Les 6 NL

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les 6; Nederlands 1F.  22 april.

1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
   
2. De vorige les
3. Belangrijk
4. Opwarmertje
5. Instructie
6. Zelfstandige verwerking
7. Thuisopdracht
8. Evaluatie

Inchecken. Jij & ik.

Hoe voel je je?

1. BLIJ, ENTHOUSIAST OF..
2. NORMAAL, RUSTIG OF..
3. MOE, NERVEUS OF..

Thuisopdracht.

Nederlands 1F.

We gaan het gemaakte werk samen bespreken.

• Les 5 - Cijferend delen met rest - Niets opgestuurd. Extra huiswerk vanmiddag. Nieuwe afspraak: De dag van de les wordt het huiswerk gemaakt en opgestuurd.

De vorige les. 

Nederlands 1F.

Lesdoel(en):

• Ik vergroot mijn woordenschat (door te lezen en de betekenis van
  
• moeilijke woorden te leren).
  
• Ik leer waarom lezen belangrijk is om meer te leren.
  
• Ik leer wat de opmaak van een tekst is.
  
• Ik leer wat een verhalende tekst is (begrijpend lezen).

• 764 : 4 =
• 990 : 2 =
• 2,5 x 0,95 =
• 88 x 0,07 =
• Omtrek / oppervlakte

De opmaak van een tekst.

1. Leg uit waar je de titel kunt vinden + wat een titel is.
2. Leg uit waar je een bijschrift kunt vinden + wat een bijschrift is.
3. Leg uit waar je de bron kunt vinden + wat een bronvermelding is.

Wat is een tussenkopje?

1. De dikgedrukte en grotere tekst bovenaan de tekst.
2. De kleinere titels boven elke alinea.
3. De tekst onder de afbeelding.
4. Onderaan een tekst, waarin staat waar de tekst vandaan komt.

Verwijswoorden.

´Het apparaat ziet er goed uit en Pieter kan niet wachten om ermee te vliegen. Eenmaal thuis leest hij de beschrijving vluchtig door.´

Naar wat/wie verwijst hij?

1. De vader van Pieter.
2. De vader van Pieter en de verkoper.
3. Pieter, de vader van Pieter en de verkoper.
4. Pieter.

Opwarmertje.

Rebussen.

Lesdoel(en): 

• Ik oefen en vergroot mijn woordenschat.
  
• Ik leer hoe ik een rebus kan oplossen.  

GYNZY: Breinbrekers - Rebussen lente - Oefening 1 en 2.

Let´s talk!

Is er nog iets dat we willen delen met elkaar?

Vanuit jou?

Hoe was je schooldag? Is er iets dat er nog in je hoofd zit wat je kwijt wilt?

Vanuit mij?

Instructie.

Nederlands 1F.

Lesdoel(en):

• Ik vergroot mijn woordenschat (door te lezen en de betekenis van
  moeilijke woorden te leren).
• Ik leer waarom lezen belangrijk is om meer te leren.
• Ik leer wat verwijswoorden zijn.
• Ik leer wat de verbanden: argument/tegenargument, probleem/oplossing, oorzaak/gevolg.
• Ik leer wat een mening, feit en advies is.
• Ik leer wat een betogende tekst is (begrijpend lezen).

Instructie.

Nederlands 1F.

Theorie:

Blz. 21-24

Opdracht 16-18.

Ik doe het voor:

Opdracht 16 - Hardop denkend de tekst en de opmaak bespreken.

Instructie.

Nederlands 1F.

Jij doet het na:

Opdracht 16.

Zelfstandige verwerking.

De opdrachten.

Jij doet het zelf:

Opdracht 17.

Opdracht 18.

Zelfstandige verwerking.

De opdrachten nabespreken.

We bespreken de opdrachten na en jij kijkt je gemaakte werk meteen na.

Maak een foto en stuur dit via WhatsApp op.

Zelfstandige verwerking.

Begrijpend lezen.

1. We lezen samen de tekst
2. We bespreken de opdrachten en de belangrijke theorie.

Betogende tekst: Wat is voor honden.

LINK: Verwijswoorden (1:45 - 5:00).

Jij doet het zelf:

Jij maakt opdracht 1-5.

Beantwoord de volgende vragen in LessonUp.

Begrijpend lezen.

Vraag 1 t/m 5.

Evaluatie.

Les evalueren.

Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

1. Wat is een woordweb?
2. Wat betekent het verband: argument/tegenargument?

Verwijswoorden.

´Hij zegt dat water voor honden is, niet voor mensen.´

Naar wat/wie verwijst hij?

1. Isa.
2. De kinderen uit de klas.
3. De vader van Isa.

De volgende les.

Wat gaan we leren en oefenen?

De volgende les is een reguliere les, waarbij de volgende lesdoel(en) centraal staan:

De volgende les is een toetsles, waarbij de volgende lesdoel(en) getoetst worden:

1. Ik leer wat de opmaak van een tekst is.
2. Ik leer hoe ik achter de betekenis van een moeilijk woord kom.
3. Ik leer wat een informatieve tekst is.
4. Ik vergroot mijn woordenschat.

Huiswerk.

Wat wordt er thuis geoefend?

Iedere week wordt er thuis geoefend met Nederlands 1F.

De  opdrachten stuur ik via WhatsApp.

Je maakt een foto van je gemaakte werk en stuurt dit naar mij op.

Huiswerk:

Les 6 huiswerk: Verwijswoorden.

Tijd over.

Laten we meer oefenen!

Doel(en):

• Ik vergroot mijn woordenschat.

GYNZY: Galgje.