Les 1 Interactievaardigheden

Interactievaardigheden 1
Les 1: introductie 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
InteractievaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Interactievaardigheden 1
Les 1: introductie 

Slide 1 - Tekstslide

Even voorstellen 

Slide 2 - Tekstslide

Interactievaardigheden
Interactievaardigheden zijn de vaardigheden om effectief en respectvol met andere mensen te communiceren en om te gaan. 
Deze vaardigheden omvatten onder andere sensitieve responsiviteit (gevoelig reageren op signalen), het bieden van structuur en grenzen, praten en uitleggen, het stimuleren van ontwikkeling, en het begeleiden van interacties tussen mensen, en zijn heel belangrijk voor een positieve ontwikkeling en welzijn in diverse situaties, zoals op de kinderopvang of op de werkvloer. 

Slide 3 - Tekstslide

INTERACTIEVAARDIGHEDEN
Basale:
  1. Sensitieve responsiviteit
  2. Respect voor autonomie
  3. Structureren en leiding geven
Educatieve:
  4. Praten en uitleggen
  5. Ontwikkelingsstimulering
  6. Bevorderen van interactie tussen kinderen

Slide 4 - Tekstslide

Welke regels gelden voor PM-ers?

Slide 5 - Woordweb

Waar komen die interactievaardigheden vandaan??
Goede interactie tussen de pedagogisch medewerker en een kind verbetert het welbevinden en de ontwikkeling van het kind. 
Dit omdat zij zelf nog weinig regie kunnen voeren op hun eigen gedrag, activiteiten en sociale contacten. De steun en begeleiding van de pedagogisch medewerkers is voor hen dus extra belangrijk.

Door goede interactie met kinderen draag je als pedagogisch medewerker bij aan het realiseren van de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, het ontwikkelen van persoonlijke competenties, het ontwikkelen van sociale competenties en het eigen maken van normen en waarden.

Slide 6 - Tekstslide

WET KINDEROPVANG
Marianne Riksen Walraven
 
• Pedagogische basisdoelen geformuleerd
  1. Bieden van emotionele veiligheid
  2. Stimuleren van de persoonlijke competentie
  3. Stimuleren van de sociale competentie
  4. Zorgen voor overdracht van normen en waarden

Slide 7 - Tekstslide

1. BIEDEN VAN EMOTIONELE VEILIGHEID
  • Elk kind heeft recht op welbevinden binnen de kinderopvang
  • Een kind kan zich alleen ontwikkelen als het zich prettig voelt, gehoord voelt en een goede verzorging krijgt

Slide 8 - Tekstslide

2. STIMULEREN VAN DE PERSOONLIJKE COMPETENTIE
  • Elk kind moet in de kinderopvang gestimuleerd worden om zijn zelfstandigheid te vergroten. Talenten moeten ontwikkelt worden. Het doen van activiteiten is dus iets waar een kind recht op heeft. En helemaal als die activiteiten aansluiten bij zijn/haar ontwikkelingsniveau.

Slide 9 - Tekstslide

            3. STIMULEREN VAN DE SOCIALE COMPETENTIE
  • Een kind kan zich alleen optimaal ontwikkelen als het gezonde relaties aangaat met groepsgenoten. Dit gebeurt heel vaak vanzelf maar binnen een groep kunnen problemen ontstaan en dan is de PM'er er om sociaal gedrag in goede banen te leiden en te stimuleren

Slide 10 - Tekstslide

4. BEVORDEREN VAN OVERDRACHT VAN NORMEN EN WAARDEN
  • Net als het stimuleren van de sociale competenties heeft een kind recht om te leren wat in een groep wel en niet gewenst is. 
  • Hoe ga je met elkaar om in de groep. Dat is waar een PM-er oog voor moet hebben. De PM-er moet dit voorleven en benoemen. Op welke manier dit gebeurt hangt natuurlijk af van de leeftijd van de kinderen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor problemen kunnen er zijn binnen een groep?

Slide 12 - Open vraag

Welke regels kan je hebben op een peutergroep (2-4 jaar)?

Slide 13 - Open vraag

VAARDIGHEDEN
Vaardigheden zijn dingen die een PM-er kan en als je de zes interactievaardigheden beheerst, werk je volgens de Wet KinderOpvang en dan ben je dus heel erg goed bezig!

Slide 14 - Tekstslide

DEZE PERIODE GAAN WE AAN HET WERK MET



  • SENSITIEVE RESPONSIVITEIT
  • RESPECT VOOR AUTONOMIE
  • BETEKENIS

Slide 15 - Tekstslide

HUISWERK
Voor deze lessen gebruiken we hoofdstuk 10 uit het rode basisboek van Pedagogisch Werk:
Voor volgende week:
• Lezen pag. 159 en 160.

Tip: Schrijf bij het lezen vragen die je hebt op!!

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

ANTWOORD
• De getallen onder de logo's geven aan welke letter van de naam van het
Logo je nodig hebt.
De logo's zijn van Marktplaats, Achmea, Starbucks, Wikipedia, Honda,
Peugeot, Thuisbezorgd en Red Bull.

• Dus het antwoord is: leuk hoor.

Slide 19 - Tekstslide