1A Kunt u daar iets meer over vertellen? Of: Wat trok u zo aan in het schrijven?
1B Hoe pakt u dat dan aan? Of: Waar ontmoet u dan andere mensen?
1C Wat vertelde uw buurman dan? Of: Wat vond u zo interessant aan het verhaal van uw buurman?
2A U bent dus vier jaar geleden begonnen met research, maar pas veel later begonnen met het schrijven van het boek?
2B Als ik u goed begrijp, trekt u zich de kritiek niet zo aan? Of: Het maakt u dus ook niet zoveel uit of uw verhaal waar is?
2C Dus eigenlijk ontstaat zo’n personage pas tijdens het schrijven? Of: Dus u gaat uit van enkele eigenschappen en bedenkt dan tijdens het schrijven de rest?