In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Deze LessonUp is een oefentoets.
Op de volgende dia vind je meer instructies.
Slide 1 - Tekstslide
Toelichting toets
Bij elke vraag staat hoeveel punten je kunt krijgen.
De toets is een mix van open vragen en multiple choice vragen. Bij de open vragen moet je, indien gevraagd, je antwoord uitleggen.
De toets duurt ongeveer 30 minuten.
Slide 2 - Tekstslide
Hieronder staan 3 uitspraken. A. De grens tussen Friesland en Groningen is een zachte grens. B. De grenzen tussen de landen die lid zijn geworden van de EU zijn veranderd van natuurlijke grenzen in kunstmatige grenzen. C. IJsland heeft alleen natuurlijke grenzen. Neem de letters A, B en C over en geef aan of de uitspraak juist/onjuist is.
Slide 3 - Open vraag
Mensen ontwikkelen een (groeps)identiteit op basis van onder andere culturele kenmerken. Welk kenmerk is een cultureel kenmerk?
A
Taal
B
woonplaats
C
Opleidingsniveau
D
Inkomen
Slide 4 - Quizvraag
Tegenstanders van de Europese Unie vinden dat de soevereiniteit van Nederland wordt aangetast. leg uit wat hiermee bedoeld wordt.
Slide 5 - Open vraag
Besluiten in Nederland worden op 3 schaalniveaus bepaald: nationaal, regionaal en lokaal. Geef op lokale schaalniveau 2 voorbeelden van besluiten die genomen kunnen worden.
Slide 6 - Open vraag
Klik op de afbeelding om deze te bekijken. Welk cultuurkenmerk is zichtbaar in de bron?
Slide 7 - Open vraag
Sjors komt uit Limburg, Michiel uit Utrecht. Volgens Michiel is Sjors een échte Limburger: hij spreekt met een zachte ‘g’, viert ieder jaar uitbundig carnaval en is gek op vlaai. Als Michiel een foto van Sjors op Facebook ziet in zijn carnavalskostuum plaagt Michiel hem: ‘Moet je die rare Limburger zien in zijn piratenpak!’ Over welke identiteit gaat het hier?
A
Nationaal
B
Lokaal
C
Regionaal
Slide 8 - Quizvraag
Noem twee concrete kenmerken die horen bij onze nationale identiteit.
Slide 9 - Open vraag
Klik op de afbeelding. Leg uit waarom de grenspendel tussen Nederland en België vanaf 1995 toenam. Gebruik voor je antwoord de gegevens uit de kaart.
Slide 10 - Open vraag
Het hebben van zachte grenzen verschillende voordelen voor Nederlandse bedrijven. Noem twee voordelen.
Slide 11 - Open vraag
Het hebben van zachte grenzen kent ook nadelen. Een van die nadelen is dat Nederlandse exportbedrijven door ontgrenzing meer concurrentie krijgen. Leg dat uit.
Slide 12 - Open vraag
Welk samenwerkingsverband vergemakkelijkt de pendelstromen?
A
de euregio
B
de Benelux
C
de Europese Unie
D
handelsverdragen
Slide 13 - Quizvraag
Het coronavirus heeft een negatieve invloed op de sociale samenhang. Leg dat uit.
Slide 14 - Open vraag
Door de betrokkenheid en de participatie van buurtbewoners te vergroten, kan de leefbaarheid verbeteren. Op welke manier kan de betrokkenheid/participatie vergroot worden?
Slide 15 - Open vraag
D66 is een politieke partij die zich zorgen maakt om het klimaatprobleem. Zij vinden dat we binnen de Europese Unie afspraken moeten maken, en niet alleen nationaal. Waarom moeten Europese landen hierbij samenwerken?
Slide 16 - Open vraag
Turkije probeert al sinds 1999 lid te worden van de EU. In 2017 heeft men in Turkije besloten dat de president Erdogan veel meer macht krijgt om beslissingen te nemen. Dit zorgt er voor dat Turkije voorlopig geen lid kan worden. Waarom is dat zo?
Slide 17 - Open vraag
Hieronder staan 3 stellingen: 1. Vluchtelingen uit het Midden-Oosten zijn economische vluchtelingen. 2. Rusland wil dat Oost-Europese landen lid worden van de EU. 3. Uitbreiding van de EU zorgt voor meer welvaart. Neem de cijfers 1, 2 en 3 over en geef aan of de stelling juist/onjuist is.
Slide 18 - Open vraag
Welk begrip hoort bij: 'Veel verschillende identiteiten leven samen.'
A
Segregatie
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Pluriformiteit
Slide 19 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij: 'Meedoen aan activiteiten.'
A
Ontkerkelijking
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Participatie
Slide 20 - Quizvraag
Op vakantie in China kom je deze muur tegen. Er is sprake van
A
zachte grens
B
harde grens
Slide 21 - Quizvraag
Lees de volgende uitspraken. Welke uitspraken zijn juist? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Nederland is een soeverein land.
B
In Nederland hebben alle mensen dezelfde cultuur en identiteit.
C
Nederland heeft 12 provincies die elk een eenheidsstaat zijn.
D
Door het lokalisme kunnen nieuwe bewoners zich buitengesloten voelen.
Slide 22 - Quizvraag
Hieronder staan drie soorten regio's. Sleep naar naar elke regio twee voorbeelden van zo'n regio. Kies uit:
Economische regio's
Landschappelijke regio's
Culturele regio's
Bible belt
Veluwe
Schiphol
Friesland
Waddenzee
Randstad
Slide 23 - Sleepvraag
Sociale ongelijkheid is...
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden
Slide 24 - Quizvraag
Insluiting
Uitsluiting
Een vluchteling in een klein dorp waar iedereen elkaar kent
Betrokken worden bij een buurtfeest als je er net bent komen wonen
Slide 25 - Sleepvraag
Participatie en sociale samenhang zijn in een dorpje kleiner dan in een stadsbuurt.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Als je jezelf Nederlander voelt, bij welke identiteit hoort dat dan?