H6 Enzymen 6.1 t/m 6.4

H6 Enzymen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H6 Enzymen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen

Slide 2 - Woordweb

Vragen wat zij weten van enzymen!
Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet ik..
  1. Wat enzymen zijn.
  2. Wat het sleutelslot model inhoudt
  3. Wat voor invloed temperatuur en zuurgraad op enzymen hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn enzymen?
Enzymen zijn eiwitten die reacties van stofwisselingsprocessen versnellen door verlaging van de activeringsenergie (katalysatoren)

Activeringsenergie is de energie dat nodig is om een reactie te laten verlopen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen
  • Zijn opgebouwd uit eiwitten en hebben een hulpstof nodig om goed te kunnen functioneren. Zo'n hulpstof heet co-enzym.

  • Co-enzymen leveren een belangrijke bijdrage aan de ruimtelijke structuur van enzymen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelt men met activeringsenergie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een enzym met de activeringsenergie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geeft een andere naam voor een enzym
A
eiwit
B
aminozuur
C
katalysator
D
proteïne

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke type biomoleculen zijn enzymen opgebouwd en wat bedoeld men met co- enzym
A
eiwitten en hulpstof
B
vetten en proteïnen
C
koolhydraten en activeringsenergie
D
hulpstof en substraat

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werking van Enzymen
Sleutel-slot model: houdt in dat elk enzym op een substraat past als een sleutel op een slot.
  • Substraat: de stof waar het enzym een reactie mee aangaat.
  • Koppeling tussen enzym en substraat is specifiek 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het sleutel slot model
  • Enzym bindt aan het substraat, hierbij ontstaat een enzymsubstraat.
  • Door katalytische kracht worden verbindingen in het substraat verzwakt en verbroken.
  • Substraat wordt omgezet in producten en vrijgelaten
  • Enzym komt onbeschadigd vrij

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke stappen bestaat het werkingsmechanisme van enzymen.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving enzymen
De naam van een enzym is afgeleid van het substraat met het achtervoegsel- ase. 

VB: urease (enzym)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemt men het enzym dat inwerkt op maltose, lipide DNA en eiwit. (LET OP!! 4 substraten dus 4 antwoorden)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Active Site
Gedeelte van het enzym waar de ruimtelijke vorm zit.

Hier vindt de binding tussen enzym en substraat plaats. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van temperatuur 
Reactiesnelheid verdubbelt bij elke 10  graden Celcius verhoging. 
Bij zeer lage bijv -20 is de enzymactiviteit minimaal.

Bij hoge temperaturen zullen enzymen denatureren, hierbij verandert de ruimtelijke structuur van het enzym en is het niet meer actief. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van temperatuur
Optimum temperatuur: functioneert 
het enzym het beste. 


De laagste temperatuur waarbij een enzym nog actief is, noemt men de minimumtemperatuur en de hoogste de maximumtemperatuur. Hierboven of onder is er geen activiteit. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een omschrijving van het begrip 'active site' van een enzym.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is koorts van 41 graden gevaarlijker dan een lichaamstemperatuur van 32graden?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van zuurgraad
De ruimtelijke structuur van een enzym wordt bepaald door de rangschikking van de aminozuren. 

Verandering van zuurgraad zal daarom direct van invloed zijn op de toestand van de aminozuren en dus op de ruimtelijke structuur van het enzym.

Dit verklaart dat een kleine verandering van de pH leidt tot een activiteitsverandering van het enzym

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van zuurgraad
Elk enzym zal bij een bepaalde pH, het pH-optimum, de beste ruimtelijke structuur en daarbij de grootste activiteit hebben.

Zo is de zuurgraad in onze maag ongeveer pH 2. Het enzym dat hier werkzaam is, is daarom ook optimaal werkzaam bij pH 2. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blijft speekselamylase nog lang actief nadat het met het voedsel in de maag terecht is gekomen?
A
Ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het proces dat de ruimtelijke structuur van een eiwit kapot gaat?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies