5V §3.3 Natuurrampen en milieurampen

§3.3 Mileu- en natuurrampen
Lesdoelen:
1. Bespreken §3.3 met quizvragen
2. Lezen vragen bij Tegenlicht (Classroom)
3. Bekijken Tegenlicht : Het groene Goud 
4. Bespreken vragen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.3 Mileu- en natuurrampen
Lesdoelen:
1. Bespreken §3.3 met quizvragen
2. Lezen vragen bij Tegenlicht (Classroom)
3. Bekijken Tegenlicht : Het groene Goud 
4. Bespreken vragen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Natuur- en milieurampen
Natuurramp = Ramp veroorzaakt door de natuur, met veel slachtoffers en grote schade.
Milieuramp = Verstoring van de natuur door de mens, waardoor zich een ramp met slachtoffers en financiële schade voordoet.


Slide 4 - Tekstslide

Natuur- en milieurampen
Beide rampen komen steeds meer voor door o.a.:
1. Aantasting / vernietiging van het milieu
2. Groei wereldbevolking => toename kans op slachtoffers

Twee typen milieurampen:
1. Aantasting van de atmosfeer => gevaren voor de mens
2. Directe aantasting van het landschap

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het moeilijk een onderscheid te maken tussen milieu- en natuurramp?
A
De definities lijken teveel op elkaar.
B
Milieurampen tasten ook de natuur aan.
C
Het is moeilijk te achterhalen of een 'natuurramp' is veroorzaakt door de mens.
D
Natuurrampen tasten ook het milieu aan.

Slide 6 - Quizvraag

Vormen van landdegradatie
Oorzaken landdegradatie
overbeweiding
ontbossing
verkeerde irrigatiemethoden
verzilting
verwoestijning
bodemerosie

Slide 7 - Sleepvraag

Wat zijn de verschillende vormen van landdegradatie die je op de foto's ziet? 
Ontbossing
Overbeweiding
Bodemuitputting
Bodemerosie
Verwoestijning
Verzilting

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de foto. Waarom dragen de meisjes dit soort petjes?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Vragen
1. Wat is het grootste probleem voor de landbouwgebieden in Zuid Europa?
2. Sofia Toston Lobata van het dorp Ayoo vertelt dat veel jongeren wegtrekken en alleen ouderen achterblijven. Waarom?
3. Pedro Alonso Fernandez onderzoekt de velden en de mineralen. Waarom?
4. Pedro zegt dat erosie het grote probleem is en wijst op de hellingen. Waarom is het probleem juist daar zo groot?
5. Zo’n 2000 jaar geleden was er een totaal ander soort vegetatie. Welke?
6. Investeringen in tractors hebben volgens Pedro het land geen goed gedaan. Waarom niet?
7. Marcial Riesco Jusdel is ‘boer’ en ploegt het land maar verbouwt er niets op. Hij heeft hiervoor wel een tractor van 70.000 euro gekocht. Waarom?
8. Ferwerda spreekt over de noodzaak van ‘social return’ en ‘natural return’. Wat bedoelt hij hiermee?

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden
1. Wat is het grootste probleem voor de landbouwgebieden in Zuid Europa?
De verdamping is groter dan de neerslag => land droogt uit. (effectieve neerslag is te laag)
2. Sofia Toston Lobata van het dorp Ayoo vertelt dat veel jongeren wegtrekken en alleen ouderen achterblijven. Waarom?
De jongeren hebben geen werk. De ouderen geen alternatief. 
3. Pedro Alonso Ferandez onderzoekt de velden en de mineralen. Waarom? 
Hij wil bekijken in hoeverre de grond bruikbaar is voor landbouw.
4. Pedro zegt dat erosie het grote probleem is en wijst op de hellingen. Waarom is het probleem juist daar zo groot?
Hij ziet dat er op deze hellingen dan niets meer groeit.
5. Zo’n 2000 jaar geleden was er een totaal ander soort vegetatie. Welke? Er was een eikenbos.
6. Investeringen in tractors hebben volgens Pedro het land geen goed gedaan. Waarom niet? 
Hierdoor is de erosie van het land erger geworden.
7. Marcial Riesco Jusdel is ‘boer’ en ploegt het land maar verbouwt er niets op. Hij heeft hiervoor wel een tractor van 70.000 euro gekocht. Waarom?
Hij ontvangt hiervoor subsidie van de Europese Unie.

8. Ferwerda spreekt over de noodzaak van ‘social return’ en ‘natural return’. Wat bedoelt hij hiermee?

‘Social return’ betekent dat er weer mensen naar de dorpen komen om het land te bewerken. ‘Natural return’ is het herstel van de landbouwgronden.


Slide 22 - Tekstslide