Imperatief

Imperatief
Begrijp jij er iets van?
??
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Imperatief
Begrijp jij er iets van?
??

Slide 1 - Tekstslide

Bedenk een opdracht voor iemand.
Voorbeeld: 'Maak je IPad dicht.'
Think of an assignment for someone.
Example: 'Close your iPad.'

Slide 2 - Woordweb

Gebruik de ik-vorm
 
     Ga             naar huis                                    !        (gaan)
     Drink        je melk                                        !        (drinken)
     Doe          de deur             dicht                !       (dichtdoen)
     Eet            je boterham    op                    !        (opeten)
     Maak        de oefening    af                      !       (afmaken)



ww
 werkwoord          iets / tijd / plaats
deel van ww
2
!
 dl 
ww

Slide 3 - Tekstslide

Zet de volgende zinnen in de imperatief. 
Tip: Gebruik de ik-vorm en 1 werkwoord aan het begin.
voorbeelden:
Je moet de deur dichtdoen. 

            Doe de deur dicht.
Je moet naar je bed gaan.

          
Ga naar je bed.
(scheidbaar werkwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Je moet je kamer opruimen.
A
Moet opruimen je je kamer!
B
Ruim op je kamer moet!
C
Ruim je kamer op!
D
Moet je je kamer opruimen?

Slide 5 - Quizvraag

Jullie moeten naar je docent luisteren.
A
Luister naar je docent!
B
Moeten jullie luisteren.
C
Je docent moeten jullie naar luisteren.
D
Luisteren naar je docent!

Slide 6 - Quizvraag

Je moet je best doen.
A
Moet je best doen.
B
Doe je best!
C
Doen je best!
D
Moet je je best doen!

Slide 7 - Quizvraag

Je moet op mij wachten.
A
Moet je op mij wachten
B
Wacht jij op mij.
C
Wachten!
D
Wacht op mij!

Slide 8 - Quizvraag

Jullie moeten afrekenen.
A
Reken af!
B
Afrekenen jullie!
C
Jullie rekenen af!
D
Moeten afrekenen!

Slide 9 - Quizvraag

Bij de volgende slides moet je zelf het antwoord opschrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Je moet een pleister op je wond plakken.

Slide 11 - Open vraag

Jullie moeten nu de ambulance bellen!

Slide 12 - Open vraag

Jullie moeten regelmatig met jullie woordenschat oefenen.

Slide 13 - Open vraag

Je moet nu naar bed gaan!.

Slide 14 - Open vraag

Je moet je woorden leren!

Slide 15 - Open vraag

Je kan het ook iets vriendelijker zeggen.
Gebruik het woordje "even" of "maar".

Drink je thee!
Drink maar je thee (maar)!
Drink even je thee!
Drink maar even je thee!


Slide 16 - Tekstslide

Vind je zinnen met gebiedende wijs
nog moeilijk?
Ja, ik vind het nog moeilijk.
Nee, ik vind het makkelijk.

Slide 17 - Poll

Jullie hebben weer prima gewerkt!!!

Slide 18 - Tekstslide