Week 2 Stokbrood kruidenboter

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Stokbroodkruidenboter

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

leerling kan het verschil tussen kruiden en specerijen uitleggen

leerling kan vertellen hoe je kruiden bewaard

leerling kan vertellen welke 3 soorten hygiëne er zijn

theorie

Kruiden = verse of gedroogde groene delen van de plant

Specerijen = gedroogde aromatische delen van de plant

Specerij komt uit tropische gebieden

theorie

Bewaren:

• Kruiden vochtig papier en koel
• Specerijen en droge kruiden op een droge plek

Vul opdracht 1  A & B in.

Kruiden

Welke kruiden 

zie je op deze

afbeelding

Maak

opdracht 2 

Hygiëne

3 soorten:

• Persoonlijk
• Levensmiddelen
• Bedrijf

Vul de woordspin in

vaktaal

Klassikaal bespreken wij de woorden en schrijf je ze op:

• Bieslook
• Geraspt
• Zacht maken van boter
• Ingesneden stokbrood
• Hakken

voorbereiding

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen

• Bekken
  
• Snijplank groen
  
• Koksmes
  
• Bakpapier
  
• Oven rek
  
• Eetlepel
  

Ingrediënten:

• 1 stokbrood (pistolet)

• 50 gram boter

• 1 takjes peterselie

• 1 takjes basilicum

• 2 takjes bieslook

• snufje knoflookpoeder

• 25 gram kaas (geraspt)

uitvoeren

je gaat nu de vlaflip maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Maak schuine sneden in het stokbrood 

het moet aan elkaar blijven zitten. 

Stap 2

Hak de kruiden. 

Stap 3

Maak de boter zacht in de steelpan

Stap 4

Meng in de steelpan en maak op smaak:

- Zachte boter

- gehakte kruiden

- knoflook

- peper en zout 

Stap 5

Schep met een eetlepel de kruidenboter tussen de ingesneden stukjes van het stokbrood

Stap 6

Strooi de kaas over het stokbrood.

Leg dit met bakpapier op een ovenrek

Stap 7

Bak het brood voor 6 a 8 minuten in de oven tot de kaas licht verkleurd is

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Reflectie

Vul je reflectie in. 

We gaan het daarna bespreken

Wat is een cupcake?

leerling kan uitleggen wat een cupcake is 

Welke 4 ingredienten zitten er in de cupcake?

leerling kan 4 ingredienten benoemen die in het recept zijn gebruikt.

Waar let je op bij au bain marie verwarmen?

lleerling kan glazuur au bain marie verwarmen, zonder dat er water in komt. 

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding