2a1 Spelling blok 3 en 4

Verder met spelling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verder met spelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Vandaag: Blok 3 en 4
Maandag: Blok 5 en 6 en lezen.
Volgende week vrijdag: Formatief so werkwoord spelling en Werken aan Pecha Kucha

Na de vakantie op maandag: Werken aan Pecha Kucha
De donderdag na de vakantie: inleveren Pecha Kucha.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouds-n bij verwijzingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouds-n bij verwijzingen
alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen

ZONDER -n als:
- er een ZNW achter staat
- als het niet over personen gaat


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je moet beide/beiden handen aan het stuur houden.
A
beide
B
beiden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er komen andere/anderen naast ons wonen.
A
andere
B
anderen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij had dertig fouten. Vele/Velen waren ontstaan door slordigheid.
A
Vele
B
Velen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er komen andere/anderen mensen bij ons wonen.
A
andere
B
anderen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling blok 4 en 5 - Leerdoelen


Je leert over samenstellingen 
Je leert over samentrekkingen en het weglatingsstreepje

Je weet hoe je aanhalingstekens gebruikt
Je weet hoe je een komma gebruikt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Je hoort twee of meer woorden in een samenstelling.

Je schrijft de woorden aan elkaar.

Slide 10 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Samenstellingen
Een samenstelling is één woord dat gemaakt is uit twee of meer woorden.
Je schrijft een samenstelling ALTIJD als één woord.
Je zet NOOIT een spatie in een samenstelling.

Je zet een koppelteken ( - ) bij letterverwarring (uitspraak).
Vb. wiskunde-expert

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Voorbeelden met 2 woorden: 
samen+stelling = samenstelling 
boeken+kast = boekenkast
tuin+bank = tuinbank 
laptop+tas = laptoptas
vruchten+taart = vruchtentaart
Voorbeelden met meer dan 2 woorden: 
wind+molen+monteur = windmolenmonteur

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Het laatste woord is het belangrijkste woord.
Het eerst woord zegt iets over het laatste woord.
vruchtentaart = een taart die uit vruchten bestaat.
laptoptas = een tas die voor een laptop bestemd is. 
tuinhuis = een huis voor in de tuin.

We pakken daarom ook altijd het lidwoord van het laatste woord.
de tuin + het huis = het tuinhuis


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tussenletters 
in 
samenstellingen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletter -s- in een samenstelling
Gebruik altijd een tussen-s als je die hoort.
             jongensboek
Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, kun je het het eerste deel veranderen en luisteren of je een tussen-s hoort. Gebruik een ander woord of bijvoorbeeld 'plein'.
            kaasschaaf, stadsschouwburg (stadsplein), 
            bruidssluier (bruidsboeket)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletter -e-  in een samenstelling
Is het linkerdeel een zelfstandig naamwoord? 
NEE!    Schrijf dan altijd een -e- !

WANT: 
  • het linkerdeel is: bijvoeglijk naamwoord oudejaarsavond
  • het linkerdeel is: werkwoord knarsetanden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samentrekking & weglatingsstreepje
Het weglatingsstreepje gebruik je:
  • als je een deel van een woord weglaat: 
  1. huisvrouwen en huismannen --> huisvrouwen en -mannen
  2. voordelen en nadelen --> voor- en nadelen

Je gebruikt geen koppelteken als je een heel woord weglaat:
  1. korte treinen en lange treinen --> korte en lange treinen
  2. middelbaar onderwijs en basisonderwijs --> middelbaar en basisonderwijs

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In stilte werken
Maak opdracht 5 en 6
Klaar? kijk je werk na met een andere kleur. 
Ook klaar? Werkwoordspelling oefenen op Cambiumned.nl

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies