Bloedgas

Bloedgas
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bloedgas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar neem je bloedgas af?
Een gewone bloedafname wordt uit een ADER (meestal de elleboog) gehaald.
Een aterieel bloedgas wordt uit een zuurstofrijk vat gehaald. 
Dus deze bepaling haal je uit een SLAGADER. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bepaal je met een bloedgas?
- Het zuurstof gehalte in het bloed
- Het gehalte koolstofdioxide in het bloed
- De zuurgraad (pH) van het bloed

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte uitleg 
De ademhaling zorgt ervoor dat zuurstof de cellen van het lichaam kunnen bereiken en dat koolstofdioxide, dat door allerlei metabole processen in de cellen wordt gevormd wordt afgevoerd. Dit hele proces heet gaswisseling.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH = zuurgraad
De pH waarde in je lichaam wordt altijd erg strak gehouden tussen 7.35 - 7.45

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH laag/hoog
pH laag ( < 7.35) --> bloed wordt zuurder = acidose
pH hoog (> 7.45) --> bloed wordt meer basisch = alkalose


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de hand van het koolstofdioxide gehalte en bicarbonaat gehalte kan je achterhalen:
Is de oorzaak respiratoir of metabool??

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1, beoordeel het pH
Een pH < 7.35 is een acidose
Een pH> 7.45 een alkalose
Normaalwaarde 7.35 - 7.45

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2, koolstofdioxide en bicarbonaat
Acidose --> komt dit door  verhoogd koolstofdioxide of een verlaagd bicarbonaat?

Alkalose  --> komt dit door een verlaagd koolstofdioxide of een verhoogd bicarbonaat?


Slide 9 - Tekstslide

ROME begrip uitleggen
Normaalwaarde
Bloedgasanalyse normaalwaarden ;

PH 7,35-7,45
PCO2 4,5 -6,1kpa
HCO3- 23-28 mmol/L.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Respiratoire acidose
Door een verstoorde ademhaling kan het koolstofdioxide het lichaam niet goed verlaten. De concentratie in het bloed stijgt en de pH van het bloed daalt. 
= pH laag, pCo2 hoog

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken kunnen zijn:
- Hypoventilatie; anesthesie, opiaten, mechanische ventilatie, hoofdtrauma
- COPD
- Pneumonie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Respiratoire alkalose
Denk hierbij aan hyperventilatie als voorbeeld. 
Je ademt meer en sneller achter elkaar, koolstofdioxide wordt sneller en meer afgevoerd. 
= pH stijgt, pCo2 daalt. 

Slide 13 - Tekstslide

Er kunnen verschillende oorzaken zijn van hyperventilatie.. Bijvoorbeeld pijn, angst, koorts. Mechanische beademing. Longembolie.
Bij hyperventilatie gaat iemand meer ademen dan nodig, vaak door angst of stress. Wat is het gevolg op het CO2 gehalte van het bloed? En op de pH?
A
CO2 gehalte in het bloed en de pH stijgen
B
CO2 gehalte in het bloed en de pH dalen
C
CO2 gehalte in het bloed stijgt en de pH daalt
D
CO2 gehalte in het bloed daalt en de pH stijgt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Metabole acidose
De pH waarde is hierbij verlaagd evenals de
bicarbonaatconcentratie in het bloed. 
= pH laag, bicarbonaat laag


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken kunnen zijn:
- Diabetische keto acidose
- Alcohol intoxicatie
- Nierfalen
- Rhabdomyolyse (spierafbraak)
- Diarree, ileostoma

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metabole alkalose
Er is een verhoogde pH samen met een verhoogde bicarbonaatconcentratie in het bloed. 
= pH hoog, bicarbonaat hoog


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken kunnen zijn:
- Langdurig braken
- Kalium tekort
- Diuretica

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat haal je nog meer uit een bloedgas?
- Kalium
- Glucose
- Lactaat --> Lactaat is een marker voor de mate van weefseloxygenatie. Bij zuurstoftekort ( hypoxie ) zal er veel lactaat gevormd worden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een respiratoire alkalose betekent:
A
Het bloed is te zuur door de longen
B
Het bloed is te basisch door de nieren
C
Het bloed is te zuur door de nieren
D
Het bloed is te basisch door de longen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een PH van 7,27 is:
A
Zuur
B
Basisch

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënt presenteert zich op de Spoedeisende Hulp met het volgende arterieel bloedgas: pH 7,32 , verlaagd HCO3 , normale pCO2. Hoe classificeer je deze zuurbasestoornis?
A
metabole acidose
B
metabole alkalose
C
respiratoire acidose
D
respiratoire alkalose

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij bloedonderzoek worden bij een patiënt de volgende resultaten gevonden:
pH 7,19
HCO3- = 24 mmol/L 
pCO2 = 8,5 kPa 
Wat is er aan de hand? wat is verhoogd/verlaagd?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord 
Bij bloedonderzoek worden bij een patiënt de volgende resultaten gevonden:
pH 7,19
HCO3- = 24 mmol/L (normaal)
pCO2 = 8,5 kPa (verhoogd)
Wat is er aan de hand?

De pH is verlaagd en ook de pCO2 is verhoogd.
HCO3- is normaal.
Dat betekend dat de patiënt een respiratoire acidose heeft. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde :-)
Je kan bij interesse het filmpje van Juf Danielle bekijken over het zuur base evenwicht op YouTube.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies