Brugklas AK H4 par 1

Hoofdstuk 4 - Ontwikkeling
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling van landen en gebieden.

Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk. 

Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe zo goed mogelijk mee.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 - Ontwikkeling
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling van landen en gebieden.

Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk. 

Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe zo goed mogelijk mee.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent rijkdom
voor jou?

Slide 2 - Woordweb

Arm en Rijk 
Ons leven in een rijk land is volkomen anders dan het leven van een leeftijdsgenoot in een arm land. Of in een land waar oorlog is, zoals nu in Oekraïne of een tijdje terug in Syrië. 

Wat wij als normaal zien, is voor sommigen ontzettende luxe.  

Ieder mens op aarde heeft 4 basisbehoeften om goed te kunnen leven. Dit heeft iedereen echt nodig!

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de basisbehoeften denken jullie?
A
Voedsel, geld, internet en kleding
B
Voedsel, onderwijs, onderdak, gezondheidszorg
C
Voedsel, kleding, elektriciteit, onderwijs
D
Voedsel, stromend water, elektriciteit, onderdak

Slide 4 - Quizvraag

Verdeling van rijkdom
De rijkdom op aarde is niet gelijkmatig verdeeld, kijk maar eens in bron 5. 

Wat valt je op als je het noorden van de wereld met het zuiden vergelijkt?

Slide 5 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
De scheve verdeling van inkomen (geld) in een land noemen we sociale ongelijkheid. Het is in elk land wel te vinden, maar in sommige landen erger dan in andere landen.

Kun je een voorbeeld bedenken hoe jij ongelijkheid in het dagelijks leven terugziet?

Slide 6 - Tekstslide

Is er op de foto hiernaast sociale ongelijkheid zichtbaar?
A
Ja!
B
Nee!
C
Dat ligt aan de situatie
D
Dat is niet zichtbaar

Slide 7 - Quizvraag

Ondanks de sociale ongelijkheid leven er in Nederland gelukkig niet zoveel mensen onder de armoedegrens.

Dat is het minimale bedrag dat je per dag nodig hebt, voor je basisbehoeften zoals voedsel en onderdak.

Die armoedegrens verschilt dus per land, want het leven is niet overal even duur.

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk bron 5C (van de Big Mac).
Waar is de armoedegrens het hoogst?
A
Zwitserland
B
India
C
Egypte
D
VS

Slide 9 - Quizvraag

Koopkracht
Hoeveel je kunt kopen voor 1 euro is je koopkracht. 

Hoe hoger die is, hoe meer je kunt kopen voor 1 euro.

Rijke landen hebben dus een slechte/lage koopkracht.

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel procent van de wereldbevolking leeft onder de armoedegrens van hun land?
A
3,2%
B
7,7%
C
10,9%
D
15,6%

Slide 11 - Quizvraag

Ontwikkelingslanden
In ontwikkelde landen hebben de meeste mensen werk, of een uitkering als zij niet kunnen werken. 

De arme landen, waar dat niet zo is, noemen we ontwikkelingslanden.
Als je hier geen baan hebt, krijg je helemaal niks van de overheid! Dus je zult verhongeren als je niets doet.

Daarom werken veel mensen in de scharreleconomie.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

In de scharreleconomie verzinnen mensen zelf iets om wat geld mee te verdienen. Kun jij een voorbeeld bedenken?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Aan de slag
Met paragraaf 1 en het onderwerp ontwikkeling gaan we in de volgende les verder.

Wat ga jij nu doen als HW?

Lees de tekst van par. 1 nauwkeurig door.
Maak opdracht 1, 2 en 3 in je werkboek van paragraaf 4.1

Slide 16 - Tekstslide