Bijzondere ondersteuningsmethodieken

Bijzondere ondersteuningsmethodieken
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
profiel gehandicaptenzorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijzondere ondersteuningsmethodieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Opfrissen kennis
  • Begrippen verduidelijken
  1. Benutten van ontwikkelingsmogelijkheden
  2. Indeling methodieken
  3. gericht op kwaliteit van leven
  4. gericht op vaardigheid
  5. Gedragsveranderend
  6. therapeutisch

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een begeleidingsmethodiek?
A
een manier van begeleiden in de praktijk die getest en geprobeerd is en werkt
B
verzameling methodes, procedures en richtlijnen die gevolgd worden om tot een bepaald resultaat te komen.
C
een voorschrift, soort van protocol hoe je moet werken om gedragsproblemen op te lossen
D
een methodiek is hetzelfde als een begeleidingsstijl waarbij de client instructies krijgt om iets aan te leren

Slide 3 - Quizvraag

Methodieken bestaan niet uit één wijze van doen (zoals een methode), maar zijn een combinatie van verschillende wijzen. Vaak worden methode en methodiek met elkaar verward. Een methode is echter een opzichzelfstaand onderdeel van een methodiek. De grens tussen methoden en methodieken is soms moeilijk te trekken, aangezien geen enkele methode volledig uit de lucht gegrepen - dus op volledig opzichzelfstaand - is. Methoden zijn, net als methodieken, ook theoretisch onderbouwd. Of een bepaalde aanpak een methode of een methodiek is, hangt daarom grotendeels af van de context en de manier waarop de gebruiker er zelf naar kijkt. Methodieken komen vaak tot stand door het ontstaan van bepaalde problemen door een te eenzijdige benadering. 
Begeleidingsmethodiek
Geheel van op theorieën gebaseerde begeleidingsmethoden die
worden gebruikt om een doel te bereiken.
De methodiek bestaat uit handelingsrichtlijnen, praktische
handvatten, etc.
 
Begeleidingsstijl
Manier van begeleiden, gericht op de mate van sturing
 
Begeleidingstechniek
Kennis, vaardigheid en hulpmiddelen die je inzet in de begeleiding
 om een doel te bereiken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingstechniek
Motiveren
Stimuleren
Activeren
Technieken kunnen onderdeel zijn van een methodiek, zoals gedragsmodificatie:
Straffen- Belonen- Negeren
Andere technieken zijn:
Structuur bieden
Nabijheid bieden
Time-out
Terughalen naar de werkelijkheid


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke
begeleidingsmethodieken
ken je?

Slide 6 - Woordweb

Validation (dementie, vergevorderd stadium)
ROB (dementie, vroeg stadium)
Vlaskamp (ernstig verstandelijk beperkt)
Active Support (licht en matig verstandelijk beperkt)
Triple C (gehandicaptenzorg, ASVZ)
Methode Urlings (ernstig verstandelijk beperkt)
Reminiscentie (dementie)
Gentle Teaching (dementie, gehandicaptenzorg)
EIM (licht en matig verstandelijk beperkt)
Totale Communicatie (ernstig meervoudig beperkt)
Herstelondersteunende zorg (psychiatrie)
Empowerment (psychiatrie, gehandicaptenzorg)
Rehabilitatie (psychiatrie)

Belangrijk
Vaak is het zo dat je organisatie of je specifieke locatie werkt met een bepaalde methodiek. Het ligt dan voor de hand of er wordt dan van je verwacht dat je hiermee werkt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsstijlen
   Traditionele indeling:
                                          Autocratisch
                                          Democratisch
                                          Laissez-faire
Andere indeling:
Instrueren (onbekwaam, ongemotiveerd/onzeker)
Overleggen (bekwaam, ongemotiveerd/onzeker)
Overtuigen (onbekwaam, gemotiveerd)
Delegeren (bekwaam, gemotiveerd)


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watis een voorbeeld van een ontwikkelingsgebonden behoefte
A
een situatie zoals echtscheiding of overlijden van iemand
B
rust, voeding en respect
C
een speen, een baby heeft een andere behoefte dan een peuter
D
het omgaan met een ziekte

Slide 9 - Quizvraag

situationele behoefte
een situatie zoals echtscheiding, ziek zijn of overlijden van iemand

rust voeding en respect zijn voorbeelden van: basisbehoeften
Welk antwoord hoort bij deze vraag:
Begeleiden wil zeggen dat je het probleem van de cliënt oplost en haar of hem zoveel mogelijk helpt het zelf te doen.
A
dit is democratisch begeleiden
B
dit is ondersteunend begeleiden
C
dit is ontwikkelingsgericht begeleiden
D
Wat is begeleiden?

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Lichamelijke behoefte
2. Behoefte aan veiligheid en zekerheid.
3. Behoefte aan sociale contacten.
4. Behoefte aan waardering en erkenning.
5 Zelfontplooiing.
Als je het eerst niet hebt bereikt kom je ook niet bij de volgende.
A
Dit zijn de :Stappen van de piramide van Maslow
B
Dit is: coachen
C
Dit is: participerend begeleiden
D
Dit zijn de: Stappen uit de methodische cyclus PDCA

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. beginsituatie vaststellen
2. probleem of (zorg)behoefte formuleren ( pes)
3. Doel formuleren
4.een plan maken en uitvoeren ( 5 w's)
5. evalueren en bijstellen
A
Deze stappen noemt men de: Situationele cyclus
B
Dit zijn stappen uit de: Zorgcyclus
C
Dit zijn stappen van: Methodische cyclus
D
DIt zijn stappen uit de: Begeleidingscyclus

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een autocratische begeleider:
A
is gericht op het welbevinden en motivatie van de client, kenmerkend is het overleggen en afstemmen met de client
B
geeft de client veel eigen inbreng en is gericht op het zelf laten uitzoeken door de client
C
de begeleidingsstijl is een mix van alle gegeven antwoorden omdat er nooit een vaste begeleidingsstijl betaat
D
bepaalt het begeleidingsplan, zorgt voor de uitvoering en verwacht dat de client datgene doet wat hem opgedragen wordt

Slide 13 - Quizvraag

democratische begeleidingsstijl
is gericht op het welbevinden en motivatie van de client, kenmerkend is het overleggen
laissez-faire begeleidingsstijl
geeft de client veel eigen inbreng en in gericht op het zelf laten uitzoeken door de client
Verdeling ondersteuningsmethodieken
  1. Ontwikkelingsstimuleringsmethodieken (zintuigstimulering, snoezelen, basale stimulatie)
  2. Vaardigheidstraining (EIM, Sova)
  3. Gedrag veranderende methodieken ( triple-c, Heijkoop)
  4. Therapeutische methodieken  (PMT)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodieken kwaliteit van leven


basale stimulatie
zintuigelijke stimulering
methode Vlaskamp

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basale stimulatie
(Fröhlich 1995)
Zeer geschikt voor cliënten met ernstige verstandelijke of meervoudige beperking. 

Lichaamsgebonden ervaren 

Tegenwoordig ook: ouderen met dementie en comapatiënten in vegetatieve toestand 

Slide 16 - Tekstslide

Lichaamgebonden ervaren: Dorothe Timmers-Huijsens

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigelijke stimulering 
Lilly Nielsen

'active learning' methode 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 
Cliënten stimuleren tot actie door het aanbieden van speciaal daarvoor geslecteerde materialen. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stimuleren zintuigen: meer zintuigen ontwaken
Hersenen helpen wanneer je een zintuig mist = compenseren
ZIntuigen zijn nodig om de wereld om je heen te helpen ontdekken

