Les 6: jongens turnen, Buikdraai Correcte landing, Omgang met deelnemer

• Gymnastiekleider 2
• MBO
• Studiejaar 2

GYMNASTIEKLEIDER 2

Doelen deze les

• Je kent de onderdelen van het jongens turnen.
• Je kan een correcte landing beschrijven
• je weet te handelen bij onenigheid/ruzie in de groep. 

Terugkoppeling vorige les

• Lesorganisatievormen 
• Verschil klimmen en klauteren

Wat zijn lesorganisatievormen

1. Plaatje, Praatje, Daadje
2. Wie, Wat, Waar, Wanneer, Welke wijze, Wat daarna
3. Stroomvorm, commandovorm, groepen, individueel
4. warming-up, kern en afsluiting.

Lesorganisatievormen

• Stroomvorm 
• commandovorm/klassikale les
• werken in groepen en hoeken
• individueel

Voortgang opdrachten

• Ben je al begonnen?
• Hoe gaat het uitwerken?
• Ingeleverd ?

Jongens turnen

1. Vloer
2. Sprong
3. Ringen
4. Rek
5. Gelijke brug
6. Voltige 

(TV)Gelijke brug

Steunzwaaien:

Hierbij zijn je schouders in de voorzwaai iets naar achteren en de heupen gestrekt

(TV)Wat is wenden

Als je 'staand' voor de gelijke brug, opspringt, een voorzwaai maakt en in de achterzwaai de brug uit gaat.

(TV)Buikdraai

De buikdraai bestaat uit 2 delen

• De opzwaai
• De draai

Welke technische en didactische aanwijzingen kun je geven?

Buikdraai aanleren, rekstok/brug. Hoe pak je dit aan? Bedenk 2 oefeningen

Hoe ziet een correcte landing eruit?

(TV)Correcte landing

• Op twee voeten
• Stabiel
• Op de mat

Welke aanwijzingen kun je geven met een streksprong

(TV) aanwijzingen strekspong

• Neem je armen mee omhoog
• Rechtop in de trampoline springen
• Met gestrekte benen in de trampoline springen
• Blijf gestrekt en gespannen in de lucht
• Grote insprong
• Aanloop van kleine > grote passen
• Landing iets door de knieën
• Armen voor/zij bij de landing

2 kinderen hebben onenigheid. Wat ga je doen?

(TV)Onenigheid? wat nu?

• Vraag om de reden
• Haal de kinderen uit elkaar
• Zet ze in een andere groep
• Ga in gesprek
• Maak afspraken

Voor straks

Warming-up
Kern

• rollen o.a.
• trapeze zwaaien hangend
• balk sprongen/draaien

Doelen behaald?

• Je kent de onderdelen van het jongens turnen.
  
• Je kan een correcte landing beschrijven
  
• je weet te handelen bij onenigheid/ruzie in de groep.