KA 6 4 Havo

Tijd van Grieken en Romeinen
2.2 Het Romeinse Rijk (A)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tijd van Grieken en Romeinen
2.2 Het Romeinse Rijk (A)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Activeren voorkennis
4. Theorie
5. Beeldmateriaal
6. Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen terugkoppeling
1. Je kent drie verschillende Griekse bouwstijlen.

2.  Je kan zowel Griekse architectuur als beeldhouwkunst herkennen en uitleggen waarom een object "typisch"  Grieks is.

Kenmerkend aspect:

5.. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de Romeinen?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen 
1. Je kunt chronologisch uitleggen welke bestuursvormen het Oude Rome heeft gekend.

2.Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun imperium uitbreidden en onder controle hielden.



Kenmerkend aspect:

5. De groei van het Romeinse imperium waardoor de waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.


Slide 5 - Tekstslide


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Slide 6 - Tekstslide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)


  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 7 - Tekstslide


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 8 - Tekstslide


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 9 - Tekstslide


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

Slide 10 - Tekstslide


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 11 - Tekstslide


Pax Romana
27 v. Chr.



  • Met keizer Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)
  • Het rijk breidt zich nog steeds verder uit, maar voorlopig is er tussen de machtigste politieke groepen een soort vrede...  

Slide 12 - Tekstslide


Eén goede keizer...




...wil niet zeggen dat zijn opvolgers dat ook altijd waren...



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Wat vond ik lastig?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 17 - Quizvraag

Julius Caesar was de eerste
keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet de eerste keizer
van het Romeinse Rijk?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent de
titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek

Slide 20 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 21 - Quizvraag

Welke keizer stak Rome
in brand?

Slide 22 - Open vraag

De Romeinen hebben ooit hun koning verjaagd. Nu, met de
komst van keizer Augustus, is er tóch weer één man de baas.

Waarom vonden de Romeinen dat misschien helemaal niet zo erg?
Gebruik in je antwoord het begrip: 'Pax Romana'

Slide 23 - Open vraag