Onderzoeks- of ontwerpvoorstel deel 1

Onderzoeks- of ontwerpvoorstel  

E-Learning
Deel 1: Onderzoeksopzet 
(Plan van aanpak)
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProfielwerkstukMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Onderzoeks- of ontwerpvoorstel  

E-Learning
Deel 1: Onderzoeksopzet 
(Plan van aanpak)

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Welkom bij deel 1 van de e-learning “Onderzoeks- of ontwerpvoorstel” waarin je praktische handvatten en tips krijgt voor het maken van een onderzoeksvoorstel en een plan van aanpak horend bij een onderzoeksopdracht. 

Let op! Het onderzoeksvoorstel is meer dan alleen het plan van aanpak. Het plan van aanpak is wél een onderdeel van het onderzoeksvoorstel. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning:
  • Kan je zelfstandig een plan van aanpak maken  
  • Weet je waar je moet beginnen bij het doen van onderzoek  
  • Kan je een planning maken voor het doen van onderzoek  
  • Weet je wat je allemaal in een onderzoeksvoorstel moet zetten 





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video



Een onderzoeksvoorstel kan je maken nadat je bedacht hebt waar jij je onderzoek naar gaat doen, je verdiept hebt in het onderwerp en een onderzoeksvraag en plan van aanpak hebt opgesteld. In een onderzoeksvoorstel beschrijf je allereerst de vraag- of probleemstelling en de aanleiding van je onderzoek. Ook bespreek je hierin de relevantie van het onderzoek.

Hierna volgt het literatuuronderzoek voor het theoretische kader, waarin de huidige stand van zaken over de wetenschap over het vakgebied van jouw onderzoek wordt vermeld. Vervolgens kan de onderzoeksvraag en de bijbehorende deelvragen worden geïntroduceerd.  Daarna wordt beschreven hoe je het onderzoek gaat uitvoeren, of te wel, je plan van aanpak.
Inhoud van een onderzoeksvoorstel
Tip!
Kijk eerst naar de e-learning ‘Onderzoeksvraag’ wanneer je nog geen onderzoeksvraag hebt opgesteld voor je onderzoek  

Slide 6 - Tekstslide

Het onderzoeksvoorstel bestaat dus uit de volgende onderdelen:

  • Introductie met verwondering, aanleiding en relevantie
  • Literatuuronderzoek/theoretisch kader/status questionis  
  • Onderzoeksvraag (valide, haalbaar en realistisch)
  • Onderzoeksopzet voor verzamelen en verwerken 

Het onderzoeksvoorstel maak je nadat je stap 3 in de onderzoekscyclus hebt volbracht. De onderdelen uit het onderzoeksvoorstel worden stap voor stap besproken in deze e-learning, inclusief stap 3 van de onderzoekscyclus. 

Slide 7 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Sleepvraag!
Uit welke stap uit de onderzoekscyclus komt de informatie voor de verschillende onderdelen in het onderzoeksvoorstel? Sleep het onderdeel uit het onderzoeksvoorstel naar de bijbehorende stap uit de onderzoekscyclus
Test jezelf!

Slide 8 - Tekstslide

Weet je de stappen niet meer? Ga dan even terug naar de e-learning over de onderzoeks- en ontwerpcyclus
Stap 1: Verwonderen
Stap 2: Verkennen
Stap 3: Plan van aanpak
Introductie onderwerp
Aanleiding
Verwondering
Literatuuronderzoek/
theoretisch kade
Relevantie
Onderzoeksvraag
Onderzoeksopzet

Slide 9 - Sleepvraag

Introductie
In de introductie van een onderzoeksvoorstel wordt besproken waarom dit onderzoek is gestart. Daarbij moet je denken aan de verwondering die vooraf aan het onderzoek heeft plaatsgevonden en daarbij de aanleiding van het start van het onderzoek. Wat daarnaast wordt besproken in de introductie is de relevantie van het onderzoek. Bedenk of het onderzoek dat je gaat uitvoeren van maatschappelijk belang is en wat dat belang is. 

Slide 10 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Wel of niet?  
In de volgende slides krijg je drie onderzoeksvragen te zien. Bepaal van deze vragen of het van maatschappelijk belang is dat ze worden onderzocht! 
Test jezelf!

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel zandkorrels liggen er op het strand van Scheveningen?
A
Wel van maatschappelijk belang
B
Niet van maatschappelijk belang

Slide 12 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Het is geen wereldprobleem dat het onbekend is wat de hoeveelheid zandkorrels is dat op het strand van Scheveningen ligt. Daarnaast is er ook geen reden waarom je hierachter zou willen komen. Het is goed te herkennen dat deze vraag voornamelijk in het kader van verwondering is ontstaan en niet in de ogen van het maatschappelijke belang.
Toelichting

Slide 13 - Tekstslide

In hoeverre vinden jongeren tussen de 12 en 18 jaar dat met behulp van miracle fruities die bittere smaak van paracetamols gemaskeerd kan worden?
A
Wel van maatschappelijk belang
B
Niet van maatschappelijk belang

Slide 14 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Het is geen maatschappelijk probleem dat jongeren geen paracetomols kunnen innemen omdat de smaak zo ontzettend vies is. Er is hier bijvoorbeeld al een oplossing voor; een zetpil. Daarnaast zijn er ook tal van andere soorten pijnstillers die gebruikt kunnen worden in plaats van een paracetemol. 
Toelichting

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kunnen jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Nederland worden gestimuleerd om minder wegwerpplastic te gebruiken?
A
Wel van maatschappelijk belang
B
Niet van maatschappelijk belang

Slide 16 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Het ontstaan van plastic soep in de oceanen is een steeds groter wordend probleem. Een groot deel van deze plastic bestaat uit wegwerpplastic. Het is daarom van groot belang dat er veel minder wegwerpplastic wordt gebruikt om dit probleem te verkleinen.  Hiermee is te aan te tonen dat het stimuleren van een jonge doelgroep voor het gebruik van minder wegwerpplastic het probleem in de toekomst niet verder zal uitbreiden en dus is dit onderzoek van maatschappelijk belang.
Toelichting

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

In het theoretisch kader wordt het onderwerp van het onderzoek geïntroduceerd. Dit betekent dat termen en technieken van het onderzoek worden ingeleid en uitgelegd. Het niveau van het theoretisch kader is dus zo dat voor iedereen die zich nog niet in het onderzoek heeft verdiept het te begrijpen is. De structuur van een theoretisch kader is dat zo je het onderwerp steeds meer afbakent naar het onderwerp van het onderzoek. 
Weetje!
Het theoretische kader wordt ook wel status questionis genoemd. Dit is een Latijnse vertaling van de stand van het onderzoek. Hiermee wordt bedoeld wat de stand van zaken is over een bepaald vakgebied in de wetenschap en dus wat er al bekend is over dit onderwerp
Tip!
In het theoretische kader maak je veel gebruik van bronnen omdat je informatie opzoekt over eerder gedaan onderzoek en bestaande modellen en theoriën. Daarom is het van belang dat je meteen ook je bronvermelding op orde stelt! Check de e-learning ‘Bronvermelding’ voor tips en tricks over hoe je dit moet doen. 

Slide 19 - Tekstslide

Druk op de onderstaande link voor een voorbeeld van een goed theoretisch kader. Dit is het PWS ‘Mag het af en toe een beetje minder?!’ van Jaëlle Mourik en Sifra Kooy van het GSR uit Rotterdam over perfectionisme. In 2021 wonnen ze hiermee de derde prijs van de KNAW onderwijsprijs. Het theoretisch kader is te lezen op bladzijde 6-11. 


Klik op de hotspot links voor een toelichting op dit theoretisch kader!






Toelichting!
In het theoretische kader van dit PWS is goed te lezen wat er in de wetenschap momenteel bekend is over perfectionisme. Ook geeft het theoretische kader een goede inkadering van het onderzoek. De gegeven informatie begint namelijk erg breed en algemeen, maar uiteindelijk gaat het over de inhoud van het onderzoek van de auteurs. 
Voorbeeld

Slide 20 - Tekstslide

Onderzoeksvraag en deelvragen
Naast de aanleiding, de relevantie en de theorie van het onderzoek is het ook van belang om in de onderzoeksopzet te vertellen wat je daadwerkelijk gaat onderzoeken met behulp van de onderzoeksvraag die is gesteld. In dit stuk is het ook belangrijk om te verwijzen naar deelvragen die je hebt gemaakt om in stapjes de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.  

Wanneer je dit doet heb je namelijk voor jezelf een duidelijk overzicht over de verschillende vragen die je in je onderzoek gaat proberen te beantwoorden om zo een antwoord op je hoofdvraag te maken. Voor de planning in het plan van aanpak, waar verderop in deze e-learning op in wordt gegaan is het fijn om de vragen alvast op een rijtje te hebben. De deelvragen in dit overzicht delen de complexe hoofdvraag op en zijn zo makkelijker om te beantwoorden dan de hoofdvraag.
Tip!
Kijk ook nog eens terug naar de e-learning ‘onderzoeksvraag’ wanneer je vastloopt bij het verzinnen van de onderzoeksvraag.

Slide 21 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Hoofdvragen en deelvragen
Beantwoord in de volgende slides eerst de twee meerkeuzevragen om de juiste hoofdvraag te bepalen. Bepaal vervolgens wat de juiste deelvragen zijn die horen bij deze hoofdvraag. 

Let op! Er blijven twee deelvragen over.
Test jezelf!

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de hoofdvraag?
A
Wat houdt een taakstraf in?
B
Wat is de invloed van HALT-straffen op gestrafte jongeren?
C
Hoeveel jongeren worden per jaar bestraft met een HALT straf?
D
Wanneer wordt een jongeren bestraft?

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de hoofdvraag?
A
Hoeveel jongeren belanden er per jaar in de jeugdgevangenis?
B
Wanneer komt er een volwassenen in Nederland in de gevangenis?
C
Hoe lang kan je in de jeugdgevangenis zitten?
D
Wat is de invloed van de jeugdgevangenis of jongeren die daar terecht komen?

Slide 24 - Quizvraag

Sleep de deelvragen naar de juiste hoofdvraag. Let op, er blijven twee deelvragen over!
Wat is de invloed van HALT-straffen op gestrafte jongeren?
Wat is de invloed van de jeugdgevangenis of jongeren die daar terecht komen?
Wanneer komt er een volwassenen in Nederland in de gevangenis?
Wanneer wordt een jongeren bestraft?
Hoeveel jongeren belanden er per jaar in de jeugdgevangenis?
Wat zijn HALT-straffen?
Hoe lang kan je in de jeugdgevangenis zitten?
 Hoeveel jongeren worden per jaar bestraft met een HALT straf?
Wat houdt een taakstraf in?
Wanneer komt een jongere terecht in een jeugdgevangenis?

Slide 25 - Sleepvraag



Een erg belangrijk deel van het onderzoeksvoorstel is het plan van aanpak. Deze maak je in stap 3 van de onderzoekscyclus en voeg je daarna toe aan je onderzoeksvoorstel. In je plan van aanpak vertel je hoe je exact je onderzoek gaat uitvoeren, vandaar dat het ook wel je onderzoeksopzet wordt genoemd. Je spreekt in dit deel van het onderzoeksvoorstel dus uit hoe je van plan bent om een antwoord op je onderzoeksvraag te verkrijgen. Er zijn namelijk ontzettend veel manieren waarop je een antwoord kan vinden, denk bijvoorbeeld aan literatuuronderzoek of juist door het versturen van enquêtes, maar ook het doen van een experiment kan je heel veel informatie geven. Het is daarnaast ook mogelijk om een combinatie te maken van de verschillende typen onderzoek. 
Plan van aanpak (onderzoeksopzet)

Slide 26 - Tekstslide



Het is vooral belangrijk dat je goed uitwerkt hoe je dit exact gaat uitvoeren. Er zijn een heel aantal dingen namelijk waar je over moet nadenken. De volgende vragen moet je jezelf stellen wanneer je een plan van aanpak maakt: 

  • Wat is de meest nauwkeurige manier om gegevens te verzamelen om de onderzoeksvraag te beantwoorden?
  • Wat is de meest betrouwbare manier om gegevens te verzamelen om de onderzoeksvraag te beantwoorden   
  • Wat is de meest valide manier om gegevens te verzamelen om de onderzoeksvraag te beantwoorden  
  •  Welke methodes en technieken passen daarbij?
  • Wat is haalbaar en realistisch met de beschikbare tijd en middelen?
  • Hoe ben je van plan om je gegevens te kunnen verzamelen

Door een plan van aanpak te maken kan je checken of hetgeen dat jij in je hoofd hebt realistisch en uitvoerbaar is, maar ook of het wel de juiste manier is om achter de gegevens te komen die jij wil weten.  

 
Plan van aanpak (onderzoeksopzet)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Test jezelf!
 Wat voor soort onderzoek je uit gaat voeren is voor een groot deel afhankelijk van de onderzoeksvraag die je hebt opgesteld. Bepaal voor elke onderzoeksvraag welk type onderzoek er het beste bij past. 

Slide 29 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Soort onderzoek 
Wat voor soort onderzoek je uit gaat voeren is voor een groot deel afhankelijk van de onderzoeksvraag die je hebt opgesteld. In de volgende slides krijg je vier onderzoeksvragen te zien waarvan jij moet bepalen wat voor soort onderzoek hier het beste bij past. 
Test jezelf!

Slide 30 - Tekstslide

Waarom is de inflatie in Nederland tussen 2000 en 2009 zo snel gestegen?
A
Experiment
B
Enquête
C
Literatuuronderzoek
D
Observeren

Slide 31 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Het onderzoek dat hier het beste bij past is literatuuronderzoek. In de onderzoeksvraag is namelijk duidelijk te zien dat het gaat om een gebeurtenis die zich in het verleden heeft afgespeeld, daarom zal het beste gegevens kunnen vinden in al bestaande bronnen. 
Toelichting

Slide 32 - Tekstslide

Hoe veel verschillende vogels vestigen zich tegenwoordig in het broedseizoen op de Hoge Veluwen?
A
Experiment
B
Enquête
C
Literatuuronderzoek
D
Observeren

Slide 33 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Bij deze vraag is een heel goed voorbeeld van een onderzoek dat je uit kan voeren door te observeren. In de onderzoeksvraag wordt er namelijk naar een aantal gevraagd, de gegevens kan je dus goed verzamelen door te tellen. Bij het doen van literatuuronderzoek zal je waarschijnlijk ook ver komen, echter heb je daarbij wel de mogelijkheid dat het de bronnen niet up to date zijn en je daarom gaat werken met achterhaalde informatie. 
Toelichting

Slide 34 - Tekstslide

Met welke vloeistof kan je ervoor zorgen dat een Flowflex snelle test op SCARS-CoV-2-antigeen vals negatief wordt?
A
Experiment
B
Enquête
C
Literatuuronderzoek
D
Observeren

Slide 35 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Dit is een perfecte vraag voor het uitvoeren van een experiment. Je kan bij deze vraag er namelijk zelf uit komen wat voor soort invloed verschillende vloeistoffen op een zelftest hebben. Je zou bij deze vraag wel eerst literatuuronderzoek moeten doen over wat er al bekend is over vals negatieve zelftesten, maar op deze uitkomsten zal je wel bijvoorbeeld je variabelen kunnen aanpassen 
Toelichting

Slide 36 - Tekstslide

Met welke vloeistof kan je ervoor zorgen dat een Flowflex snelle test op SCARS-CoV-2-antigeen vals negatief wordt?
A
Experiment
B
Enquête
C
Literatuuronderzoek
D
Observeren

Slide 37 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
In deze vraag wordt er echt gekeken naar een mening van de doelgroep. Daarom is het een logische keuze om bij deze vraag voor een enquête te gaan. 
Toelichting

Slide 38 - Tekstslide

Samenvattend
Je ziet dus dat de onderzoeksvraag die je hebt opgesteld al van grote invloed is op het soort onderzoek dat je gaat uitvoeren. Ook zie je dat er niet altijd maar één mogelijkheid is waarop jij je gegevens kan verkrijgen, maar dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden! Het is wel goed om te blijven bedenken welke manier nou het meest haalbaar is met het materiaal, de methodes en de tijd die jij voor handen hebt.

Slide 39 - Tekstslide

Test Jezelf!
Stap 2: verkennen
12 uur
Stap 1: Verwonderen
3 uur
Stel jij maakt een PWS over de invloed van kleur in een reclame op het koopgedrag van een consument. Je wil dit onderzoeken met behulp van een experiment. Hier dien je 80 uur aan tijd aan te besteden. Bedenk hoeveel tijd jij aan elk van de stappen van de onderzoekscyclus denkt te besteden. 

Klik op de stappen voor een voorbeeld van de tijdsindeling! 

Stap 3: plan van aanpak
9 uur
Stap 4: uitvoeren
25 uur
Stap 5: concluderen
20 uur
Stap 6: presenteren
11 uur
Let op!
 Dit is ons voorstel, maar iedereen heeft natuurlijk zijn eigen tempo. Wel is het belangrijk om van te voren na te gaan dat sommige onderdelen in je onderzoek veel meer aandacht nodig hebben dan andere delen. Het is niet in verhouding wanneer jij een de helft van je tijd hebt besteed aan het schrijven van een hele goede inleiding, maar dat je onderzoek vervolgens helemaal is afgeraffeld. 

Slide 40 - Tekstslide

Afsluiting
Goed gedaan! Je bent nu aan het einde van de e-learning Onderzoeks- of ontwerpvoorstel (Plan van aanpak): deel 1’. 

Als het goed is:
  • Weet je uit welke onderdelen een onderzoeksopzet bestaat  
  • Begrijp je waar je moet beginnen bij het doen van onderzoek  
  • Kan je een planning maken voor de uitvoering van het onderzoek
  • Kan je zelfstandig een plan van aanpak maken 

Slide 41 - Tekstslide

Klik op het symbool hieronder om terug te gaan naar de skills academy pagina.
Klik op het symbool hieronder om naar de volgende onderzoeks- & ontwerpcyclus les te gaan!

Slide 42 - Tekstslide

Bedankt!
Hartelijk bedankt voor het volgen van deze les en heel veel succes met jouw onderzoeksopdracht!

Slide 43 - Tekstslide