Zorgsystemen 4/5 WoKr

• Food
• MBO
• Studiejaar 2

Zorgsystemen 4/5 WoKr

"Oefentoets"

Voedselveiligheid

In de komende 14 slides beantwoord je vragen over de onderwerpen van de afgelopen weken. Wat weet je nog?

Geef de precieze betekenis van het begrip 'kwaliteit' zoals in het E-book vermeldt staat.

Waar kijken we hier naar?

Noem twee factoren die zorgen voor groei van micro-organismen.

ziekmakende bacteriën van het ene product komen op het andere. 

HACCP

FIFO

kruisbesmetting

THT

TGT

Hazard

Fysische gevaren

Chemische gevaren

risico

tenminste houdbaar tot, staat op voedingsmiddelen die niet snel bederven. 

gevaren zoals glas, botdeeltjes, scherpe metaal- of houtdeeltjes, enzovoorts.

risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen

Staat op zeer bederfelijke producten. Na deze datum moet je de producten weggooien. 

schadelijke stoffen: dioxines, zware metalen.

first in, first out ('dat wat er het eerst in komt, gaat er ook weer het eerst uit') bij schappenvulsysteem 

Allergenen zijn ......... die een allergische reactie veroorzaken.

1. Schadelijke vetten
2. Schadelijk koolhydraten
3. Schadelijk eiwitten

Persoonlijke hygiëne

Levensmiddelen hygiëne

Bedrijfs hygiëne

Waar staat de afkorting HACCP voor?

1. Hazard Analysis Critical Control Points
2. Health Affect Crisis Control Problem

Wat is het verschil tussen deze twee schoonmaakmiddelen?

Plaats hier een foto van een mogelijke fysische besmetting in jouw leerbedrijf.

Voedselinfectie vs. voedselbesmetting.
Wat denk jij bij deze krantenkop:

"NVWA roept eieren terug."

1. Voedselinfectie
2. Voedselbesmetting

Zoek in E-Book:
Wat zijn de drie kerntaken van de NVWA?

Oordopjesvraag (HACCP)

In viertallen!

Een persoon kijkt de video zonder oordopjes

De andere personen kijken video met oordopjes 

Na het zien van de video geeft persoon 1 de info aan de andere. Je mag het maar één keer vertellen.

De toehoorders beantwoorden daarna samen de vraag

Leg aan je partners uit wat er in de video werd verteld. Laat hen vervolgens de volgende vragen invullen:
1. Vat in een paar woorden samen waar dit filmpje over ging.
2. Wordt er een natte of droge doek gebruikt bij het schoonmaken?
3. Waar zorgt reinigingsmiddel niet voor?

Arbo

De komende 8 slides staan in het teken van arbo. Wat weet je nog?

Arbo

Wat zie jij op het gebied van Arbo in deze video?

01:32

Over welke belasting gaat het hier?

In de kou werken valt onder?

1. Fysiek belastende factoren
2. Fysisch belastende factoren
3. Psychosociaal belastende factoren
4. geen van deze drie

Als er een ongeval gebeurt, moet de werkgever volgens de Arbowet bewijzen dat hem geen
schuld treft?

1. Waar
2. Niet waar

Jasper is er helemaal klaar mee dat hij telkens moet overwerken. Hij staat op het rooster tot 18:00 uur maar elke dag is hij pas om 19:30 uur klaar waardoor het donker is en hij niet meer met zijn hond kan gaan wandelen. Hij werkt veel meer dan is toegestaan volgens de arbeidstijdenwet.
Bij welke instantie kan hij aangeven dat zijn werkgever de arbowet overtreedt?

1. Ondernemingsraad
2. Gemeente
3. Bedrijfsarts
4. Inspectie SZW

Bram werkt bij een slagerij. Al jarenlang hangen de messen aan een magneetstrip bij de werkbank. Bram merkt tijdens zijn werk dat wanneer hij de messen terughangt op de strip ,deze iets zakken en soms zelfs vallen.
Hij vindt dat zijn baas hier eens naar moet kijken en dit op moet lossen. Bram denkt dat hij dit niet hoeft aan te geven bij zijn baas. Klopt dit?

Duovraag!

Maak een foto van je buurman/buurvrouw waarin de juiste tilhouding te zien is. Voeg deze toe aan deze pagina.

Milieu

De laatste 3 vragen gaan over milieu. Weet jij de juiste antwoorden?

Timervraag! Maak en deel in 1 minuut een foto in het lokaal van een product wat hoort tot de afvalgroep: chemisch afval

Dylano gebruikt als kok veel water bij het maken van zijn gerechten en het schoonmaken van de keukenvloer. Waarom moet Brandon goed rekening houden met welk
schoonmaakmiddel hij gebruikt?

1. Het is verboden om verontreinigd water in het riool te lozen. Deze factor zorgt voor milieuvervuiling.
2. Niet elk schoonmaakmiddel is geschikt voor het reinigen van de vloer.
3. A en B zijn juist.
4. A en B zijn onjuist.

Groen afval

plastic afval

Klein chemisch Afval

Glas afval

rest afval

Sleepvraag

Bijna klaar!

Je hebt de oefentoets doorlopen.

Hoe bereid je je verder voor op het examen?

• Lees het E-book Zorgsystemen in de ELO
• Maak de Zelfchecks
• Oefen met de flashcards
• Probeer de begrippen in je WPO toe te passen.

Evaluatie

Maak in ChatGPT een kort sinterklaasgedicht over vandaag met jouw begrippen, ervaringen en de lesdoelen.