Slide 21 - Tekstslide

Stimulatie van onze zintuigen is van belang voor ons welzijn
Onze zintuigen zijn essentieel voor ons; zodat we voelen dat we leven, wanneer we anderen ontmoeten en om diepe emoties te ontvangen.
Maar onze zintuigen hebben stimulatie nodig. Door het stimuleren van een zintuig ontwaken er meer zintuigen. Wanneer je luister naar muziek wil je ook bewegen. Je hersenen helpen jou: wanneer je een zintuig mist dan compenseren jouw hersenen dat door je andere zintuigen actiever te maken. Bijvoorbeeld, blinde mensen hebben vaak een bijzonder gevoelig gehoor.
Eigenlijk wordt ons lichaam continu door de zintuigen gestimuleerd; vaak hoef je maar een bepaalde plek te ‘triggeren’, bijvoorbeeld met een aanraking op de hand of het ruiken van een bloem geeft ruimte voor nieuwe ervaringen.
Voorbeelden:
Snoezelen
Massage geven
Schommelen
Voorlezen 
Muziek activiteiten 
Bubbelbad
Prikkelen van reukvermogen 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belevingsgerichte zorg
Acceptatie van de ander staat centraal
Beleving is een term van gedachten en gevoelens van een persoon over zichzelf en de omgeving
Benadering als iemand met een eigen identiteit en mogelijkheden. Aansluiten bij de client en de individuele behoeften

Slide 23 - Tekstslide

De termen Belevingsgerichte zorg en Validation worden vaak door elkaar gebruikt. De Validation methodiek is een geregistreerde methodiek en mag dus niet zonder meer worden toegepast. Daarom werd deze methodiek in aangepaste vorm in Nederland toegepast onder de naam Belevingsgerichte zorg. Inmiddels is Belevingsgerichte zorg uitgebreider dan Validation. Het is een verzamelnaam voor andere methodieken geworden. Zoals Validation, reminiscentie, zintuigstimulering en warme zorg.​Stimulatie van onze zintuigen is van belang voor ons welzijn
Onze zintuigen zijn essentieel voor ons; zodat we voelen dat we leven, wanneer we anderen ontmoeten en om diepe emoties te ontvangen.
Maar onze zintuigen hebben stimulatie nodig. Door het stimuleren van een zintuig ontwaken er meer zintuigen. Wanneer je luister naar muziek wil je ook bewegen. Je hersenen helpen jou: wanneer je een zintuig mist dan compenseren jouw hersenen dat door je andere zintuigen actiever te maken. Bijvoorbeeld, blinde mensen hebben vaak een bijzonder gevoelig gehoor.De hersenen als zijnde ‘hoofdkantoor’, hebben baat bij het ervaren van veranderingen. Bijvoorbeeld wanneer je de hand aanraakt wordt dit door de hersenen ervaren als een nieuwe ‘verbinding’, maar wanneer je de hand continu op dezelfde manier blijf aanraken (wat niet mogelijk is omdat het altijd een klein beetje anders zal zijn) dan worden de hersenen lui. Aan de andere kant zal het zenuwstelsel juist baat hebben bij de continue aanraking van de hand en stuurt weer kalmerende signalen naar de hersenen. Dus door middel van de zintuigen kun je op vele manieren stimuleren.
Methode Vlaskamp
'Een eigen perspectief'

Gebaseerd op de hechtingstheorie
De relatie staat centraal
Ouders en begeleiders werken aan dezelfde doelen 

Doel: opbouwen en onderhouden van goed contact met cliënt  vanuit een veilige relatie
(speerpunt in begeleiding; behoefte van cliënt)

Slide 24 - Tekstslide

Heeft nu niet meer Methode Vlaskamp maar vanaf 2021 Programma Perspectief
Doel van de methode is het gedrag  en de lichaamstaal van de client leren begrijpen zodat je er achter kunt komen vwat de behoefte is. Er wordt een hoofddoel opgesteld en onderverdeeld in korte termijndoelen van 2-4 weken
Doelgroep 
Kinderen met ernstige verstandelijke of meervoudige beperking 

Achtergrond:
- Ontwikkeling mens in fases

Slide 25 - Tekstslide

De hechtingstheorie werd ontwikkeld door psychiater John Bowlby. Hij was de eerste die opmerkte hoe belangrijk de relatie van een kind met zijn of haar ouders of verzorgers is, en hoeveel invloed deze heeft op de sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling én de manier van hechten in relaties als het kind eenmaal volwassen is. Waren jouw ouders liefdevol en knuffelig, bijvoorbeeld, dan heb je waarschijnlijk een heel andere hechtingsstijl dan iemand die opgroeide met afstandelijke of onvoorspelbare verzorgers.Hoe ben ik gehecht?
De wijze waarop onze ouders met ons omgaan vanaf onze geboorte is van grote invloed op hoe we in ons verdere leven relaties aangaan. De manier waarop we als baby en kind leerde hechten en hoe er met onze gevoelens en behoeften omgegaan werd is bepalend voor onze hechtingsstijl
VAARDIGHEIDSMETHODIEKEN

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EIM staat voor:
Eigen Initiatief Model
Juist
Onjuist

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Bij het EIM heeft de PB-er de rol van coach. Welke stellingen zijn juist?
A
Als de cliënt een fout maakt, geeft de pb-er aan wat er fout ging
B
De pb-er laat de cliënt zelf bepalen hoe hij het probleem wil aanpakken
C
De begeleider stelt vragen met het doel om de cliënt te laten nadenken over het probleem
D
Het initiatief voor de uitvoering van een taak ligt bij de cliënt

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigen initiatief model (EIM)/ begeleid ontdekkend leren
Doel: denkvaardigheden toepassen in onbekende en onverwachte situaties 

Begeleider is coach 

Bij een hulpvraag gaat de begeleider niet direct hulp aanbieden. Cliënt stimuleren zelf een oplossing te zoeken. 

Zelfstandigheid en zelfvertrouwen van cliënt nemen toe door deze methodiek. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen initiatief Model
  1. Vaststellen van het doelgedrag 
  2. Vaststellen van de beginsituatie
  3. Vaststellen van de methode van aanpak 
  4. Uitvoering van het programma
  5. Evaluatie van het programma 

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het eigen initiatief model?
Met het Eigen Initiatief Model (EIM) leren mensen met een verstandelijke beperking nieuwe vaardigheden. Eerst leren ze de stappen aan. Deze stappen passen ze toe terwijl ze een taak uitvoeren. Mensen met een verstandelijke beperking leren met EIM zelf na te denken over wat ze kunnen in verschillende situaties
Goldsteintraining
Doelgroep: cliënten met een lichtere verstandelijke beperking

Doel:  Leren op een juiste manier met anderen om te gaan (eenvoudige sociale vaardigheden)
vergroten van de vaardigheden

Praktische uitvoering: Kleine groepjes, stap voor stap nieuwe vaardigheden. Huiswerk: oefenen in de praktijk. 

Slide 31 - Tekstslide

Er wordt veel gewerkt met modelling, gedrag aanleren in een bepaalde setting  ook door steeds een stapje verder in moeilijkheid te gaan.  Net zo lang tot de client het gedrag in nieuwe situaties ook vorm kan geven.
Dan vind er bekrachtiging van het gedrag plaatsDe cliënten dienen voortdurend te ervaren dat uitvoering van de vaardigheid gepaard gaat met positieve terugkoppeling, sociale bekrachtiging, instemming, bijval en enthousiasme. Reeds in de modeling-fase wordt het model 'beloond'. Tijdens gedragsoefeningen is er voortdurend sprake van goedkeuring: elke daad van de cliënt die (meer) beantwoordt aan het doelgedrag (de vaardigheid) verdient aandacht en bijval van de therapeut en de groepsleden.
Leerprincipes
1. Leertheorie: Modelleren
Leren door observatie en imitatie zonder dat er beloond of gestraft hoeft te worden
2. Bekrachtigen van gedrag
Sociale bekrachtiging, bijval enthousiasme
3. Demonstratie door iefening dat wat je leert in meerdere situaties gebruikt kan worden

Slide 32 - Tekstslide

 Dosering van bekrachtiging.
Hoe sterker de bekrachtiging, hoe groter het leereffect. Tegelijkertijd echter geldt dat toename van bekrachtiging in afnemende mate de prestaties verhoogt. Het blijkt dat leren aanvankelijk niet verbetert door omvangrijker bekrachtiging, terwijl in een later stadium het leren meer afhankelijk wordt van deze omvan
Ondersteuningsmethodieken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methode Heijkoop 
Ernstig probleem gedrag

De situatie is vastgelopen
Niet de persoon
Gedrag als automutilatie komt voort uit angst

Slide 34 - Tekstslide

De Methode Heijkoop is een methodiek voor het begeleiden van cliënten met ernstige probleemgedragingen, beschreven door Jacques Heijkoop. De methode gaat er in beginsel van uit dat "De situatie is vastgelopen, niet de persoonDeze methode helpt begeleiders op een vanzelfsprekende manier om de cliënt opnieuw te leren kennen. Dit leidt tot een genuanceerdere kijk op de lichaamstaal, verwachtingen, denken over en beleven van de cliënt en zichzelf. Er ontstaat een betekenisvolle manier van kijken. Deze interne veranderingen hebben vrijwel direct effect op de manier waarop de begeleider met de cliënt contact maakt, communiceert en omgaat bij de begeleiding van activiteiten en verzorging.

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de triple-c methodiek bedoeld?
A
mensen met een beperking en gedrags- of psychische problemen
B
mensen met meervoudige gezinsproblematiek
C
mensen met Autisme Spectrum Syndroom
D
mensen met een lichamelijke beperking

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Triple C
Doelgroep: Mensen met verstandelijke beperking met gedragsproblematiek en/ of psychische problemen. 
3x C = Cliënt / Coach/ Competentie 
In de praktijk:  Onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie & zinvolle daginvulling bieden. Cliënt doet succeservaringen op. Vertrouwen groeit - problematisch gedrag verdwijnt . 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar staan de 3 c's van triple-c voor?
A
cliënt, concentratie en comunicatie
B
coach, cliënt en competentie
C
creativiteit, classificatie en coördinatie
D
cyclus, concreet en coach

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ACTIVE SUPPORT

- Voorkeuren, interesses en vaardigheden staan centraal
- aansluiten bij de ontwikkeling
- kwaliteit van leven
-Uitgangspunten
- voortdurend bezig zijn met de persoon en zoveel mogelijk kansen scheppen

Slide 40 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangspunten van Active support?
Het uitgangspunt van Active Support is om aansluiting te vinden bij het gewone leven en bij de mogelijkheden van mensen met een beperking, zodat er ruimte komt voor eigen regie en ontwikkeling. Het uiteindelijke doel is het verbeteren van de kwaliteit van bestaan.
Leerprincipes
Versterkers (positief gedrag belonen, negatief gedrag negeren)
Kleine stapjes (beginnen met de eenvoudige handelingen, opbouwen naar moeilijkere handelingen)
Eenvoudige uitleg en visuele informatie (kort en bondige informatie, steeds dezelfde woorden)
Natuurlijke situatie (in de bijpassende situatie leren)

Slide 41 - Tekstslide

Active Support is toepasbaar voor alle mensen van alle leeftijden die ondersteuning behoeven. Indien sprake is van een beperking kan dit variëren van een lichte enkelvoudige beperking tot en met een ernstige meervoudige beperkingen. De mate van de ondersteuning kan gevarieerd worden, dit is afhankelijk van de mogelijkheden van de persoon en de draagkracht van de mensen om hem heen.
Bij Active Support worden vijf niveaus van ondersteuning onderscheiden, waarbij er sprake is van lichte tot zeer intensieve ondersteuning, maar nooit meer dan echt nodig is. Opvallend is dat bij Active Support gesproken wordt van niveau van ondersteuning, in plaats van het gebruikelijke niveau van functioneren. Het ‘niveau’ wordt niet gekoppeld aan personen maar aan de geboden ondersteuning. De mate van de beperking leidt daarom niet tot stigmatiseren; het indelen van mensen in hokjes van mensen van ‘hoog’ dan wel ‘laag’ niveau, maar wordt gekoppeld aan de mate van de ondersteuning.
Uitgangspunt
Wat wil de cliënt mij zeggen als hij bepaald gedrag vertoont?
Langetermijn doelen (1,5 tot 2 jaar) 

