Actieve en passieve afweer

Immunisatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Immunisatie

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Je kent het verschil tussen actieve en passieve immunisatie
  • Je kent het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immunisatie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Je wordt ziek
  1. De ziekteverwekker komt je lichaam binnen
  2. De witte bloedcellen herkennen de antigenen niet
  3. Je wordt ziek (krijgt ziekteverschijnselen)
  4. Je witte bloedcellen maken antistoffen 
  5. De antistoffen binden aan de ziekteverwekkers
  6. De ziekteverwekkers worden onschadelijk gemaakt

Slide 4 - Tekstslide

Je wordt ziek
Natuurlijke immunisatie (je bent op een natuurlijke manier ziek geworden)

Actieve immunisatie (je hebt zelf de antistoffen aangemaakt)

Slide 5 - Tekstslide

Aant. 7.3 Immunisatie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vaccinatie
  1. Een onschadelijke vorm van de ziekteverwekker met antigenen wordt je lichaam ingespoten.
  2. De witte bloedcellen herkennen de antigenen niet
  3. Je wordt niet ziek 
  4. Je witte bloedcellen maken antistoffen 
  5. De antistoffen binden aan de ziekteverwekkers
  6. De ziekteverwekkers worden onschadelijk gemaakt

Slide 8 - Tekstslide

Vaccinatie
Kunstmatige immunisatie (de vaccinatie komt niet natuurlijk tot je)

Actieve immunisatie (je hebt zelf de antistoffen aangemaakt)

Slide 9 - Tekstslide

Aant. 7.3 Immunisatie
Deel 2

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Medicijn
  1. De ziekteverwekker komt je lichaam binnen
  2. De witte bloedcellen herkennen de antigenen niet
  3. Je wordt ziek (krijgt ziekteverschijnselen)
  4. Je witte bloedcellen maken niet (op tijd) antistoffen antistoffen 
  5. De antistoffen komen je lichaam binnen in een medicijn
  6. De ziekteverwekkers worden onschadelijk gemaakt

Slide 12 - Tekstslide

Vaccinatie
Kunstmatige immunisatie (het medicijn komt niet natuurlijk tot je)

Passieve immunisatie (je hebt niet zelf de antistoffen aangemaakt)

Slide 13 - Tekstslide

Aant. 7.3 Immunisatie
Deel 3

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Nakijken b.s. 1, 2 en 3
  • Maken opdr.  22, 23, 24, 25 en 27
  • Computeropdrachten uit werkplanner

Slide 15 - Tekstslide

Toepassing 1: inenting
Inenting/vaccinatie

Doel: je lichaam kan antistoffen maken tegen ziektes die je op kan lopen

Slide 16 - Tekstslide

Toepassing 2: serum
serum

Bij giftige stoffen in je lichaam worden direct antistoffen ingespoten

Slide 17 - Tekstslide

Doelen
  • Je kent het verschil tussen actieve en passieve immunisatie
  • Je kent het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immunisatie

Slide 18 - Tekstslide

zwemmerseczeem is
A
bacteriele infectie
B
schimmelinfectie

Slide 19 - Quizvraag

Je lichaam wordt beschermd tegen ziekten door:
A
Bloedcellen en antistoffen
B
Huid
C
Huid, bloedcellen en antistoffen

Slide 20 - Quizvraag

Bij een infectie zwellen de lymfeknopen op
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer spreek je van koorts
A
37.5
B
38.5
C
39
D
38

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn de herkenningseiwitten op het celmembraan?
A
antistoffen
B
antigenen
C

Slide 23 - Quizvraag

Wat wordt er ingespoten als iemand wordt gevaccineerd?
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Antistoffen en antigenen
D
Antibiotica

Slide 24 - Quizvraag

Vaccinatie is een voorbeeld van.......
A
Actieve immunisatie
B
Passivieve immunisatie

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer iemand geïnjecteerd wordt mer antistoffen gaat het dan om actieve of passieve immunisatie?
A
Actieve immunisatie
B
Passieve immunisatie

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het voordeel van actieve immunisatie ten opzichte van passieve immunisatie?
A
Bij actieve immunisatie leert het lichaam welke antistoffen gemaakt moeten worden
B
Bij passieve immunisatie leert het lichaam welke antistoffen gemaakt moeten worden
C
Bij actieve immunisatie heb je minder bijwerkingen.
D
Bij actieve immunisatie hoeft het lichaam niet zelf antistoffen te maken.

Slide 27 - Quizvraag

Natuurlijke immuniteit
Bij actieve immunisatie weet het lichaam welke antistoffen gemaakt moeten worden

Bij de tweede besmetting word je sneller beter

Slide 28 - Tekstslide

Doelen
  • Je kent het verschil tussen actieve en passieve immunisatie
  • Je kent het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immunisatie

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Nakijken b.s. 1, 2 en 3
  • Maken opdr.  22, 23, 24, 25 en 27
  • Computeropdrachten uit werkplanner

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video