  • Ik kan omrekenen van week naar maand en andersom

Slide 5 - Tekstslide

Welke soorten inkomens ken je?

Slide 6 - Woordweb

1.4 Kom je uit met je geld? 
Soorten inkomens:

  1. Loon of salaris (-> als je werkt)
  2. Winst (-> als je een eigen bedrijf hebt)
  3. Uitkering (-> als je arbeidsongeschikt of werkloos bent)
  4. Zakgeld ( ->krijg je meestal van je ouders )
inkomen:
geld dat je als persoon of als gezin ontvangt

Slide 7 - Tekstslide




1 jaar heeft ........... maanden

1 jaar heeft ........... weken



Slide 8 - Tekstslide

1.4 Kom je uit met je geld? 
Stel:


  • Je krijgt € 5 zakgeld per week
  • Hoeveel krijg je dan per maand (reken maar even uit...)

Slide 9 - Tekstslide

Rekenregel bij omrekenen week  -> jaar -> maand:

ALTIJD EERST OMREKENEN NAAR PER JAAR!!!!!

  • € 5 per week
  • € 5 x 52 = € 260 per jaar
  • € 260 : 12 = € 21,67 per maand


Slide 10 - Tekstslide

€ 17,50 per week is hoeveel per maand?

Slide 11 - Open vraag

Van welk soort inkomen weet je
van te voren niet hoeveel het is?
A
loon
B
winst
C
salaris
D
uitkering

Slide 12 - Quizvraag

Begroting
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten, want je wilt geen geld tekort komen.

Slide 13 - Tekstslide

Zelf maken
1. Samen maken: opdracht 58 - 59 - 60
2. Maken op blz. 26 opdracht 52 tot 57

Klaar? 

2. Herhalingsopdrachten paragraaf 1.4


                                                    

Slide 14 - Tekstslide

1.4 kom je uit met je geld? (vervolg)

Lesdoelen:
  • Soorten uitgaven kennen
  • Wat is geld reserveren

Slide 15 - Tekstslide

Terugblik
Soorten inkomens?
Begroting
Week naar maand:
..x52:12

Slide 16 - Tekstslide

Geld dat je ontvangt van de overheid zonder dat je er iets voor doet
A
loon
B
salaris
C
kleedgeld
D
uitkering

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 18 - Quizvraag

3 soorten uitgaven:
Waaraan geef je je geld uit???
Soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
de alledaagse uitgaven voor je huishouden. (dagelijkse uitgaven)
  • vaste lasten
de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

  • incidentele uitgaven
meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

Slide 19 - Tekstslide

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen

Slide 20 - Sleepvraag

120 euro per week = ......euro per maand
396 per maand = ..... euro per week
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag


1. Afmaken opdracht 52 t/m 57 op blz. 26 + 27
1. Maken opdracht 63 tot 65 op blz. 30

2. Maken Oefentoets op blz. 38 + 39
                                                
                                                                 Rood = Stil
                                                                 Oranje = Fluisteren

Slide 22 - Tekstslide

Oefen les 
Magister > leermiddelen > Pincode
Oefentoets maken  > Dit door mij laten nakijken.
rekenopdrachten.

Slide 23 - Tekstslide