K2 lezen theorie hs 1 en 2

Je oefent de lesdoelen:

Lezen:
Ik kan/weet deelonderwerpen van een korte tekst vinden.
Ik kan/weet deelonderwerpen in een korte tekst vinden.
Ik kan/weet de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen. 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Je oefent de lesdoelen:

Lezen:
Ik kan/weet deelonderwerpen van een korte tekst vinden.
Ik kan/weet deelonderwerpen in een korte tekst vinden.
Ik kan/weet de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen. 

Slide 1 - Tekstslide

Elke tekst gaat ergens over.
Dit noem je het

Slide 2 - Open vraag

Je kunt in een paar woorden het ......benoemen

Slide 3 - Open vraag

Een tekst bestaat uit drie delen.
Welk deel hoort niet in het rijtje thuis?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
titel

Slide 4 - Quizvraag


In dit deel maak je kennis met het onderwerp.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 5 - Quizvraag


In dit deel lees je over verschillende delen van het onderwerp.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 6 - Quizvraag

Verschillende delen van het onderwerp noem je:

Slide 7 - Open vraag

Is de stelling waar?
Tussenkopjes helpen je om deelonderwerpen te vinden.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag


In dit deel wordt het belangrijkste uit de tekst herhaald.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 9 - Quizvraag

Je oefent de lesdoelen.
Lezen:

Ik kan/weet onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een korte tekst. 

Slide 10 - Tekstslide

Is de stelling waar of niet waar?

De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Is de stelling waar of niet waar?

Wat niet zo belangrijk is noem je bijzaken.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Is de stelling waar of niet waar?

Bijzaken zijn belangrijker dan hoofdzaken.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het juiste antwoord over hoofdzaken?
A
De hoofdzaken staan alleen in de inleiding.
B
De hoofdzaken staan alleen in het slot.
C
De hoofdzaken staan alleen in het middenstuk .
D
De hoofdzaken staan in de inleiding en in het slot.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het juiste antwoord over het lezen van alinea's?
A
In de eerste en de laatste zin staat de belangrijkste informatie.
B
In de eerste zin staat de belangrijkste informatie.
C
In de laatste zin staat de belangrijkste informatie.

Slide 15 - Quizvraag

Een uitleg of een voorbeeld staat in een alinea
A
Niet in de eerste zin.
B
Niet in de laatste zin.
C
In de rest van de alinea.

Slide 16 - Quizvraag

Wat helpt je nog meer om hoofdzaken in een tekst te vinden?

Slide 17 - Open vraag

Hoofdzaken staan vaak ....
A
in kleine letters
B
vetgedrukt of in een andere kleur.
C
tussen haakjes

Slide 18 - Quizvraag

inleiding 
slot 
voorbeeld
uitleg 
eerste zin alinea
laatste zin alinea
De lay-out 
vetgedrukt/andere kleur 
onbelangrijk 

Slide 19 - Sleepvraag