Meervoud 2

MEERVOUD 2
Wat weet je al:
Het meervoud maak je meestal door  -en   -s  of  's achter een woord te zetten. (boeken, tafels, taxi's)

Soms moet je een klinker weglaten (aap - apen), of een medeklinker erbij doen (grap - grappen)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

MEERVOUD 2
Wat weet je al:
Het meervoud maak je meestal door  -en   -s  of  's achter een woord te zetten. (boeken, tafels, taxi's)

Soms moet je een klinker weglaten (aap - apen), of een medeklinker erbij doen (grap - grappen)

Slide 1 - Tekstslide

Let op!
Bij veel woorden die eindigen op een "f", verandert de "f" in het meervoud in een "v" (wolf-wolven, neef-neven)

Bij veel woorden die eindigen op een "s", verandert de "s" in het meervoud in een "z" (saus-sauzen, reus-reuzen.)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het meervoud van "roos"?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het meervoud van "kaas"?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het meervoud van "vis"?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het meervoud van "poes"?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meervoud van "duif"?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van "staaf"?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meervoud van "paraplu"?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het meervoud van "kanarie"?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het meervoud van "radio"?

Slide 11 - Open vraag

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 12 - Open vraag

Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
1:30

Slide 13 - Open vraag