Het Bewegingsapparaat

Het bewegingsapparaat
Doelen voor vandaag: 
- Je kunt benoemen hoe het skelet in elkaar zit
- Je kunt een aantal soorten gewrichten benoemen
- Je kunt benoemen hoe botten en spieren werken in combinatie met met elkaar

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het bewegingsapparaat
Doelen voor vandaag: 
- Je kunt benoemen hoe het skelet in elkaar zit
- Je kunt een aantal soorten gewrichten benoemen
- Je kunt benoemen hoe botten en spieren werken in combinatie met met elkaar

Slide 1 - Tekstslide

Het bewegingsapparaat
- Botten
- Gewrichten
- Spieren

Alle bewegingen mogelijk met deze drie onderdelen

Slide 2 - Tekstslide

Het skelet
206 botten

Functies:
- Stevigheid en vorm
- Bescherming tere organen
- Aanhechtingsplaats spieren
- Aanmaak van bloedcellen en bloedplaatjes
- Opslagplaats van kalk

Slide 3 - Tekstslide

Soorten weefsels
Been- of botweefsel --> hard, stevig, sterk, niet buigzaam
                                                   waar stevigheid nodig is


Kraakbeenweefsel --> zacht, flexibel, samendrukken, stevig
                                                waar beweging nodig is

Slide 4 - Tekstslide

Schedel

Beschermt je hersenen​

Beschermt gehoor- , reuk-, en gezichtszintuigen​
​​​
Fontanel: Bij een baby is het schedeldak niet helemaal gesloten, zodat de schedel bij de geboorte een beetje ingedrukt kan worden​




Slide 5 - Tekstslide

In de oorschelp zit:
A
Botweefsel
B
Beenweefsel
C
Spierweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 6 - Quizvraag

In de ellepijp zit:
A
botweefsel
B
beenweefsel
C
spierweefsel
D
kraakbeenweefsel

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Gewrichten
Daar heb je beweging

Verschillende bewegingen, verschillende gewrichten

Slide 9 - Tekstslide

Welke 4 soorten gewrichten zijn er?

Slide 10 - Open vraag

Gewrichten
- Scharniergewricht
(boven naar beneden, vingers)
- Kogelgewricht
(rondom draaien, kogel, schouders)
- Rolgewricht
(draaien van links naar rechts, onderarm, spaakbeen-ellepijp)
- Zadelgewricht
(over twee assen, duim)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Dijbeen-bekken is een voorbeeld van:
A
een kogelgewricht
B
een rolgewricht
C
een schierniergewricht
D
een zadelgewricht

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Het gewricht in de knie is een voorbeeld van:
A
een kogelgewricht
B
een rolgewricht
C
een scharniergewricht
D
zadelgewricht

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Spieren en pezen
Pezen: 
verbinding tussen bot en spier

Spieren: beweging maken
samentrekken en ontspannen
antagonistspieren (werken samen, maar hebben tegengestelde functie, biceps-triceps, Hamstring en quatriceps)

Slide 18 - Tekstslide

Soorten spieren
Lengtespieren --> van het ene bot naar het andere
Kringspieren --> niet vast aan een bot
Gladde spieren --> geen controle op, organen
Dwarsgestreepte spieren --> heb je controle op, spierballen

Slide 19 - Tekstslide