Oefentoets H5 grenzen en identiteit

Welkom! 

Deze LessonUp is een oefentoets.

Op de volgende dia vind je meer instructies.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

Deze LessonUp is een oefentoets.

Op de volgende dia vind je meer instructies.

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder staan 3 uitspraken.
A. De grens tussen Friesland en Groningen is een zachte grens.
B. De grenzen tussen de landen die lid zijn geworden van de EU zijn veranderd van natuurlijke grenzen in kunstmatige grenzen.
C. IJsland heeft alleen natuurlijke grenzen.
Neem de letters A, B en C over en geef aan of de uitspraak juist/onjuist is.

Slide 2 - Open vraag

Mensen ontwikkelen een (groeps)identiteit op basis van onder andere sociaaleconomische kenmerken. Welk kenmerk is een sociaaleconomische kenmerk?
A
Taal
B
Tradities
C
Opleidingsniveau
D
Inkomen

Slide 3 - Quizvraag

Tegenstanders van de Europese Unie vinden dat de soevereiniteit van Nederland wordt aangetast. leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

Slide 4 - Open vraag

Een visser uit het Verenigd Koninkrijk vist met zijn schip op ongeveer 25 zeemijl uit de Nederlandse kust. 2 stellingen:
1. De visser mag hier vissen omdat dit buiten de Nederlandse territoriale wateren is.
2. De visser mag hier niet vissen omdat hij in Nederlands territorium is.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Besluiten in Nederland worden op 3 schaalniveaus bepaald: nationaal, regionaal en lokaal. Geef op lokale schaalniveau 2 voorbeelden van besluiten die genomen kunnen worden.

Slide 6 - Open vraag

Klik op de afbeelding om deze te bekijken. Welk cultuurkenmerk is zichtbaar in de bron?

Slide 7 - Open vraag

Sjors komt uit Limburg, Michiel uit Utrecht. Volgens Michiel is Sjors een échte
Limburger: hij spreekt met een zachte ‘g’, viert ieder jaar uitbundig carnaval en is gek op vlaai. Als Michiel een foto van Sjors op Facebook ziet in zijn carnavalskostuum plaagt Michiel hem: ‘Moet je die rare Limburger zien in zijn piratenpak!’
Over welke identiteit gaat het hier?
A
Nationaal
B
Lokaal
C
Regionaal

Slide 8 - Quizvraag

Noem twee concrete kenmerken die horen bij onze nationale identiteit.

Slide 9 - Open vraag

Bekijk het filmpje.
Is er in het filmpje sprake van
'regionalisme'? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Klik op de afbeelding.
Leg uit waarom de grenspendel tussen Nederland en België vanaf 1995 toenam.
Gebruik voor je antwoord de gegevens uit de kaart.

Slide 11 - Open vraag

Het hebben van zachte grenzen verschillende voordelen voor Nederlandse bedrijven.
Noem twee voordelen.

Slide 12 - Open vraag

Het hebben van zachte grenzen kent ook nadelen. Een van die nadelen is dat Nederlandse exportbedrijven door ontgrenzing meer concurrentie krijgen. Leg dat uit.

Slide 13 - Open vraag

Welk samenwerkingsverband vergemakkelijkt de pendelstromen?
A
de euregio
B
de Benelux
C
de Europese Unie
D
handelsverdragen

Slide 14 - Quizvraag

Het coronavirus heeft een negatieve invloed op de sociale samenhang. Leg dat uit.

Slide 15 - Open vraag

Door de betrokkenheid en de participatie van buurtbewoners te vergroten, kan de leefbaarheid verbeteren.
Op welke manier kan de betrokkenheid/participatie vergroot worden?

Slide 16 - Open vraag

D66 is een politieke partij die zich zorgen maakt om het klimaatprobleem. Zij vinden dat we binnen de Europese Unie afspraken moeten maken, en niet alleen nationaal.
Waarom moeten Europese landen hierbij samenwerken?

Slide 17 - Open vraag

Bekijk de kaart.
Geef eerst aan in welk deel van Europa de Europese identiteit het grootst is. Geef daarna een argument waarom dit kan zijn

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel procent van de mensen die gestemd hebben was vóór de Brexit?
A
48%
B
58%
C
42%
D
52%

Slide 19 - Quizvraag

Je had voor- en tegenstander van de Brexit. Geef een argument van de voorstanders van de Brexit en een argument van de tegenstanders van Brexit.

Slide 20 - Open vraag

In Noord-Ierland ontstond in de vorige eeuw een conflict tussen de katholieken en protestanten. Waar draaide het conflict om?

Slide 21 - Open vraag

Turkije probeert al sinds 1999 lid te worden van de EU. In 2017 heeft men in Turkije besloten dat de president Erdogan veel meer macht krijgt om beslissingen te nemen. Dit zorgt er voor dat Turkije voorlopig geen lid kan worden. Waarom is dat zo?

Slide 22 - Open vraag

Hieronder staan 3 stellingen:
1. Vluchtelingen uit het Midden-Oosten zijn economische vluchtelingen.
2. Rusland wil dat Oost-Europese landen lid worden van de EU.
3. Uitbreiding van de EU zorgt voor meer welvaart.
Neem de cijfers 1, 2 en 3 over en geef aan of de stelling juist/onjuist is.

Slide 23 - Open vraag

Welk begrip hoort bij: 'Veel verschillende identiteiten leven samen.'
A
Segregatie
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Pluriformiteit

Slide 24 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij: 'Meedoen aan activiteiten.'
A
Ontkerkelijking
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Participatie

Slide 25 - Quizvraag


Op vakantie in China kom je deze muur tegen. Er is sprake van
A
zachte grens
B
harde grens

Slide 26 - Quizvraag

Lees de volgende uitspraken. Welke uitspraken zijn juist? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Nederland is een soeverein land.
B
In Nederland hebben alle mensen dezelfde cultuur en identiteit.
C
Nederland heeft 12 provincies die elk een eenheidsstaat zijn.
D
Door het lokalisme kunnen nieuwe bewoners zich buitengesloten voelen.

Slide 27 - Quizvraag

Hieronder staan drie soorten regio's. Sleep naar naar elke regio twee voorbeelden van zo'n regio. Kies uit:
Economische regio's
Landschappelijke regio's
Culturele regio's
Bible belt
Veluwe
Schiphol
Friesland
Waddenzee
Randstad

Slide 28 - Sleepvraag

Sociale ongelijkheid is...
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 29 - Quizvraag

Insluiting
Uitsluiting
Een vluchteling in een klein dorp waar iedereen elkaar kent
Betrokken worden bij een buurtfeest als je er net bent komen wonen

Slide 30 - Sleepvraag

Participatie en sociale samenhang zijn in een dorpje kleiner dan in een stadsbuurt.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Als je jezelf Nederlander voelt, bij welke identiteit hoort dat dan?
A
Europese identiteit
B
Nationale identiteit
C
Regionale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 32 - Quizvraag

Uit welke vier landen bestaat het Koninkrijk der Nederlanden?
A
Nederland, Aruba, Bonaire en Curaçao
B
Nederland, Aruba, Bonaire en Sint Maarten
C
Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten
D
Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint Maarten

Slide 33 - Quizvraag