WER les 3 Psychische gezondheid inleiding in de psychiatrie

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
psychiatrieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

We gaan nu over naar een ander les onderdeel.

Wel blijven we de ganzenbord gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding in de psychiatrie

Slide 9 - Tekstslide

 Inleiding in de psychiatrie  
  • De inhoud van dit theoriedeel

1- Psychische hulpverlening
2- Wanneer is er sprake van een psychisch probleem?
3-  De continuïteitsgedachte en de evenwichtsgedachte
4- Het ontstaan van psychische problemen
5- Algemeen psychopathologische verschijnselen                                                    6- Indeling in psychische stoornissen





Slide 10 - Tekstslide

Welke psychiatrische aandoeningen ken je of heb je wel eens van gehoord?

Slide 11 - Open vraag

Welke vormen van psychische hulpverlening ken je?

Slide 12 - Open vraag

psychische hulpverlening
Van licht tot ernstige problematiek
Ambulante en intramurale zorg
Psychiatrisch centrum
PAAZ
Onderwijs voor kinderen en jeugdigen met psychische problemen

Slide 13 - Tekstslide

Van licht tot ernstige problematiek
Nederland kent verschillende vormen van psychische hulpverlening. De vorm is vooral afhankelijk van de ernst van de problematiek.
Bij lichte psychische problemen kun je steeds vaker het internet raadplegen. De overheid zet in op eHealth en ook op e-mental health. Het gaat hierbij om zelfhulp via het internet bij lichte psychische klachten en sociale problemen. In veel gevallen kun je hier anoniem aan deelnemen.
Bij ernstige problematiek moet je denken aan 24 uurs opvang en behandeling bijvoorbeeld in een  gesloten behandelafdeling. 




Slide 14 - Tekstslide

Ambulante , Semimurale- intramurale zorg
Van oudsher wordt binnen de ggz onderscheid gemaakt tussen intramurale of klinische zorg en extramurale of ambulante zorg. Dat onderscheid begint te vervagen. Vroeger boden de psychiatrische ziekenhuizen de intramurale zorg en had je de RIAGG (de regionale instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg) voor ambulante zorg. Alle psychiatrische centra bieden tegenwoordig vrijwel alle vormen van hulpverlening aan, ook de zogenaamde semimurale zorg.

Slide 15 - Tekstslide

Ambulante zorg
Onder ambulante zorg wordt verstaan de zorg die in de thuissituatie of in een praktijk (huisarts, psycholoog, psychiater) wordt geboden en waarbij de cliënt gewoon thuis blijft wonen, blijft werken en/of een opleiding volgt. Het gaat meestal om hulp met de omvang van enkele uren per week.
Het verblijven in de normale omgeving wordt gezien als een belangrijk winstpunt van de ambulante zorg. Vandaar dat de overheid inzet op psychiatrische thuiszorg.

Slide 16 - Tekstslide

Semimurale zorg
Dit is een tussenvorm. Je bent niet opgenomen in een ggz-instelling, maar het kan zijn dat je niet geheel zelfstandig woont of dat je gedurende de week bepaalde dagdelen doorbrengt binnen een dergelijke instelling. Onder deze vorm van hulpverlening vallen vormen van beschermd wonen, deeltijdbehandelingen (dagbehandeling) en dagbesteding.

Slide 17 - Tekstslide

Intramurale zorg
Dit is de zorg die binnen de muren van een ggz-instelling of psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis wordt geboden. Hierbij gaat het om 24-uurszorg waarbij iemand is opgenomen. De overheid streeft ernaar om deze vorm van hulpverlening zo veel mogelijk terug te dringen. Alleen als het noodzakelijk is, dient intramurale zorg aangeboden te worden. De Wet langdurige zorg (Wlz) probeert dat te regelen.

Slide 18 - Tekstslide

PAAZ
Behalve in een psychiatrisch centrum kun je ook bij een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) of medisch-psychiatrische unit terecht voor allerlei vormen van behandeling van psychische problematiek. Er komen bijvoorbeeld mensen die acuut psychotisch of depressief zijn en/of suïcidaal gedrag vertonen. De PAAZ vangt ook mensen op die acuut in de war zijn geraakt, terwijl de oorzaak niet duidelijk is en lichamelijke factoren mogelijk een rol spelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Waar kun je hulp krijgen?
  • Online psychische hulp
  • Hulp van huisarts, bedrijfsarts of maatschappelijke werker
  •  Verwijzing naar basis GGZ of gespecialiseerde GGZ
  • Opname in een GGZ-instelling
  • Beschermd wonen

Slide 20 - Tekstslide

Onderwijs voor kinderen en jeugdigen met psychische problemen

Centra voor kinder- en jeugdpsychiatrie hebben vaak een school op hun terrein. Naast de behandeling gaan de kinderen en jeugdigen overdag zo normaal mogelijk naar school. De scholen voor kinderen met psychische problemen vallen onder cluster 4.
Onder cluster 4 vallen scholen voor leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek:
scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (zmok)
scholen verbonden aan een pedologisch instituut (PI-scholen)
scholen verbonden aan gesloten jeugdinrichtingen (justitie en jeugdzorg +).


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wanneer is er sprake van een Psychisch probleem ?
In de psychiatrie gaat het om hulpverlening aan mensen die een psychisch probleem hebben en vaak in nood verkeren. Van oorsprong is het een medisch specialisme. De naam is afgeleid van ‘psyche’ en ‘iater’, het Griekse woord voor arts. Tegenwoordig kijkt het vak heel wat breder naar psychische problemen dan alleen vanuit de medische invalshoek.

