Tv 9 -Totalitaire systemen

Tv 9 - de totalitaire systemen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tv 9 - de totalitaire systemen

Slide 1 - Tekstslide

Zometeen presentaties (vul de tabel aan)
Je krijgt van mij een ideologie aangeboden.
Stap 1: Maak een korte presentatie van 4 slides met daarop de volgende informatie (huiswerk)
1. Wat houdt deze ideologie in? Wat betekent het?
2. Welke kenmerken horen bij deze ideologie?
3. In welk land en hoe is deze ideologie groot geworden?
4. Wie is de belangrijkste leider van deze ideologie (een korte biografie)

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten


Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en nationaalsocialisme/fascisme

De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
lesdoelen

  • Je kan de kenmerken van totalitaire ideologieën noemen en herkennen.
  • Je kan omschrijven hoe het communisme opkwam in de SU.
  • Je kan omschrijven hoe het fascisme opkwam in Italië.

Slide 3 - Tekstslide

leerdoel
Je kan de kenmerken van totalitaire ideologieën noemen en herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Totalitair / ideologie

Slide 5 - Tekstslide

Totalitairisme
Al het denken en het handelen van de mensen wordt bepaald door de staat. 
In een totalitaire staat is 
  1. - geen democratie, geen inspraak
  2. - geen vrijheid van meningsuiting,  kritiek is een misdaad, terreur
  3. - de pers, het onderwijs, opvoeding, kunst gecontroleerd door de regering.
  4. -  indoctrinatie, bv door massaorganiaties
  5. - nadruk op leiderschap en persoonsverheerlijking

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Teken een tabel in je schrift en schrijf zoveel mogelijk kenmerken op.

Slide 10 - Tekstslide

leerdoel 1
Je kan omschrijven hoe het communisme in Rusland zich verspreidde.

Slide 11 - Tekstslide

Communisme
Oscar, Thomas, Micah
Irem, Tonna, Elisabeth, Joy

Slide 12 - Tekstslide

1922-1991
veel verschillende landen / sovjets

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

leerdoel
Je kan uitleggen hoe het fascisme in Italië zich verspreidde

Slide 21 - Tekstslide

Fascisme
Elin, Femke en Tjibbe
Callum, Tijn, Lars en Toon

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Nationaal-socialisme
Willemijn, Else, Noor
Thijs, Bickel, Bas

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht nu

Tabel vergelijken en verder afmaken

Huiswerk

9.3:  7/8/9 (WB 166/167)
 9.3 vraag 23 (WB blz 168)
Vraag 27 (WB 169)

9.4 Vr 6 (WB 170)

Onderwerp: wo2

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeelden

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

TEST

Slide 34 - Tekstslide

Wat is een totalitaire ideologie?
A
een ideologie die door de overheid/regerende partijen totaal opgelegd wordt aan de bevolking
B
Een ideologie die totaal bedacht is door één persoon
C
Een ideologie waarbij het communisme centraal staat
D
Een ideologie waarbij iedereen gelijk is

Slide 35 - Quizvraag

In een totalitaire staat heeft het volk veel vrijheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Wat past niet bij het nationaalsocialisme?
A
Democratisch
B
Geweld is goed
C
Rassenleer
D
Militarisme

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen fascisme en nationaalsocialisme?
A
Militarisme
B
Anti democratishe houding
C
Dictatoriaal
D
Racisme

Slide 38 - Quizvraag

Wie is de grondlegger van het fascisme?
A
Adolf Hitler
B
Benito Mussolini
C
Francisco Franco
D
Jozef Stalin

Slide 39 - Quizvraag

Schema invullen in tweetallen

Slide 40 - Tekstslide

Schema invullen in tweetallen

Slide 41 - Tekstslide

Wat is een totalitaire ideologie?
A
een ideologie die door de overheid/regerende partijen totaal opgelegd wordt aan de bevolking
B
Een ideologie die totaal bedacht is door één persoon
C
Een ideologie waarbij het communisme centraal staat
D
Een ideologie waarbij iedereen gelijk is

Slide 42 - Quizvraag

In een totalitaire staat heeft het volk veel vrijheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Wat past niet bij het nationaalsocialisme?
A
Democratisch
B
Geweld is goed
C
Rassenleer
D
Militarisme

Slide 44 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen fascisme en nationaalsocialisme?
A
Militarisme
B
Anti democratishe houding
C
Dictatoriaal
D
Racisme

Slide 45 - Quizvraag

Wie is de grondlegger van het fascisme?
A
Adolf Hitler
B
Benito Mussolini
C
Francisco Franco
D
Jozef Stalin

Slide 46 - Quizvraag