Week 23 So Spaans:
Grammatica:
•Vorm en verschil van de werkwoorden; hay, estar, ser.
• Vorm en betekenis van de werkwoorden; ir,
seguir, jugar, conocer, coger.
• De voorzetsels A, EN en DE.
Woordjes:
Blok 1 TM 4 uit de woordenlijst SP en NL-SP:
- Woorden uit de leestekst p. 101
- Voorzetsels
- Vervoersmiddelen
- Mijn stad/dorp/wijk