LH21 - 5.3 Een gouden leven

5.3 Een Gouden Leven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

5.3 Een Gouden Leven

Slide 1 - Tekstslide

De tolerante Republiek
  • Je mocht in de Republiek denken, zeggen en schrijven wat je wilde, zolang het maar niet gevaarlijk voor de staat was.
  • De Republiek was het meest tolerante land van Europa.
  • Dit trok veel wetenschappers en geleerden aan (zie de volgende dia's).
  • Dit was het begin van de wetenschappelijke revolutie.

Slide 2 - Tekstslide

 Spinoza

Baruch Spinoza
  • Radicale Joodse filosoof
  • Hield zich vooral bezig met de verhouding tussen God en de natuur.

Slide 3 - Tekstslide

Ik denk dus ik ben

René Descartes
  • Radicale Franse filosoof
  • Grondlegger van de Wetenschappelijke revolutie
  • Niet God maar het eigen intellect

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hugo Grotius
Hugo de Groot
  • Nederlands filosoof en jurist
  • Grondlegger van het Internationaal recht

Slide 6 - Tekstslide

Christiaan Huygens

  • Nederlandse uitvinder
  • Hij vond het slingeruurwerk uit

Slide 7 - Tekstslide

Antoni van Leeuwenhoek

  • Nederlandse uitvinder
  • Hij zag als eerste bacteriën met zijn zelfgemaakte microscoop

Slide 8 - Tekstslide

De sociale ladder in de Gouden Eeuw

Slide 9 - Tekstslide

De Sociale ladder
De rangorde in de grote Hollandse steden:
Wie was het belangrijkst? (lees eerst paragraaf 5.3.3)

Slide 10 - Tekstslide

Regenten

Schilders/wetenschappers
Kooplieden/ handelaren
Ambachtslieden
Arbeiders/ dagloners/ gewone burgers
Armen

Slide 11 - Sleepvraag

Waar woonden de armen? (lees paragraaf 5.3.3)
A
Tuchthuizen
B
Aalmoezeniershuizen
C
Buiten de stadsmuren
D
A, B en C zij juist

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze afbeelding
A
Wetenschappelijke revolutie
B
Regenten
C
Tolerantie
D
Armenzorg

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze afbeelding
A
Wetenschappelijke revolutie
B
Regenten
C
Tolerantie
D
Armenzorg

Slide 14 - Quizvraag

Wie deed de volgende uitspraak: 'ik denk, dus ik ben'
A
René Descartes
B
Baruch Spinoza
C
Hugo de Groot
D
Christiaan Huygens

Slide 15 - Quizvraag

Als je kijkt naar paragraaf 5.3, welke vragen heb jij dan nog? Wat moet de volgende keer uitgelegd worden?

Slide 16 - Open vraag