ENTA/B

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
- Kennismaken: stel jezelf voor aan de klas.
- Je vindt snel het goede woord in een woordenboek.

Slide 2 - Tekstslide

Je vindt snel het goede woord in een woordenboek.
Als je de betekenis van een belangrijk woord niet uit de tekst of uit het woord zelf kunt afleiden, zoek het woord dan op in een woordenboek. 

Slide 3 - Tekstslide

Zoek op het juiste trefwoord
- Je kijkt bij het hele werkwoord (exporteerde = exporteren)
- Bij het enkelvoud (marges = marge)
- Bij de korte vorm van het woord ( actieve = actief)
- Bij het eerste belangrijke woord ( onder de pannen zijn)
- Tussen de 'gewone' woorden (m.a.w.)


Slide 4 - Tekstslide

Presenteer jezelf 
- Naam
- Leeftijd
- Achtergrond (land van herkomst, broers/zussen, etc.)
- Hobby's

Slide 5 - Tekstslide

Vul in bij welk trefwoord je de betekenis in het woordenboek zoekt. (tweetallen)
1. hechtingen 
2. patiënten
3. smoorde
4. identieke
5. overleeft
6. romannetje
7. minzame


Slide 6 - Tekstslide

Vul in bij welk trefwoord je de betekenis in het woordenboek zoekt. (tweetallen)
1. hechting(en) - de draad waarmee een wond is gehecht
2. patiënt(en) - het is iemand die behandelt wordt door een arts
3. smoorde (smoren) - geen lucht kunnen krijgen = stikken / op een laag vuur in vet/vocht koken / een ongunstige ontwikkeling, direct bij het begin laten stoppen (in de kiem smoren)
4. identiek(e) - zijn precies gelijk, zijn precies hetzelfde
5. overleeft (overleven) - niet overlijden na een gevaarlijke gebeurtenis
6. roman(netje) - een boek met een verhaal over mensen
7. minzame (minzaam) - iemand die minzaam kijkt, kijkt vriendelijk maar wel een beetje alsof hij zich beter voelt dan de andere mensen.


Slide 7 - Tekstslide

Noteer de betekenis van de afkorting. Gebruik een woordenboek.
o.a
d.m.v.
a.u.b.

Slide 8 - Tekstslide

Noteer de betekenis van de afkorting. Gebruik een woordenboek.
o.a.: onder andere(n). Dit gebruik je als je een paar mensen/dingen noemt uit een grotere groep.
d.m.v.: door middel van. Door middel van deze knop kunt u het apparaat starten.
a.u.b.: alstublieft. Op het bordje stond stilte a.u.b. (alstublieft)


Slide 9 - Tekstslide

Samenvatten / evalueren
- Wat hebben we deze les gedaan?
- Waarom hebben we dit gedaan?
- Vond je het nuttig?
- Wat gaan we in de volgende lessen behandelen?

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
- Moeilijke-woorden-schrift bijhouden

Slide 11 - Tekstslide

Welk woord staat in een woordenboek tussen beide trefwoorden? (tweetallen)
- eland - emoe
- passend - paus
- ontelbaar - ontslaan
- korenbloem - kraaienpootje

Slide 12 - Tekstslide