Slide 23 - Tekstslide

 Wanneer spreek je van een psychisch probleem of van psychisch ziek?
Wanneer is er nu precies sprake van psychische nood? 
Is er bij een sombere periode sprake van psychische nood? 
Als iemand vaak zijn handen moet wassen, is deze persoon dan psychisch ziek?

Slide 24 - Tekstslide

Wat is normaal of abnormaal?
De vraag wat normaal of wat abnormaal is, laat zich niet zo eenvoudig beantwoorden. Zeker niet wanneer het gaat om gedrag van mensen. Is zes keer in de week drie uur voor een bepaalde sport trainen nog normaal of ben je dan ook niet helemaal goed bij je hoofd? Is in huilen uitbarsten in de klas voor een jongen van 18 normaal?
Bij de beoordeling spelen onder andere de volgende factoren een rol:
je persoonlijke opvatting
de opvattingen van de omgeving
de situatie.


Slide 25 - Tekstslide

Bij de beoordeling spelen onder andere de volgende factoren een rol:

je persoonlijke opvatting
de opvattingen van de omgeving
de situatie.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

De continuïteitsgedachte 
Of mensen wel of niet psychisch gezond zijn, kun je aangeven met behulp van een geleidelijke schaal, die loopt van enorm psychisch gezond tot ernstig psychisch lijden. Zo’n geleidelijke of geleidende schaal wordt ook wel een continuüm genoemd. Vandaar dat men in dit verband spreekt van de continuïteitsgedachte.

Slide 28 - Tekstslide

De continuïteitsgedachte:

psychisch gezond (0)-------------------------Ernstig psychisch lijden(100)

Of mensen wel of niet psychisch gezond zijn, kun je aangeven met behulp van een geleidelijke schaal, die loopt van helemaal psychisch gezond tot ernstig psychisch lijden. Zo’n geleidelijke of geleidende schaal wordt ook wel een continuüm genoemd. Vandaar dat men in dit verband spreekt van de continuïteitsgedachte.





Slide 29 - Tekstslide

"Draagkracht"
Wat bekent draagkracht in de psychiatrie ?
A
Iemands vermogen om bepaalde gewichten te dragen.
B
De kracht die vrouwen hebben om de zwangerschap te dragen
C
Iemands vermogen om bepaalde lasten (in figuurlijke zin) te dragen
D
Wat iemand in figuurlijke zin te dragen heeft. De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart

Slide 30 - Quizvraag

Draaglast is
A
Wat je in je leven aankunt
B
Wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
C
Wat je in je leven aan nare ervaringen krijgt
D
Wat je in je leven de moeite waard vindt

Slide 31 - Quizvraag

De evenwichtsgedachte
Bij onze opvatting over psychisch lijden gaan we niet alleen uit van de continuïteitsgedachte, maar ook van de zogenaamde evenwichtsgedachte, balans tussen draagkracht en draaglast.
De evenwichtsgedachte:

Draagkracht ---------------------------------------------Draaglast


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

De WVGGZ staat voor?
A
Wet voor geestelijke gezondheidszorg
B
Wet verplicht geestelijke gezondheidszorg
C
Wet verplicht geestelijke gemeentezorg
D
Wet verplichte geestelijke goedezorg

Slide 35 - Quizvraag

Per wanneer is de WVGGZ in gegaan?
A
1-1-2020
B
1-1-2021
C
1-1-2022
D
1-1-2023

Slide 36 - Quizvraag

De WVGGZ is voor mensen....
A
Waarvan het gedrag voortkomt uit een verstandelijke handicap
B
Waarvan het gedrag voortkomt uit een psychische stoornis
C
Waarvan het gedrag voortkomt uit een psychogeriatrische aandoening
D
Antwoord B en C samen

Slide 37 - Quizvraag

De WVGGZ kent twee wegen naar verplichte GGZ namelijk....?

Slide 38 - Open vraag

De zorgmachtiging is een onderdeel van de WVGGZ. Wie kan deze zorgmachtiging afgeven?
A
De Burgemeester
B
De Rechter
C
De Ouders of Voogd

Slide 39 - Quizvraag

Het horen van de betrokkene is een verplicht onderdeel bij een Crisismaatregel
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 40 - Quizvraag

Iedereen kan bij de gemeente een melding doen over een persoon voor een eventuele verplichte GGZ
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 41 - Quizvraag

Een verkennend onderzoek valt onder de....
A
WVGGZ
B
WZD

Slide 42 - Quizvraag

Waar staat de afkorting WZD voor?

Slide 43 - Open vraag

Vanaf welke leeftijd mag een kind/jongere zelf beslissen over de zorg?
A
Kinderen tot 12 jaar
B
Vanaf 12 jaar
C
Vanaf 16 jaar
D
Vanaf 18 jaar

Slide 44 - Quizvraag

Wat is geen toeslag?
A
Kindgebonden budget
B
Kinderopvangtoeslag
C
Zorgtoeslag
D
Kinderbijslag

Slide 45 - Quizvraag

De hoogte van de toeslag is afhankelijk van...
A
Jouw eigen inkomen
B
Het inkomen van je partner
C
Het toetsingsinkomen van jou en je partner
D
.

Slide 46 - Quizvraag

Iedereen heeft recht op toeslagen.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 47 - Quizvraag

Deze les heeft mij inzicht gegeven in hoeverre ik de lesstof beheers
Eens
Oneens

Slide 48 - Poll

En de WINNAAR is?

Slide 49 - Tekstslide

Einde les

Bedankt voor jullie aandacht.

Slide 50 - Tekstslide