Doelen worden geëvalueerd m.b.v. bijvoorbeeld GAS

Slide 42 - Tekstslide

Evalueren met GAS
Goal Attainment Scaling, oftewel GAS, blijkt een goede manier om individuele doelen te stellen voor deze leerlingen en om hun ontwikkelstappen -hoe klein ook- te volgen. 
1. er wordt meer doelgericht in plaats van activiteitengericht gewerkt;
2. de vooruitgang van de client wordt systematisch vastgelegd zodat collega’s, ouders en de client inzicht krijgen in de successen die zijn behaald;
3. de begeleider krijgt informatie over de effectiviteit van diens aanpak.

Slide 43 - Link

Talentenposter
Het doel van de talentenposter is het in kaart brengen van iemands persoonlijke talenten. De talentenposter belicht eigenschappen of vaardigheden waar iemand goed in is of waar hij goed in kan worden.
Welke talenten heeft deze persoon?
Welke talenten zijn juist wel of niet zichtbaar?
Talentenposter, klik hier
Positieve beeldvorming
Het doel van de positieve beeldvorming is om alle positieve kenmerken van een persoon uitputtend te inventariseren.
Wat zijn de voorkeuren, interesses, positieve eigenschappen en vaardigheden van deze persoon?
Wie heeft nog meer informatie om het positieve beeld compleet te maken?
Positieve beeldvorming, klik hier

Slide 44 - Video

Active Support is een stimulerende werkwijze die aansluit op de behoefte en mogelijkheden van de individuele persoon. Een werkwijze waarbij je voortdurend met de persoon bezig bent en zoveel mogelijk kansen schept om de cliënt stap voor stap meer greep te geven op zijn of haar eigen bestaan.
Oplossingsgericht werken 

"Het doel van oplossingsgericht werken is jongeren  in staat te stellen hun problemen zelfstandig of samen met mensen uit hun omgeving op te lossen. De hulpverlener gaat op methodische en gestructureerde manier met de cliënt in gesprek, waarmee de cliënt zijn autonomie versterkt."


Slide 45 - Tekstslide

Elk probleem biedt mogelijkheden voor het vinden van eigen oplossingen. Dat is kort gezegd het vertrekpunt van Oplossingsgericht werken, een basismethode in het sociaal werk voor mensen wiens eigen oplossend vermogen tekort schiet. Het doel is mensen in staat te stellen om op hun eigen manier en samen met mensen uit hun omgeving het probleem waarvoor zij hulp vragen aan te pakken.
OPLOSSINGSGERICHT WERKEN
Zelf oplossing laten bedenken voor een probleem
Versterken eigen regie en eigen kracht
Vaardigheden versterken als: doorzetten, creatief zijn, 
proactief zijn, evalueren en reflecteren, nauwkeurigheid aanleren ( controleren)

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZES STAPPEN
De zes stappen van oplossingsgericht werken methodiek
  1. Contact maken.
  2. Verduidelijken van de veranderbehoefte.
  3. Doel stellen.
  4. Positieve en sterke kanten benoemen.
  5. Stap vooruit.
  6. De Voortgang.

Slide 47 - Tekstslide

Aanpak
De kern van Oplossingsgericht werken (OW) is het samen met de cliënt construeren van oplossingen. In één zin uitgedrukt is OW een methodische en gestructureerde manier van bevragen van de cliënt zodat deze in staat is om:te bepalen wat zijn probleem is en een andere kijk daarop te ontwikkelen
zich bewust te worden van zijn interne en externe hulpbronnen
zijn doelen concreet en in detail te formuleren
hoop en vertrouwen te ontwikkelen
zelfbedachte stappen te zetten om de situatie te verbeteren
zelf te bepalen wanneer hij zonder professionele hulp verder kan.
Ik kan informatie uit deze les in de praktijk toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Deze slide heeft geen instructies