H8 paragraaf 3 KGT4

programma

1. De tijdlijn
2. Vragen en onduidelijkheden
3. Oefentoets-vragen


We maken vandaag 26 en 27 (indien tijd over ook 28 en 29)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

programma

1. De tijdlijn
2. Vragen en onduidelijkheden
3. Oefentoets-vragen


We maken vandaag 26 en 27 (indien tijd over ook 28 en 29)

Slide 1 - Tekstslide

Neem de vragen over!

1. Waarom kunnen niet alle gewassen hier wordt verbouwd?

2. Waar beschermt de overheid tegen?

3. Wat is importheffing?

4. Wat is een Importquotum?

5. Waarom geeft de overheid subsidies op bepaalde producten?


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Protectiemaatregelen

De douane controleert personen, bagage en ingevoerde producten.

De Europese unie beschermt de eigen bedrijven door:

  • Invoerrechten
  • Contingentering
  • Exportsubsidie

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van de het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven

Slide 5 - Quizvraag

Het beschermen van Europese bedrijven (goederen en diensten) tegen bedrijven buiten de EU noemen we..
A
Protectiemaatregelen
B
Invoerrechten
C
Interne markt
D
Subsidies

Slide 6 - Quizvraag

De douane controleert personen, bagage en ingevoerde producten.

De Europese unie beschermt de eigen bedrijven door protectiemaatregelen:
* invoerrechten
* contingentering
Invoerrechten zijn in alle lidstaten van de EU gelijk      
(= gemeenschappelijk buitentarief).

Geen invoerrechten bij kleine bestellingen via internet.

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 8 - Quizvraag

nadeel vrijhandel
Door buitenlandse concurrentie kunnen bedrijven failliet gaan.

Slide 9 - Tekstslide

VRIJHANDEL

(globalisering)


Gevolg: internationale arbeidsverdeling =

productie vindt plaats in

het land waar dit het goedkoopste / beste kan.

PROTECTIONISME

(handelsbelemmeringen)

  1. invoerrechten
  2. contingentering
  3. exportsubsidie
  4. Invoerverbod

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.





Slide 10 - Tekstslide

Bij internationale arbeidsverdeling is de productie verdeeld over verschillende landen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Gevolg van globalisering: internationale arbeidsverdeling
  • producten worden gemaakt in het land waar ze het beste en/of goedkoopste zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Gevolg van globalisering: internationale arbeidsverdeling

producten worden daar gemaakt en geexporteerd waar men dat het beste en goedkoopste kan

Slide 13 - Tekstslide

Waar staat de EMU voor?
A
Europese Moderne Unie
B
Europese Monetaire Unie
C
Europese Metaal Unie
D
Europa Voor Moeders Unie

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort bij "vrijhandel":
A
importbelasting
B
invoerheffing
C
geen belemmeringen
D
importheffing

Slide 15 - Quizvraag

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel:
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wereldhandelsorganisatie (WTO)
De Wereldhandelsorganisatie, ofwel the World Trade Organisation (WTO) is een organisatie die de regels voor handel in de wereld onderzoekt en bewaakt. 

* Het hoofdkantoor stond altijd in New York, maar is verwoest door aanslahgen. 

Slide 17 - Tekstslide