oefenen les Fortuna 24 en 25

17 juni
Oefenen les 24 + 25
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

17 juni
Oefenen les 24 + 25

Slide 1 - Tekstslide

Toetsomschrijving
Pensum:
•    les 24 + 25
•    grammatica les 24 + 25
•    tekst 25B
Het proefwerk zal uit 2 delen bestaan:
•    vragen over tekst 25B: 20 punten. Deze vragen zijn vooral grammaticaal, maar niet allemaal.
•    een proefvertaling: 20 punten

Slide 2 - Tekstslide

meliora
timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 3 - Quizvraag

crudele
timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 4 - Quizvraag

brevius
timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 5 - Quizvraag

fortissimorum
timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 6 - Quizvraag

felicibus
timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 7 - Quizvraag

facillimus

timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 8 - Quizvraag

diutius

timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 9 - Quizvraag

minimus

timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 10 - Quizvraag

minus

timer
0:30
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 11 - Quizvraag

Waaraan heb je de komende lessen behoefte ter voorbereiding van de toets?

Slide 12 - Open vraag

29 juni

Slide 13 - Tekstslide

Toetsomschrijving
Pensum:
•    les 24 + 25
•    grammatica les 24 + 25
•    tekst 25B
Het proefwerk zal uit 2 delen bestaan:
•    vragen over tekst 25B: 20 punten. Deze vragen zijn vooral grammaticaal, maar niet allemaal.
•    een proefvertaling: 20 punten

Slide 14 - Tekstslide

Welke vorm is de ablativus?
timer
0:45
A
r. 1 :omnibus
B
r. 3: domui
C
r. 5: urbis
D
r. 8: ii

Slide 15 - Quizvraag

Noteer de modus: r. 2: acciderunt
timer
0:30
A
conjunctivus
B
imperativus
C
indicativus
D
infinitivus

Slide 16 - Quizvraag

vertaal: tradiderunt(=zij leverden over) incendium a Nerone iuberi
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

vertaal: r. 3 - 4: quod desideraret

Slide 18 - Open vraag

r. 6: comprehendit = hij pakte vast
timer
0:45
A
dat is goed
B
dat is fout, want verkeerde tijd
C
dat is fout, want verkeerde persoon
D
dat is fout, want het is het verkeerde werkwoord

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de comparativus?
timer
1:00
A
r. 7: celeriter
B
r. 14: pulcherrimis
C
r. 17: maximum
D
r. 18: priorum

Slide 20 - Quizvraag

Noteer de modus: r. 7: anteiret
timer
0:30
A
conjunctivus
B
imperativus
C
indicativus
D
infinitivus

Slide 21 - Quizvraag

Noteer de modus: r. 8: exstinguere
timer
0:30
A
conjunctivus
B
imperativus
C
indicativus
D
infinitivus

Slide 22 - Quizvraag

vertaal zo letterlijk mogelijk: r. 8: conabantur
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

vertaal: Nero iussit ut servi exstinguere conarentur
timer
1:30

Slide 24 - Open vraag

Noteer de modus: r. 9: impediebantur
timer
0:30
A
conjunctivus
B
imperativus
C
indicativus
D
infinitivus

Slide 25 - Quizvraag

Noteer de modus: r. 14: cecinisse
timer
0:30
A
conjunctivus
B
imperativus
C
indicativus
D
infinitivus

Slide 26 - Quizvraag

r. 14: cecinisse is de I in de AcI, wat is de A?
timer
0:30
A
Neronem
B
incendium
C
gaudentem
D
excidium

Slide 27 - Quizvraag

r. 18: welke 2 Latijnse woorden verbindt -que: .. en ..
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

Nog vragen?
Succes met de toets!

Slide 29 - Tekstslide