Spelling -trema, apostrof etc (paragraaf 8 , 9, 11 en 12)

Spelling
Uitleg: Aan elkaar of los?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling
Uitleg: Aan elkaar of los?

Slide 1 - Tekstslide

Tot nu toe gedaan
Werkwoordspelling
Interpunctie
Hoofdletters
Meervoudsvorming
Tussenklanken in samenstellingen
Verkleinwoorden
aan elkaar of los: liggend streepje

Slide 2 - Tekstslide

Woorden los of aan elkaar?
Wanneer aan elkaar (blz. 265)
Liggend streepje (blz. 266-268):
  • koppelteken
  • weglatingsteken
  • afbreekteken

Slide 3 - Tekstslide

Trema (blz. 269)
Een koppelteken gebruik je bij samenstellingen: woorden die samen één nieuw woord vormen
Een trema gebruik je om uitspraakproblemen te voorkomen bij woorden die GEEN samenstelling zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Kies de juiste spelling: welk woord is goed geschreven?
A
buiïg
B
Electriciën
C
Geruïneerd
D
Geäutoriseerd

Slide 5 - Quizvraag

Trema
  • Plaats je altijd op de eerste letter van de volgende lettergreep: geërgerd, drieën.

LET OP bij:
  •  –eum, -iing, -cien en -ieus: museum, begroeiing, elektricien, dubieus.
  •  –bea.., geo.., beo...: beantwoorden, geautoriseerd, beoefenen, geolied,
  • MAAR  geë-, geï-, geü-: geërgerd, geürineerd, geïrriteerd.

Slide 6 - Tekstslide

Kies de juiste spelling:
A
Officiëel
B
Begroeiïng
C
ideëen
D
conciërge

Slide 7 - Quizvraag

Apostrof (blz. 270)
Gebruikt als weglatingsteken en om uitspraakproblemen te voorkomen:

Slide 8 - Tekstslide

Apostrof
  1. Op de plaats van de weggelaten letter: m’n, z’n, ‘t, ‘s winters, ‘s-Gravenhage.
  2. Op de plaats van een weggelaten bezits-s: Frits’ fiets
  3. Om uitspraakproblemen bij het meervoud en bezitsaanduidingen te voorkomen: Marja’s parfum, Benno’s sieraden, MAAR als er geen uitspraakproblemen zijn, dan schrijf je de ‘s’ vast: Tims broek, Jannekes publicaties.
  4. Bij verkleinwoorden eindigend op -y (uitspraak: ie): pony'tje
  5. In afleidingen van letter- en cijferwoorden: vmbo’er, CDA’er, 55+’er, sms’en, ge-sms’t.
Let op: afleidingen van letterwoorden die je als woord uitspreekt, schrijf je zonder apostrof (havoër) en in samenstellingen met een letter- of cijferwoord zet je geen apostrof maar een liggend streepje: vwo-leerling, CDA-voorzitter.

Slide 9 - Tekstslide

Kies de juiste spelling:
A
Lieke's boek
B
Liekes boek

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
A4-tje
B
vwoër
C
havo'er
D
havoër

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste spelling:
A
Cowboy'tje
B
Renate's boek
C
Baby'tje
D
sms-en

Slide 12 - Quizvraag

Getallen (blz. 272)
Wanneer schrijf je cijfers in letters en wanneer in cijfers?

Slide 13 - Tekstslide

Spelling getallen
  • Getallen t/m twintig schrijf je altijd voluit 

  • Tientallen, honderdtallen en andere ronde getallen (dertig, tachtig, honderd, miljard ) schrijf je altijd voluit

Slide 14 - Tekstslide

Spelling getallen 
  • Bij getallen boven de twintig gebruik je cijfers: Deze docent is 39 jaar oud.  

  • Data en jaartallen schrijf je altijd in cijfers: Deze leuke docent is geboren op 5 augustus 1979

Slide 15 - Tekstslide

  • Woorden als miljoen, biljoen, miljard schrijf je altijd voluit
  • Maten, gewichten, temperaturen, jaartallen en data: altijd in cijfers schrijven. Vb: Mijn dochter weegt nu 8,5 kilo
  • Percentages: meestal in cijfers. Vb: Slechts 15% van alle leerlingen heeft deze vragenlijst ingevuld.

Slide 16 - Tekstslide

Is onderstaande zin juist of onjuist?
Sommige leerlingen vinden spelling moeilijker dan andere.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in: Sommige(n) dieren zijn liever dan andere(n).

Slide 18 - Open vraag

Sommige of sommigen?

Slide 19 - Tekstslide

Sommige of sommigen?

Geldt ook voor woorden als enkele(n), vele(n), alle(n), beide(n).

Schrijf ‘sommige’ wanneer:
(1)het terugslaat op een dier of ding óf
(2)het bijvoeglijk gebruikt is.
Schrijf ‘sommigen’ wanneer:

(1) het zelfstandig gebruikt wordt én het betrekking heeft op personen.



Slide 20 - Tekstslide

Sommige of sommigen?

Een woord wordt zelfstandig gebruikt als je achter het woord geen zelfstandig naamwoord uit de zin in kunt vullen.

Bijvoeglijk:

De treinreizigers waren boos op de NS en sommige eisten een schadevergoeding.

want: De treinreizigers waren boos op de NS en sommige (treinreizigers) eisten een
schadevergoeding.

Zelfstandig: ‘Wij hebben het vertrouwen verloren’, zeiden de journalisten, die allen
van mening waren dat de militairen de situatie in Kunduz te gunstig voorstelden.

want:‘Wij hebben het vertrouwen verloren’, zeiden de journalisten, die allen journalisten van mening waren dat de militairen de situatie in Kunduz te gunstig voorstelden.



Slide 21 - Tekstslide

Is onderstaande zin juist of onjuist?
Van die mensen zou ik er beste enkelen weg willen sturen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Is onderstaande zin juist of onjuist?
Ik heb twee opa's. Beide komen trouw op mijn verjaardag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken op blz. 269 - 273:
  • opdracht 22
  • opdracht 24 en 25 
  • opdracht 28
  • opdracht 30 en 31

Slide 24 - Tekstslide