Hs 20 Investeringsanalyse TVT NCW

Hs 20 Investeringsanalyse TVT
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hs 20 Investeringsanalyse TVT

Slide 1 - Tekstslide

Programma





Investeringsanalyse
Uitleg cashflow, terugverdientijd en NCW 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen, je kunt:

  • De cashflow van een investeringsproject bepalen
  • De terugverdientijd van een project berekenen
  • De netto contante waarde van een project berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Investeringsanalyse
  • Een bedrijf wil investeren om de productiecapaciteit uitbreiden. Welke investering is het best?
  • We kijken naar cashflows. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Cashflows
  • Cashflow begin project?
  • Cashflow tijdens het project, bv. ieder jaar?
  • Cashflow eind van het project?
  • Begin project: 2.000.000 uitgeven (begin 1e jr)
  • Tijdens het project gelijkmatig over jaar ontvangen: 1e jaar 500.000, 2e jaar 1.000.000, 3e jaar 1.000.000.
  • Eind van het project: 200.000 ontvangen (eind 3e jr)

Rendement 4%. Wat is dit project mij nu waard?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Teken een tijdlijn met 3 jaren, schrijf dan per tijdstip:
  • Bedrag
  • Uitgeven / Ontvangen
Eerste opdracht boven de tijdlijn
Tweede opdracht onder de tijdlijn

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht (boven tijdlijn)
Investering in machines begin eerste jaar: 2.000.000
Opbrengsten - kosten eerste jaar: 500.000
Opbrengsten - kosten tweede jaar: 1.000.000
Opbrengsten - kosten derde jaar: 1.000.000
Restwaarde eind derde jaar: 200.000


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht (onder tijdlijn)
Investering in machines begin eerste jaar: 2.000.000
Opbrengsten - kosten eerste jaar: 500.000
Opbrengsten - kosten tweede jaar: 1.000.000
Opbrengsten - kosten derde jaar: 500.000
Restwaarde eind derde jaar: 700.000


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Welk project wordt gekozen en waarom?



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Welk project wordt gekozen en waarom?

  • Heeft een bedrijf voorkeur wanneer het geld wordt ontvangen?
  • Hoe kan ik die voorkeur in mijn analyse meenemen? 


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Investering in machines begin eerste jaar: 2.000.000
Opbrengsten - kosten eerste jaar: 500.000
Opbrengsten - kosten tweede jaar: 1.000.000
Opbrengsten - kosten derde jaar: 1.000.000
Restwaarde eind derde jaar: 200.000

Rendement 4%. Wat is dit project mij nu waard?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen, je kunt:

  • De cashflow van een investeringsproject bepalen
  • De terugverdientijd van een project berekenen
  • De netto contante waarde van een project berekenen

Slide 18 - Tekstslide