4H Beco H8

Hw. 7.7
a> dividendrendement en koersrendement
b> de wisselkoers van de dollar en de euro
c> 0,80 / 17,72 x 100 = 4,51%
d> ( 17,82 - 17,72 ) / 17,72 x 100 = 0,56%
e> 4,51% + 0,56% = 5,07%
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hw. 7.7
a> dividendrendement en koersrendement
b> de wisselkoers van de dollar en de euro
c> 0,80 / 17,72 x 100 = 4,51%
d> ( 17,82 - 17,72 ) / 17,72 x 100 = 0,56%
e> 4,51% + 0,56% = 5,07%

Slide 1 - Tekstslide

Voordeel/Nadeel
Kopen/Huren

Slide 2 - Woordweb

Voordeel huren:
– niet lenen(geen risico), maar gewoon vaste maandelijkse lasten.
– geen zorgen over onderhoud, dat is een taak voor de verhuurder.
– vrijheid, opzeggen en wegwezen.
– huurstijging van de huur is beperkt.
– mogelijkheid van huursubsidie.
– wettelijke huurbescherming.
– steeds meer keuze in huurvormen.

Nadeel huren:
– moderniseren van de woning loont niet. Vaak moet de woning bij vertrek weer in de oorspronkelijke staat opgeleverd worden.
– weinig keuze en mogelijk lange wachttijden.
– huur wordt in de toekomst misschien afhankelijk gemaakt van het inkomen (heeft betrekking op de sociale woningbouw).

Slide 3 - Tekstslide


Voordeel kopen:
– met een eigen huis doe je wat je wil, jij bent de baas.
– mogelijke waardestijging. Crisis of niet, een huis is een belegging voor de lange termijn.
– meer keuze, geen wachtlijsten voor een goede woning. ( wel beperkt door woningtekort ) 
– je profiteert van de hypotheekrenteaftrek. en de nationale hypotheekgarantie.

Nadeel kopen:
– het kopen van een huis kost veel geld, zoals overdrachtsbelasting.
– mogelijkheid van waardedaling. Als de markt tegenzit, kan het verkopen van een huis lang duren.
– het onderhoud is voor jou.
– woonlasten kunnen variëren door wijziging rente en onzekerheid over hypotheekrenteaftrek.

Slide 4 - Tekstslide

Geeft lening uit
Stelt waarde huis vast
Adviseert over lening
Stelt contracten op
Helpt bij koop huis
Notaris
Bank
Taxateur
Hypotheekadviseur
Makelaar

Slide 5 - Sleepvraag

Hypotheken
Verschil hypothecaire lening tov banklening
- lange looptijd ( 30 jaar )
- onderpand
- minder risico voor bank
- lager rentepercentage
- hypotheekrenteaftrek

Slide 6 - Tekstslide

Lineaire hypotheek
- Lasten bestaan uit rente en aflossing
( Let op: alleen aflossing maakt de schuld kleiner, rente niet )

- Aflossing per periode is gelijk
- rentelasten nemen af door lagere schuldrest

Slide 7 - Tekstslide

Lineaire hypotheek
€ 360.000,- a 4% voor 30 jaar

Aflossing jaar 1 = 360.000 / 30 = 12.000
Rente jaar 1 = 0,04 x 360.000 = 14.400

Aflossing jaar 2 = 12.000
Rente jaar 2 = 0,04 x 348.000 = 13.920

Slide 8 - Tekstslide

Lineaire hypotheek € 360.000,- a 4% voor 30 jaar.
Totale lasten jaar 20?
A
€ 4.800,-
B
€ 5.280
C
€ 16.800,-
D
€ 17.280

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht
Lineaire hypotheek

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Lineaire hypotheek
1> 15.000        3.000      900       3.900       12.000
2> 12.000         3.000         720          3.720         9.000
3> 9.000          3.000        540         3.540         6.000
4> 6.000         3.000        360        3.360         3.000
5> 3.000        3.000       180        3.180            0 

Slide 11 - Tekstslide

Lineair
  • Maandbedrag wordt steeds lager
  • Aflossing blijft gelijk 
  • Dus steeds minder rente

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bij een lineaire hypotheek
A
Betaal je elke maand in totaal evenveel.
B
Betaal je elke maand evenveel rente.
C
Betaal je elke maand evenveel aflossing.

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel moet je elk jaar aflossen als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€240
B
€12.000
C
€20.000
D
€32.000

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel is je schuld na 2 jaar als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€546.000
B
€560.000
C
€580.000
D
€600.000

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel rente betaal je in het 3e jaar als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€11.200
B
€11.600
C
€12.000
D
€20.000

Slide 17 - Quizvraag

Wat weten we over lineaire hypotheken?
  • Je betaalt elke maand evenveel aflossing.
  • De rente die je moet betalen wordt elk jaar minder.
  • De maandlasten nemen elke maand af.
  • In totaal betaal je weinig rente omdat je in het begin al relatief veel van je schuld terug betaalt. 

Slide 18 - Tekstslide

Een lineaire hypotheek is over het algemeen gunstig voor iemand van ...
A
25 jaar
B
55 jaar

Slide 19 - Quizvraag

Hw.
Opgave 8.4

Slide 20 - Tekstslide