Drogredenen

Drogredenen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
  • Gaan niet over de inhoud van de discussie of het debat; 
  • Je kan op die manier mensen misleiden in de discussie;
  • Het zorgt voor een zwakke argumentatie. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Drogredenen -> foute argumenten of redeneringen
Veelvoorkomende drogredenen:


Generalisatie. 
Een algemene regel vaststellen op basis van te weinig gegevens.
Roken is niet slecht voor je, mijn buurvrouw is er oud mee geworden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Drogredenen -> foute argumenten of redeneringen
Veelvoorkomende drogredenen:

Onjuist beroep op autoriteit
Beweren dat iets waar is omdat een autoriteit die onbetrouwbaar is, dat zegt.
Ik vind dat we geen Olympische Spelen in Nederland moeten houden. Dat zegt de voorzitter van onze voetbalclub ook. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het een debattruc die Wilders toepast?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geef nu zelf een voorbeeld van een drogredenatie.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het voorbeeld uit het filmpje een drogreden?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Cirkelredenering
  • Verkeerde vergelijking
  • Generalisatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 22 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 23 - Quizvraag

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 24 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 25 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Docenten zijn echt lui. Mijn tante begint elke dag pas om 10 uur!
A
Cirkelredenering
B
Generalisatie
C
Misbruik van autoriteit

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid van meningsuiting is belangrijk, want iedereen moet toch kunnen zeggen wat hij vindt?
A
Cirkelredenering
B
Generalisatie
C
Misbruik van autoriteit

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

K3 is de allerleukste kindermuziek. Zelfs de koningin ging daar vroeger met de prinsesjes heen.
A
Cirkelredenering
B
Generalisatie
C
Misbruik van autoriteit

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor drogredenen is: "Nogal logisch dat jij denkt dat er geen einde zal komen aan het verschil  tussen arm en rijk. Je bent zelf rijk.’
A
Persoonlijke aanval
B
Cirkelredenering

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
bespelen van publiek
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen weet toch dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen.

Hier vind je 2 drogredenen
A
bespelen van het publiek
B
overhaaste generalisatie
C
onjuiste oorzaak-gevolg-relatie
D
ontduiken bewijslast

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbeeld bevat een vals dilemma?
A
“Als je geen vlees eet, ben je een hippie.”
B
“Of je kiest voor economie, of je wordt werkloos.”
C
“Ik heb dit zelf meegemaakt, dus het klopt.”
D
“Hij weet het, want hij is arts.”

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Als jij sympathiseert met die dierenactivisten die 's nachts nertsboerderijen overvallen om de nertsen vrij te laten, ben je in wezen tegen alles wat we in het Vrije Westen als beschaafde samenleving hebben opgebouwd.
A
cirkelredenering
B
persoonlijke aanval
C
vertekenen van het standpunt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Dit geneesmiddel is gemaakt van natuurlijke kruiden en daarom is het beter dan een farmaceutisch medicijn.
A
Onjuist beroep op kenmerk-/eigenschaps-schema
B
Overhaaste generalisatie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind dat je die beugel wel moet nemen. Als je volwassen bent en dan je glimlach laat zien, zullen alle vrouwen om je vechten.
A
overdrijven van de voordelen
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Verkeerde vergelijking

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies