H2: Ik heb een beeld van de sociale veranderingen in de 18e eeuw, door:
S2.1: Ik kan omschrijven hoe steden veranderden door de industriële revolutie. (r)
S2.2: Ik kan omschrijven hoe de arbeidsomstandigheden van een fabrieksarbeider was. (r)
S2.3: Ik kan het ontstaan en het verschil benoemen tussen liberalen en socialisten. (r)
S2.4: Ik kan vanuit onderzoek achterhalen hoe tegenwoordig in Nederland liberale en socialistische uitingen zichtbaar zijn. (t)