Module 2. Les 9: Cybercriminaliteit

CYBERCRIMINALITEIT
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DigiskillsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

CYBERCRIMINALITEIT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les.. 
  • leer ik meer over cybercriminaliteit 
  • bespreken we verschillende soorten cybercrime zoals phishing en Whatsapp fraude 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld
met cybercriminaliteit?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Met cybercriminaliteit bedoelen we alle criminaliteit met een ICT-middel gericht op een ander ICT-middel.
  • Een ICT-middel is bijvoorbeeld een telefoon, een computer of een tablet. 
  • Een voorbeeld is Whatsapp- of Tikkie fraude. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er bij Whatsapp fraude?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Whatsapp fraude...
versturen oplichters valse berichten die door vrienden of familie verstuurd lijken te zijn en waarin gevraagd wordt om met spoed geld voor te schieten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van
cybercriminaliteit
kun je nog meer
bedenken?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ben, of ken jij iemand die weleens is opgelicht op het internet? Wat gebeurde er?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld
met phishing?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bij phishing...
‘vissen’ criminelen naar je gegevens, met die informatie plegen ze fraude met internetbankieren, creditcards, of je identiteit.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij hier op klikken?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je
phishing?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Door goed te lezen kun je gekke dingen herkennen.
  • Let op spelfouten.
  • Phishing-berichten beginnen vaak onpersoonlijk.
  • Je moet vaak “SNEL” iets doen.
  • Je moet vaak ergens op klikken of iets downloaden.
  • Er staan verdachte zinnen in.
  • Het is een gek e-mail adres of een e-mail adres met spelfouten. 
  • Bedrijven gebruiken NOOIT een @hotmail.com, @gmail.com, @outlook.com of @msn.com
  • Er worden link verkorters gebruikt zoals T.co, bit.ly en Goo.gl.
  • Er staat: “Klik hier om in te loggen” - Doe dit nooit. Hackers maken websites na. Ga zelf naar de juiste URL en log zo in. 
  • Er staan rare woorden in de linkjes.
  • Spreken ze, of gebruiken ze, een andere taal?
  • Door een buitenlands telefoonnummer dat wordt gebruikt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn een aantal zinnen die verdacht zijn, die hackers vaak gebruiken. Welke kennen jullie?

Slide 15 - Open vraag

Mogelijke antwoorden: 
We zijn bezig met een veiligheidsupdate, controleer je gegevens
Ik werk bij de bank, mag ik je gegevens controleren?
Je hebt een prijs gewonnen
Je rekening is geblokkeerd
De instellingen voor jouw internetbankieren staan niet goed
Je krijgt een erfenis van een oom die je niet kent
Maak geld over en verdien zo nog meer geld
Stuur dit bericht door naar zoveel mogelijk mensen
De postbode heeft geprobeerd een pakje te bezorgen, maar er was niemand thuis

3

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:25
Wat zijn drie veelvoorkomende vormen van cybercrime die worden genoemd?

Slide 17 - Open vraag

Juiste antwoornd: DDoS-aanvallen, ransomware, phishing. 

Weten de leerlingen wat dit betekent? Zo niet, open een link en zoek het klassikaal op. 

Bij DDoS- aanvallen worden er ontzettend veel verzoeken naar websites verstuurd waardoor deze onbereikbaar wordt voor gebruikers. Vergelijk het met een enorme file, maar dan digitaal. Dit kan webshops of organisaties veel geld kosten. 

Ransomware installeert een programma op je computer die ervoor zorgt dat je niet meer bij je bestanden kunt zonder losgeld te betalen aan cybercriminelen. Dit wordt bijvoorbeeld geïnstalleerd als je op een verkeerde link van een cybercrimineel klikt. Je computer verandert in een soort kluis waar alleen de hacker die achter de ransomware zit bij kan. Pas wanneer er wordt betaald, geven de cybercriminelen de bestanden weer vrij. Dit gebeurt ook vaak bij bedrijven. Omgerekend gaat het vaak om duizenden en soms zelfs miljoenen euro’s.

Phishing is een manier waarop de criminelen jou op zo'n linkje laten klikken. Ze sturen mailtjes, smsjes of whatsappjes waarin ze zich als iemand anders voordoen. Bij phishing ‘vissen’ criminelen naar je gegevens, met die informatie plegen ze fraude met internetbankieren, creditcards, of je identiteit.
03:59
Welke drie tips zijn er gegeven om cybercrime te voorkomen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:43
Hoe heet het nummer waaraan je elke computergebruiker kunt herkennen?
A
Serienummer
B
Identiteitsnummer
C
IP-adres

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cybercrime is minder ernstig dan andere soorten criminaliteit. 
Stelling:

Slide 20 - Tekstslide

Bespreek de stelling met de leerlingen. Als er genoeg tijd over is kun je er hier ook voor kiezen om de klas in twee delen: het ene deel is voor, en het andere deel tegen. 

Laat leerlingen in duo’s argumenten bedenken. Laat vervolgens de discussie van start gaan. 

Cybercrime is minstens zo erg als andere soorten criminaliteit, ook al wordt het doorgaans onderschat. Doel van de discussie is om leerlingen te laten nadenken over de gevolgen van cybercrime. 

Voorbeelden argumenten: 
Voor: 
-er zit geen fysieke kant aan (je kunt bijvoorbeeld niet in elkaar geslagen worden) 

Tegen: 
-door een cybercrime als sextortion kan een afbeelding wijdverspreid worden over het internet
-je hebt minder zicht op wie de dader is bij cybercrime 

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 21 - Open vraag

Vraag leerlingen wat voor hen de allerbelangrijkste tip is uit deze les. Wat is de boodschap die ze aan vrienden en familieleden kunnen meegeven? 


In deze les.. 
  • heb jij meer geleerd over cybercriminaliteit 
  • hebben we verschillende soorten cybercrime besproken zoals phishing en WhatsApp fraude

Slide 22 - Tekstslide

Vat gezamenlijk de hoofdpunten uit de les samen. Bespreek met leerlingen of ze dingen anders zullen gaan doen naar aanleiding van deze les.