Week 1 champignonragout

Champignon
ragout
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Champignon
ragout

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
leerling kan vertellen wat boter is
leerling kan vertellen hoe room wordt gemaakt 
leerling kan vertellen wat margarine is 

Slide 3 - Tekstslide

theorie
Boter: wordt gemaakt van het vet  van melk
Vet = slagroom
Slagroom: wordt HEEL hard rondgedraaid, 
vet en vocht laten los.
Vet = na ronddraaien roomboter
Vocht = na ronddraaien natuurlijke
karnemelk

Slide 4 - Tekstslide

theorie
Margarine = plantaardig vet
Margarine = geen zuivelproduct
Margarine =  80% vet (minder dan in boter)

Slide 5 - Tekstslide

Thema
Vaste eet momenten:
  • Ontbijt tussen 8 en 9 uur smorgens
  • Lunch tussen 12 en 1 uur smiddags
  • Diner tussen 5 en 6 uur savonds

Slide 6 - Tekstslide

Thema
Samen gaan wij opzoeken wat de volgende diëten betekenen:
  • Vegetarisch
  • Halal
  • Zout-arm
  • Calorie-arm
  • Biologisch

Slide 7 - Tekstslide

vaktaal
Klassikaal bespreken wij de woorden en schrijf je ze op:
  • Klontje boter
  • Roux
  • Bouillon
  • Snipperen
  • Pasteibakje

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

voorbereiding
We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 12 - Tekstslide

materialen
  • Snijplank geel en groen
  • Steelpan
  • Pollepel
  • Bekken
materialen
  • Koksmes
  • Kleine Koekenpan
  • Steelpan
  • garde


Slide 13 - Tekstslide

Ingredienten

• 50 gram champignons
• 3 takjes peterselie
• 25 gram boter
• 60 gram bloem
• Peper en zout

Ingredienten

• 300ml bouillon groenten
• 2 pastei bakjes
• 1 halve ui
• 1 theelepel olie

Slide 14 - Tekstslide

uitvoeren

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 15 - Tekstslide

Stap 1
Snij de champignons en bak ze in een klontje boter gaar

Slide 16 - Tekstslide

Stap 2
  • Snipper de ui
  • Hak de peterselie 

Slide 17 - Tekstslide

Stap 3
  • Pak 300 ml HEET water in je maatbeker
  • Doe 1 eetlepel bouillon bij. 
  • Roer door.  

Slide 18 - Tekstslide

Stap 4
  • Smelt 25 gram boter in je kleine steelpan
  • Voeg te gesnipperde uit toe 

Slide 19 - Tekstslide

Stap 5
  • Doe de bloem erbij, ga roeren
  • Blijven roeren tot het naar koekjes ruikt. 

Slide 20 - Tekstslide

Stap 6
Voeg in 4 delen het water toe. Blijf goed roeren met een garde Alle klonten eruit

Slide 21 - Tekstslide

Stap 7
Doe in je pan:
  • Champignons
  • Peterselie 
Roer het goed door

Slide 22 - Tekstslide

Stap 8
Doe het pastei bakje in de oven ==> kijk op de verpakking hoe lang. 

Slide 23 - Tekstslide

Stap 9
Vul je pasteibakje met Ragout.

Eetsmakelijk

Slide 24 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 25 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 28 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 29 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 30 - Tekstslide

schoonmaaktaken: 
  • wasbakken 1+2
  • wasbakken 3+4
  • Temperatuur meten
  • werkbank controleren
  • was vouwen
schoonmaaktaken:
  • vloer vegen
  • vloer schrobben
  • vloer trekken
  • kruidenkar
  • tafels schoonmaken

Slide 31 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 32 - Tekstslide

Reflectie
Vul je reflectie in. 

We gaan het daarna bespreken

Slide 33 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 34 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 35 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide